JW subtitle extractor

Besturende Lichaam update 2022 nr. 4

Video Other languages Share text Share link Show times

Welkom, broeders en zusters.
We zijn blij om bij jullie te zijn.
In deze update zullen we
een paar korte berichten met jullie delen.
En daarna gaan we naar een paar
hele aanmoedigende interviews kijken...
die jullie geloof zullen versterken.
Als eerste zijn hier de berichten.
Eind april is broeder Mark Sanderson
naar Polen gegaan.
Er werd een speciale bijeenkomst gehouden
in de congreshal in Warschau...
om de broeders en zusters
aan te moedigen...
die waren getroffen
door de oorlog in Oekraïne.
Meer dan 250.000 personen uit Polen,
Oekraïne en de Donbas-regio...
volgden het programma via streaming.
Een kringopziener
in de Donbas-regio schreef:
Het was een schitterend programma
en voedsel op het juiste moment.
Het raakt ons diep om te zien
hoeveel Jehovah van ons houdt!
Na het programma
reisden broeder Sanderson...
en drie leden
van het bijkantoorcomité...
2500 kilometer door heel Polen...
om vluchtelingen
en hardwerkende vrijwilligers...
te bezoeken
in congreshallen en Koninkrijkszalen...
en bij grensovergangen.
Dit bezoek was echt een prachtige uiting
van Jehovah’s liefde voor zijn volk.
We willen jullie allemaal
heel hartelijk bedanken...
voor jullie gebeden en gulle bijdragen
die deze hulpverlening mogelijk maken.
Op 4 mei is de 71-jarige zuster
Valentina Baranovskaja...
eindelijk vrijgelaten
uit de gevangenis.
Ze heeft meer dan een jaar vastgezeten.
Wat een hartelijk welkom kreeg ze.
We zijn blij voor je, zuster Valentina.
Maar we zijn niet vergeten
dat je zoon, Roman...
nog steeds gevangenzit
vanwege zijn geloof.
We bidden voor jullie allebei.
Op 24 mei werd broeder Dennis Christensen
vrijgelaten uit de Russische gevangenis.
Hij heeft vijf jaar vastgezeten
in verschillende gevangenissen.
Na zijn vrijlating
is hij meteen gedeporteerd.
Hij en zijn vrouw, Irina,
zijn nu veilig in Denemarken...
zoals we kunnen zien
in de volgende video.
Vandaag is een prachtige dag.
Het is een prachtige dag...
omdat ik uit de gevangenis
ben vrijgelaten...
en ben thuisgekomen
in Kopenhagen in Denemarken...
waar ik weer bij mijn vrienden
en mijn dierbare familie kan zijn.
Ik zie er ook heel erg naar uit...
om een normaler gezinsleven te hebben
met mijn lieve vrouw, Irina.
Ik ben heel blij, en ik heb veel waardering
voor alles wat de broeders en zusters...
de afgelopen vijf jaar
voor me hebben gedaan.
Alle mooie gedachten,
alle brieven, alle gebeden...
alle tekeningen en andere cadeautjes
die ik van de kinderen heb gekregen...
hebben me erg aangemoedigd.
In die hele periode heb ik altijd
het gevoel gehad dat ik niet alleen was...
dat Jehovah’s hand nooit te kort was
om te redden, te steunen en te helpen.
Veel mensen vragen me:
O Dennis, hoe heb je die tijd
in de gevangenis overleefd?
Hebben ze je gebroken?
Absoluut niet, nooit.
En weet je wat?
Ik ben vastbeslotener dan ooit
om Jehovah trouw te blijven...
vastbeslotener
om het goede nieuws te prediken...
en om m’n broeders en zusters en andere mensen
te helpen hun doelen te bereiken.
Het doel is eeuwig leven in het paradijs...
waar we allemaal
Jehovah voor eeuwig kunnen dienen en loven.
Dus nee, ik ben niet gebroken.
Ik heb het overleefd.
Ik ben er nog.
Ik ben vrij.
We zijn heel blij voor jullie,
Dennis en Irina.
Jullie geloof en trouw
zijn een aanmoediging voor ons allemaal.
We vinden het geweldig
dat jullie terug zijn.
Hoewel we heel blij zijn
met deze ontwikkelingen...
beseffen we dat er over de hele wereld...
nog steeds meer dan 150 broeders en zusters
gevangenzitten vanwege hun geloof.
In Rusland zitten vier broeders
een gevangenisstraf uit van acht jaar.
En één zuster zit een straf uit van zes jaar.
Hebreeën 13:3 zegt:
Hoe kunnen we blijven denken aan
onze broeders en zusters die gevangenzitten?
Als we in de buurt wonen...
kunnen we misschien
praktische dingen doen om ze te helpen.
Maar we kunnen allemaal elke dag
bidden voor hen en hun familieleden.
We kunnen ook mediteren
over hun goede voorbeeld.
Als we zien
dat deze broeders en zusters volharden...
terwijl ze onterecht gevangenzitten
en dat zelfs met vreugde doen...
moedigt dat ons aan
om hun geloof na te volgen...
het moedigt ons aan
om onze eigen beproevingen te doorstaan...
en het verzekert ons ervan...
dat we toekomstige beproevingen
kunnen doorstaan met vreugde.
In het volgende interview
vertellen twee broeders uit Rusland...
hoe ze met geloof en vreugde
hebben volhard...
tijdens een gevangenisstraf
van vier jaar.
De dag waarop de autoriteiten
me begonnen te vervolgen was 22 juli 2018.
Ik weet het nog goed,
het was op een zondag.
We hadden op dat moment
een vergadering.
Nadat de agenten alles hadden doorzocht,
zeiden ze dat ik met ze mee moest.
Ik deed de deur open omdat de FSB-agenten
heel lang op de deurbel bleven drukken.
Een paar seconden later
hoorden we het geluid van brekend glas.
Ze hadden het balkon kapotgemaakt...
en toen de deur
van het balkon opengebroken.
En toen m’n vrouw tegen ze wilde zeggen
dat de deur al open was...
om te voorkomen
dat ze iets kapot zouden maken...
kreeg ze glassplinters
in haar voorhoofd.
En een ader,
het glas raakte ook een ader in haar hand.
Daarna kwamen de agenten naar me toe
en ze lieten me een huiszoekingsbevel zien.
Ik zei tegen ze:
Wat kan mij dat huiszoekingsbevel schelen.
Bel een ambulance.
Ik wilde dat m’n vrouw
naar het ziekenhuis ging...
maar ze besloot bij me te blijven.
De huiszoeking
heeft wel vijf uur geduurd.
Daarna werd ik gevangengezet.
Twee dagen later was er een hoorzitting...
en de rechter besliste
dat ik in voorarrest geplaatst moest worden.
Het allermoeilijkste
van de vervolging...
vond ik toen ze me
in een overvol cellenblok zetten...
om me te intimideren.
Toen ik daar binnenkwam...
of liever gezegd toen de medewerkers en cipiers
van het detentiecentrum me naar binnen duwden...
was het eerste wat ik hoorde:
Ga op je knieën.
Maar ik zei tegen ze dat ik alleen voor God
op m’n knieën zou gaan.
Toen begonnen ze te schreeuwen
en me belachelijk te maken...
maar ik begreep eigenlijk niet
wat ze vroegen of wat ze van me wilden.
Pas na een aantal uren kwam ik erachter
wat ze probeerden te bereiken.
Ze zeiden rechtstreeks tegen me
dat ze informatie van me wilden.
Ik moest ze van alles vertellen
over twee broeders.
Die broeders werden vastgehouden
in een stad in de buurt.
Vervolgens legden ze martelwerktuigen
voor me op een tafel.
Ze zeiden dat ik maar beter
met ze kon samenwerken...
want niemand lukt het
om zulke martelingen te doorstaan.
Maar ik heb ze
totaal geen informatie gegeven...
die ze tegen die broeders
zouden kunnen gebruiken...
want ik wist dat ik het dan moeilijker
voor ze zou maken.
Ik maakte verschillende beproevingen mee
in de periode dat ik in voorarrest zat.
Elke dag stond de radio aan
van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat.
En de radio stond echt heel hard.
Mensen waren constant aan het praten.
Toen ik een aantal maanden
in het detentiecentrum zat...
werd ik in eenzame opsluiting
in een cel geplaatst.
Ik maakte me zorgen
tot wie ik nu kon prediken...
en of ik de hele tijd daar zou blijven.
Die avond bad ik
heel intens tot Jehovah.
Een paar dagen later
werd er een man in de cel naast mij gezet.
Hij zat al 13 jaar in de gevangenis.
In het jaar daarvoor was hij heel veel
gaan nadenken over geestelijke onderwerpen...
en hij was zelfs begonnen
in de Bijbel te lezen.
We praatten vaak met elkaar
over geestelijke dingen...
elke dag wel een paar uur.
Ik zong zelfs Koninkrijksliederen voor hem
en ik las hem Bijbelteksten voor...
die de broeders en zusters
in brieven hadden geschreven.
Een van de gevangenen
die in dat cellenblok zat...
werkte samen
met de leiding van de gevangenis...
en het was een hele sterke man,
het was gewoon één bonk spieren.
Maar toen kwam de gedachte in m’n hoofd op
dat de man die voor me stond...
eigenlijk voor 80 procent
bestond uit water.
Ik weet het niet helemaal zeker...
maar op dat moment
glimlachte ik misschien zelfs.
Die gedachte, die me ongetwijfeld
door Jehovah werd ingegeven...
veranderde m’n kijk op de mensen
die in dat cellenblok zaten.
Naast m’n cel was nog een cel
die als isolatiecel werd gebruikt...
en die stond vaak leeg.
Ik bad bijna elke dag tot Jehovah
of m’n vriend en broeder, Vadim...
naar die cel mocht worden overgeplaatst.
Toen Vadim hoorde dat ik zulke dingen
aan Jehovah vroeg in gebed...
zei hij tegen me:
Sergej, jij bent wel heel naïef.
De leiding van de gevangenis ziet ons
als medeplichtigen van elkaar.
Dus volgens de wet mogen we vast niet
in cellen naast elkaar zitten.
Ik zei: We zullen wel zien.
’s Avonds kwam er iemand
naar mijn cel en zei:
Levtsjoek, je wordt overgeplaatst!
In m’n nieuwe cel hoorde ik ineens
de stem van Sergej naast me.
Hij zei: Vadim? Ben jij dat?
Ik zei: Ja, ik ben het.
Hij zei: Ik ben zo blij.
Ik heb Jehovah gesmeekt
of je mocht komen.
Maar toen ik hoorde dat hij had gebeden...
of ik verplaatst mocht worden
naar de cel naast hem...
was ik in eerste instantie boos
omdat ik m’n nabezoeken niet kon doen.
Ik had met ze afgesproken
dat ik ze een Bijbels verhaal zou vertellen.
Maar toen besefte ik waarom Jehovah
het op die manier had geregeld.
We hadden elkaars emotionele steun nodig.
We hebben twee weken
naast elkaar gezeten.
We lazen elke dag samen de dagtekst,
en we deelden mooie gedachten uit brieven.
Op een bepaald moment voelde ik me
een aantal dagen nogal depressief...
terwijl ik in eenzame opsluiting zat.
Maar toen kwamen er nieuwe brieven.
Meestal sorteerde ik de brieven...
en bepaalde ik
welke ik het eerst zou lezen.
Er was één brief
die ik eigenlijk niet wilde lezen...
dus die legde ik op een stapel voor later.
Maar iets vanbinnen zei tegen me:
Nee, je moet die brief lezen.
En daarin stond het antwoord
op m’n gebeden.
In die brief werd uitgebreid besproken...
op welke manieren Satan een van zijn voornaamste
wapens gebruikt: ontmoediging.
Ik begon de raad over dat onderwerp
meteen toe te passen.
En dat hielp me
om m’n depressiviteit te overwinnen...
en m’n negatieve gedachten kwijt te raken.
Ik had overal goede gesprekken
met de gevangenen in de cellen naast me.
We konden gewoon
door de muren heen praten.
Ik vroeg me af waarom ik toch steeds van de ene cel
naar de andere werd overgeplaatst.
Kunnen ze me niet gewoon
in dezelfde cel laten?
Precies op dat moment kreeg ik een brief
van een zuster die schreef:
Als je van de ene cel
naar de andere wordt overgeplaatst...
bezie dat dan alsof je
een nieuw gebiedje toegewezen krijgt...
omdat je het vorige gebiedje
helemaal hebt bewerkt.
Toen ik dat las, was ik ontzettend blij.
Ik zei: Dat is het antwoord.
Broeders en zusters
van over de hele wereld...
stuurden ons brieven met allerlei
tekeningen, afbeeldingen en foto’s.
Iemand stuurde me bijvoorbeeld
dit portret.
Het zijn m’n vrouw, Natasja,
en ik die in Jehovah’s handen zitten.
Al het geestelijke voedsel
dat we kregen, kregen we via die brieven.
Zelfs het hele driedaagse congres...
werd uitgeschreven
en via brieven naar ons gestuurd.
Als ik de brieven las die ik kreeg,
had ik het gevoel dat ik op dat moment...
even niet in het detentiecentrum
of de strafkolonie was.
Ik had het gevoel
dat ik bij m’n broeders en zusters was...
dat ik bij ze op bezoek was.
Dus in de drieënhalf jaar
die ik gevangen heb gezeten...
voelde het alsof ik niet echt
in het detentiecentrum of de strafkolonie zat.
In de hele periode
waarin ik gevangenzat...
ging ik elke ochtend in gebed...
en vroeg ik Jehovah of hij me
innerlijke vrede of gemoedsrust wilde geven.
Er zijn geen woorden om te beschrijven...
wat een gevoel van rust je krijgt
in die omstandigheden.
Die rust is echt het tegenovergestelde
van de situatie die je meemaakt...
de mensen om je heen
of zelfs je gezondheid.
Maar als je gemoedsrust hebt,
word je zo kalm.
En daarnaast voelde ik
de overweldigende steun van de broeders...
en Jehovah’s liefde
tijdens de hoorzittingen...
want er waren altijd heel veel broeders
en zusters aanwezig in de rechtszaal.
De eerste paar keer dat broeders en zusters
naar de hoorzittingen kwamen...
schreef de FSB hun namen op...
en kregen ze vervolgens een oproep
om ondervraagd te worden.
Als we
bij de volgende hoorzitting kwamen...
zagen we daar
dezelfde broeders en zusters...
en dat gaf ons zo veel kracht.
We zagen dat ze niet bang waren
en dat ze ons echt wilden steunen.
En zo ging het bij elke hoorzitting.
In één brief kreeg ik het lezingschema
voor het Avondmaal.
Dat was een lezing
die ik heel graag wilde houden.
Een paar dagen later werden we gelucht
op de binnenplaats van de gevangenis.
Daar raakte ik in gesprek
met een gevangene...
die zei dat hij interesse had
voor de Bijbel.
Op de dag vóór het Avondmaal...
hadden we weer een gesprek
en ik zei tegen hem:
Wist je dat er morgen wereldwijd
een herdenking wordt gehouden?
Ik legde hem uit
wat voor herdenking het was...
hoe die gehouden zou worden
en dat er ook een lezing bij hoorde.
Hij zei tegen me:
Sergej, heb je die lezing?
En ik zei: Ja.
We spraken af dat ik de volgende dag,
op de dag van het Avondmaal...
de lezing zou houden.
Maar op de dag van het Avondmaal,
om 10 uur ’s avonds...
was de man nog steeds
ergens druk mee bezig.
Ik vroeg Jehovah: Wat moet ik doen?
En toen, om half elf, riep de man:
Sergej, je kunt beginnen,
we zitten allemaal klaar om te luisteren!
Zo begon ik met mijn lezing.
Ik was nog maar een paar minuten bezig
toen ik voetstappen in de gang hoorde.
Het was de cipier.
Hij kwam naar m’n deur toe gelopen...
en keek door het kijkgaatje
in de deur van de cel.
Ik vroeg: Is er iets aan de hand?
Hij zei: Nee, er is niks.
Ga door met lezen, ga door.
Ik zei: Jehovah, dank u wel.
En toen ging ik door met de lezing.
Ik wist dat we waarschijnlijk
uit elkaar gehaald zouden worden...
en dat de mogelijkheid bestond...
dat we zouden worden overgeplaatst
naar andere delen van de gevangenis.
Daardoor zouden we elkaar
niet meer kunnen steunen...
en geen vergaderingen meer
kunnen houden...
iets wat heel belangrijk voor me was.
Hij vertelde
de leiding van de gevangenis...
dat hij voor me moest zorgen
omdat ik gehandicapt was...
en vervolgens werd er een uitzondering
voor ons gemaakt.
Dat was een grote steun in geestelijk,
emotioneel en fysiek opzicht.
We leidden samen
de gemeentevergaderingen.
Elke week op dezelfde tijd
hielden we de gemeentevergaderingen.
Soms kwamen er anderen bij zitten
om naar de lezing te luisteren.
Vadim en ik hadden de gewoonte
om te bidden waar iedereen bij was.
Dat deden we in de kantine,
voor en na de vergaderingen...
en natuurlijk ook voordat we gingen slapen.
Dat was een getuigenis voor de rest,
het viel andere gevangenen op.
Mensen hadden respect voor ons
omdat we zo gelovig waren.
Ik besefte dat ik m’n tijd in de gevangenis
goed moest gebruiken.
En ik heb veel gebeden.
Ik was altijd heel specifiek in m’n gebed.
Ik vroeg hem vaak:
Jehovah, u bent de Pottenbakker
en ik ben de klei...
dus wilt u me alstublieft vormen?
Dus alle situaties die ik
in die drieënhalf jaar heb meegemaakt...
of het nu positieve
of negatieve waren...
het waren altijd gelegenheden
om door Jehovah gevormd te worden.
Tijdens al die beproevingen...
merkte ik dat ik een steeds hechtere band
met Jehovah kreeg...
en steeds dichter tot hem kwam.
Ook werd mijn vertrouwen in hem
steeds groter.
Dat kwam
doordat ik in die omstandigheden...
veel tijd had om te bidden.
En heel vaak zag ik hoe Jehovah
specifieke gebeden verhoorde.
Dat bracht me echt dichter tot Jehovah.
In die hele periode
dat ik vervolgd werd...
voelde ik me gesterkt
door de woorden in Jeremia 48:10:
Vervloekt is degene die de opdracht
van Jehovah onzorgvuldig uitvoert!
Als ik me in een situatie bevond
die ik heel moeilijk en zwaar vond...
besefte ik dat ik door m’n gedrag en daden
moest getuigen van Jehovah’s naam.
Nog iets wat me in die hele periode
steeds opnieuw veel kracht heeft gegeven...
is de tekst in Jesaja 57:15...
waar wordt gezegd dat Jehovah
woont bij degenen die gebroken zijn...
en die het emotioneel moeilijk hebben.
Op zulke momenten stelde ik me voor
dat Jehovah naast me kwam zitten...
een arm om me heen sloeg
en me de geruststelling gaf:
Alles komt goed. Ik ben bij je.
Ik heb gezien dat bij alle beproevingen
die Jehovah heeft toegelaten...
hoe moeilijk ze ook waren...
hij ze allemaal heeft veranderd
in zegeningen.
Wat een ontroerend interview.
Is het je opgevallen
wat onze broeders hielp...
om hun gevangenschap
met vreugde te doorstaan?
Ze vertelden hoe belangrijk het was...
om vast te houden
aan een goede routine van Bijbellezen...
gebed en vergaderingen,
zelfs in de gevangenis.
Ze predikten tot anderen
bij elke gelegenheid.
En ze ervaarden Jehovah’s liefde
en zorg op een hele persoonlijke manier.
Wij kunnen dezelfde dingen doen...
om ons geloof te versterken
en onze vreugde te bewaren.
Nu we het over vreugde hebben...
wat een zegen is het om weer
in de Koninkrijkszaal te kunnen vergaderen.
Het kost wat moeite
om aanwezig te zijn...
maar onze broeders en zusters zien...
hun gelach horen
en samen met ze zingen en bidden...
maakt het allemaal
de moeite waard.
Dat is nog een cadeau van Jehovah...
waardoor we met vreugde
kunnen volharden.
Dus met welke beproevingen
je ook te maken hebt...
verlies nooit je vreugde
in Jehovah’s dienst.
Het is zoals in Nehemia 8:10 staat:
Broeders en zusters,
we hebben er veel waardering voor...
dat jullie je vreugde bewaren ondanks
de vele uitdagingen die jullie meemaken.
Daardoor houden we nog meer van jullie.
Vanuit het hoofdkantoor van Jehovah’s Getuigen
was dit JW Broadcasting.