00:00:11
Heb jij te maken met spot,
tegenstand of vervolging?00:00:17
00:00:17
Heb je het gevoel dat er geen uitweg is
en dat je maar weinig kunt doen...00:00:22
00:00:22
om je omstandigheden te veranderen?00:00:25
00:00:25
Zo ja, dan ben je niet de enige.00:00:28
00:00:28
In de Bijbel kunnen we lezen
dat David die dingen ook meemaakte.00:00:32
00:00:32
En David zelf vertelt ons hoe hij ermee omging.00:00:36
00:00:36
We lezen zijn woorden in Psalm 62:5:00:00:40
00:00:40
Rustig wacht ik op God.00:00:44
00:00:45
Sommige geleerden zeggen dat David
pas 15 was toen hij gezalfd werd tot koning.00:00:50
00:00:50
Als dat zo was heeft hij 22 jaar moeten wachten
voordat hij koning werd over heel Israël.00:00:57
00:00:58
In die periode werd hij achternagezeten
door koning Saul die hem wilde doden.00:01:03
00:01:03
Als gevolg daarvan
moest David als vluchteling leven.00:01:06
00:01:06
Soms in grotten in de woestijn...00:01:09
00:01:10
en soms in het buitenland
tussen vijanden van Israël.00:01:15
00:01:15
David leerde geduldig te zijn
en te wachten op Jehovah.00:01:22
00:01:22
Laten we drie gebeurtenissen
uit die periode in zijn leven bespreken.00:01:27
00:01:27
De eerste gebeurtenis vindt plaats
in de woestijn van En-Gedi...00:01:31
00:01:31
een rotsachtig gebied met veel grotten.00:01:34
00:01:34
Verteerd door jaloezie en haat
ging koning Saul op zoek naar David...00:01:38
00:01:38
met de bedoeling hem te doden.00:01:40
00:01:40
David en zijn mannen verborgen zich
voor hem in een immense grot.00:01:45
00:01:45
Dat moet allesbehalve comfortabel zijn geweest.
Het was afzien.00:01:49
00:01:49
Ze moesten op zoek gaan naar voedsel,
brandhout en water.00:01:53
00:01:53
En daar kwam nog bij dat ze uit het zicht
moesten zien te blijven van hun vijanden.00:01:58
00:01:58
Toen gebeurde er iets
dat ze niet hadden zien aankomen. 00:02:03
00:02:03
Laten we het lezen.
Zoek alsjeblieft in je bijbel...00:02:06
00:02:06
1 Samuël hoofdstuk 24 op
en dan lezen we vanaf vers 2.00:02:10
00:02:11
Ik geef je een momentje.
Dan kun je het opzoeken. 00:02:13
00:02:13
Eén Samuël hoofdstuk 24
en dan lezen we vanaf vers 2.00:02:18
00:02:21
Toen nam Saul 3000
van de beste mannen van Israël met zich mee...00:02:26
00:02:26
om David en zijn mannen te zoeken
in het rotsachtige gebied...00:02:29
00:02:29
waar de steenbokken leven.00:02:31
00:02:36
Saul kwam bij de stenen schaapskooien
langs de weg.00:02:39
00:02:39
Daar was een grot, en Saul ging naar binnen
om zijn behoefte te doen.00:02:43
00:02:44
Maar helemaal achter in de grot
zaten David en zijn mannen.00:02:49
00:02:49
Davids mannen zeiden tegen hem:00:02:51
00:02:51
Dit is de dag waarop Jehovah tegen je zegt:
Ik lever je vijand aan je over.00:02:57
00:02:57
Je kunt met hem doen wat je wilt.00:03:00
00:03:04
Er waren drieduizend geoefende soldaten
speciaal uitgekozen om David op te sporen.00:03:11
00:03:11
Kun je je voorstellen hoe verbaasd David
en zijn mannen moeten zijn geweest...00:03:15
00:03:15
toen Saul helemaal alleen en onbeschermd...00:03:18
00:03:18
dezelfde grot binnen kwam wandelen
als waar zij waren?00:03:23
00:03:23
Saul kwam vanuit het felle daglicht.00:03:25
00:03:25
Dus toen hij de donkere grot inliep,
zag hij niet dat er al anderen in de grot waren.00:03:31
00:03:31
Maar David en zijn mannen
waren al aan het donker gewend.00:03:34
00:03:34
Dus in het licht van de ingang van de grot
konden zij Saul wel goed zien.00:03:40
00:03:40
Nu was Saul kwetsbaar,
volledig aan David overgeleverd.00:03:46
00:03:46
Was dit het moment om Saul te doden?00:03:50
00:03:50
Zijn mannen fluisterden van wel.00:03:52
00:03:52
Het was toch overduidelijk
dat Jehovah Saul aan hem had overgeleverd?00:03:57
00:03:57
Het was immers Gods wil
dat David Saul zou vervangen als koning.00:04:02
00:04:02
En David had toch een goede reden
om Saul te doden?00:04:05
00:04:05
Saul was helemaal losgeslagen.00:04:08
00:04:08
Hij had priesters in Nob
en de hele stad uitgemoord...00:04:12
00:04:12
mannen, vrouwen, kinderen en dieren.00:04:16
00:04:16
En dat alleen maar
omdat de hogepriester Achimelech...00:04:20
00:04:20
David en zijn mannen brood te eten had gegeven.00:04:23
00:04:23
Als David Saul gedood zou hebben,
wat zou dat dan betekend hebben?00:04:28
00:04:28
Bevrijding?
Een eind aan zijn bestaan als vluchteling?00:04:32
00:04:32
Nooit meer in grotten schuilen?
Onmiddellijk koning worden?00:04:37
00:04:37
Ongetwijfeld moet dat allemaal
door Davids hoofd zijn geschoten.00:04:41
00:04:41
Wat zou hij doen?
Wat zou jij gedaan hebben?00:04:45
00:04:45
Laten we verder lezen vanaf 1 Samuël 24:4.00:04:50
00:04:50
David stond dus op en sneed stilletjes
een stuk van Sauls mantel af.00:04:57
00:04:57
Maar Davids hart werd gekweld door schuldgevoel...00:05:00
00:05:00
omdat hij een stuk
van Sauls mantel had afgesneden.00:05:04
00:05:04
Hij zei tegen zijn mannen:00:05:05
00:05:06
Jehovah zou het nooit goedkeuren
als ik mijn heer...00:05:08
00:05:08
de gezalfde van Jehovah, iets zou aandoen.00:05:12
00:05:12
Ik kan geen hand tegen hem uitsteken,
want hij is de gezalfde van Jehovah.00:05:17
00:05:20
Met die woorden
hield David zijn mannen in bedwang...00:05:23
00:05:23
en hij liet niet toe dat ze Saul aanvielen.00:05:27
00:05:27
Ondertussen verliet Saul de grot en ging op weg.00:05:30
00:05:32
David deed niet wat de mannen zeiden.00:05:35
00:05:35
In plaats daarvan gebruikte hij de situatie
om aan te tonen...00:05:39
00:05:39
dat hij geen opstandeling was
en dat hij niet uit was op wraak...00:05:43
00:05:43
ook al had Saul hem oneerlijk
en wreed behandeld.00:05:47
00:05:47
Daar was zelfbeheersing voor nodig
en daar was geloof voor nodig.00:05:52
00:05:52
Hij moest erop vertrouwen
dat Jehovah op zijn tijd...00:05:55
00:05:55
en op zijn manier de zaken zou rechtzetten.00:05:59
00:05:59
Zijn manier van denken blijkt niet alleen
uit wat hij tegen Saul zei...00:06:03
00:06:03
maar ook uit wat hij schreef in Psalm 57.00:06:06
00:06:07
In vers 3 van die Psalm staat:00:06:09
00:06:09
[Jehovah] zal hulp sturen uit de hemel
en me redden.00:06:14
00:06:14
Hij zal dwarsbomen wie me aanvalt.00:06:18
00:06:19
Soms kan het voor ons een uitdaging zijn
om geduldig te zijn...00:06:23
00:06:23
vooral als we met onrecht te maken krijgen.00:06:27
00:06:27
Vaak kunnen we niet veel
aan de situatie veranderen.00:06:31
00:06:31
Maar wat als er zich
een makkelijke uitweg voordoet?00:06:35
00:06:35
Wees dan net als David, die eerst nadacht
over Jehovah’s kijk op de situatie.00:06:40
00:06:40
Soms moeten we in actie komen,
maar soms is het het beste om te wachten...00:06:45
00:06:45
tot Jehovah op zijn tijd de zaken rechtzet.00:06:49
00:06:49
Laten we eens kijken wat er gebeurde
nadat Saul de grot weer was uitgelopen.00:06:52
00:06:53
We lezen verder vanaf 1 Samuël 24:8.
Dus vers 8.00:07:00
00:07:00
Toen stond David op,
liep de grot uit en riep Saul na:00:07:04
00:07:04
Mijn heer de koning!-David?00:07:08
00:07:08
Saul keek om en David liet zich
op zijn knieën vallen en boog diep.00:07:13
00:07:15
David zei tegen Saul:00:07:17
00:07:17
Waarom luistert u naar mensen die zeggen:
David wil u kwaad doen?00:07:22
00:07:24
Vandaag hebt u zelf gezien dat Jehovah
u aan mij overleverde in de grot.00:07:30
00:07:30
Maar toen iemand tegen me zei
dat ik u moest doden...00:07:33
00:07:33
had ik medelijden met u. Ik zei:00:07:36
00:07:36
Ik zal geen hand tegen mijn heer uitsteken,
want hij is de gezalfde van Jehovah.00:07:41
00:07:41
Kijk, mijn vader, in mijn hand
heb ik een stuk van uw mantel.00:07:45
00:07:47
Toen ik dit stuk afsneed, heb ik u niet gedood.00:07:52
00:07:52
Daaraan kunt u duidelijk zien dat ik u
geen kwaad wil doen en niet in opstand wil komen.00:07:57
00:07:57
Ik heb niet tegen u gezondigd, en toch
jaagt u me op en staat u me naar het leven.00:08:03
00:08:04
Laat Jehovah tussen u en mij oordelen,
en laat Jehovah wraak op u nemen...00:08:09
00:08:09
maar ik zal geen hand tegen u uitsteken.00:08:13
00:08:14
Een oud spreekwoord zegt:
van slechte mensen komen slechte daden.00:08:19
00:08:19
Ik zal u dus niets aandoen.00:08:23
00:08:23
Wie is de koning van Israël
eigenlijk aan het achtervolgen?00:08:26
00:08:27
Op wie maakt u jacht?
Op een dode hond? Op een vlo?00:08:33
00:08:34
Laat Jehovah als rechter tussen u en mij oordelen.00:08:37
00:08:37
Hij zal mijn zaak onderzoeken en verdedigen.
Hij zal me oordelen en me uit uw handen redden.00:08:44
00:08:46
Door zich te beheersen,
bewees David dat degenen die beweerden...00:08:50
00:08:50
dat hij eropuit was Saul iets aan te doen
ongelijk hadden.00:08:54
00:08:54
Hij had geen vinger naar hem uitgestoken.00:08:56
00:08:56
Tot twee keer toe had hij tegen Saul gezegd
dat Jehovah als rechter tussen hen zou oordelen.00:09:02
00:09:03
Hoewel Saul hem zonder reden achternazat
werd David niet grof tegen Saul.00:09:08
00:09:08
Hij bleef respectvol en nederig,
en zei tegen Saul...00:09:12
00:09:12
dat hij zou wachten
tot Jehovah de zaken zou rechtzetten.00:09:17
00:09:17
Wat een krachtige les
voor iedereen die erover hoorde.00:09:21
00:09:21
Saul was stomverbaasd toen hij erachter kwam
dat David zijn leven had gespaard.00:09:27
00:09:27
En hij riep: Jehovah zal je belonen
voor wat je vandaag voor me hebt gedaan.00:09:32
00:09:32
Ik weet heel goed
dat jij als koning zult regeren...00:09:36
00:09:36
en dat het koningschap over Israël
in jouw handen zal blijven.00:09:41
00:09:41
Het kan zijn dat eeuwen later
Paulus aan dit voorval dacht...00:09:45
00:09:45
toen hij de christenen in Rome de raad gaf:
Neem geen wraak.00:09:50
00:09:50
Blijf het kwade overwinnen door het goede.00:09:54
00:09:54
Wat we zeggen en doen kan soms
een positief effect hebben op onze tegenstanders.00:10:00
00:10:00
Saul was diepgeraakt door Davids barmhartigheid,
maar staakte hij zijn pogingen om hem te doden?00:10:08
00:10:08
We zullen zien.00:10:09
00:10:11
Door onze onvolmaaktheid
zijn we helaas niet altijd geduldig.00:10:16
00:10:16
En David was geen uitzondering.00:10:18
00:10:19
Eén keer was hij zo kwaad
dat hij bijna iets had gedaan...00:10:23
00:10:23
wat verschrikkelijke gevolgen zou hebben gehad.00:10:25
00:10:26
Laten we het lezen in 1 Samuël 25.
Dus 1 Samuël 25 vers 1.00:10:33
00:10:33
1 Samuël 25 en dan vanaf vers 1:00:10:38
00:10:39
Na verloop van tijd stierf Samuël.00:10:41
00:10:41
Heel Israël kwam samen om over hem te rouwen,
en hij werd begraven bij zijn huis in Rama.00:10:47
00:10:47
Toen trok David verder naar de woestijn van Paran.00:10:50
00:10:50
In Maon was een rijke man
die veel bezittingen in Karmel had.00:10:55
00:10:55
Hij had 3000 schapen en 1000 geiten.00:10:59
00:10:59
Hij was naar Karmel gekomen
voor het scheren van zijn schapen.00:11:04
00:11:04
De man heette Nabal en zijn vrouw Abigaïl.00:11:08
00:11:08
De vrouw was verstandig en mooi, maar haar man,
een nakomeling van Kaleb, was wreed en onbeschoft.00:11:16
00:11:16
David kreeg in de woestijn te horen
dat Nabal zijn schapen aan het scheren was.00:11:21
00:11:21
David stuurde dus tien jonge mannen naar hem toe.
Hij zei tegen ze:00:11:25
00:11:25
Ga naar Karmel, naar Nabal,
en vraag hem namens mij hoe het met hem gaat.00:11:32
00:11:32
En jullie moeten zeggen:
Ik wens u een lang leven toe.00:11:35
00:11:35
Ik hoop dat alles goed gaat met u en uw gezin,
en met alles wat u hebt.00:11:41
00:11:41
Ik heb gehoord
dat u de schapen aan het scheren bent.00:11:44
00:11:44
Toen uw herders bij ons waren,
hebben we ze niet lastiggevallen...00:11:49
00:11:49
en al de tijd dat ze in Karmel waren
is er niets gestolen.00:11:52
00:11:52
Vraag het maar aan uw jonge mannen.
Zij zullen het bevestigen.00:11:56
00:11:56
Wees dus goed voor mijn jonge mannen...00:11:58
00:11:58
vooral omdat we
op een feestelijk moment zijn gekomen.00:12:01
00:12:01
Geef uw dienaren en uw zoon David
alstublieft wat u missen kunt.00:12:05
00:12:05
Davids jonge mannen gingen naar Nabal
en zeiden dat tegen hem uit naam van David.00:12:10
00:12:10
Toen ze uitgesproken waren, antwoordde Nabal:
Wie is David? Wie is die zoon van Isaï?00:12:18
00:12:18
Je hebt tegenwoordig zo veel slaven
die bij hun meester weglopen.00:12:21
00:12:22
Moet ik mijn brood, mijn water...00:12:24
00:12:25
en het vlees dat ik voor mijn scheerders
heb geslacht zomaar weggeven?00:12:29
00:12:29
Ik weet niet eens waar jullie vandaan komen!00:12:32
00:12:34
De tijd waarin de schapen werden geschoren
was altijd een heel feestelijke periode.00:12:39
00:12:39
En Nabal had reden om feest te vieren.00:12:42
00:12:42
Hij had heel veel schapen en Davids mannen
hadden die beschermd tegen roversbenden.00:12:48
00:12:48
Het was gebruikelijk om dan je waardering
en je dankbaarheid te tonen.00:12:52
00:12:52
Maar toen Davids mannen
beleefd om voedsel vroegen...00:12:55
00:12:55
wees Nabal dat verzoek niet alleen af...00:12:58
00:12:58
hij slingerde allerlei scheldwoorden
naar hun hoofd.00:13:01
00:13:01
Laten we kijken hoe David hierop reageerde.
We lezen verder in 1 Samuël 25 vanaf vers 12.00:13:10
00:13:11
De jonge mannen gingen terug naar David
en vertelden hem alles.00:13:16
00:13:16
Meteen zei David tegen zijn mannen:
Pak je zwaard!00:13:21
00:13:21
Ze namen dus allemaal hun zwaard
en ook David gordde zijn zwaard om.00:13:26
00:13:26
Zo’n 400 mannen gingen met David mee,
terwijl er 200 bij de uitrusting achterbleven.00:13:33
00:13:33
Intussen vertelde een van de dienaren
aan Abi̱gaïl, Na̱bals vrouw:00:13:39
00:13:39
David heeft uit de woestijn mannen gestuurd
om onze meester het beste te wensen...00:13:43
00:13:43
maar hij heeft ze uitgescholden.
-Oh, nee.00:13:46
00:13:46
Davids mannen zijn heel goed voor ons geweest.00:13:48
00:13:48
Ze hebben ons niet lastiggevallen,
en al de tijd dat we met hen in de velden waren...00:13:53
00:13:53
is er niets gestolen.
Ze waren als een sterke muur om ons heen.00:13:57
00:13:57
Al de tijd dat we in hun buurt de schapen hoedden,
hebben ze ons dag en nacht beschermd.00:14:02
00:14:03
U moet iets doen, anders wordt dit nog
de ondergang van onze meester en zijn hele huis.00:14:09
00:14:09
Want hij is een waardeloze man,
en er valt niet met hem te praten.00:14:15
00:14:18
Abi̱gaïl nam snel 200 broden,
twee grote kruiken wijn...00:14:23
00:14:23
vijf geslachte schapen,
vijf sea geroosterd graan...00:14:27
00:14:28
100 rozijnenkoeken
en 200 koeken van samengeperste vijgen...00:14:31
00:14:32
en laadde alles op de ezels.
Toen zei ze tegen haar dienaren:00:14:36
00:14:36
Ga voor me uit, dan kom ik achter jullie aan.00:14:40
00:14:40
Maar ze zei niets tegen haar man Na̱bal.00:14:44
00:14:44
Ze ging op een ezel naar beneden terwijl ze
door de berg aan het zicht onttrokken werd.00:14:48
00:14:48
Op hetzelfde moment kwamen David
en zijn mannen eraan, en ze ontmoetten elkaar.00:14:53
00:14:54
David had gezegd:00:14:56
00:14:56
Heb ik daarvoor het bezit
van die man beschermd in de woestijn?00:14:59
00:15:02
Er is helemaal niets van hem gestolen
en toch krijg ik stank voor dank.00:15:07
00:15:10
God mag de vijanden van David zwaar straffen...00:15:12
00:15:12
als ik morgenochtend nog één man van hem
in leven heb gelaten.00:15:16
00:15:18
Toen David erachter kwam wat Nabal had gezegd,
werd hij woedend.00:15:23
00:15:23
Onmiddellijk, en zonder Jehovah te raadplegen...00:15:26
00:15:26
zei David tegen zijn mannen
dat ze hun zwaarden moesten pakken.00:15:30
00:15:30
Ze waren van plan om alle mannen
van het huis van Nabal om te brengen.00:15:35
00:15:36
Dat was niet goed.00:15:37
00:15:38
Nabal was een waardeloze man...00:15:40
00:15:40
en David verdiende eigenlijk een vergoeding
voor wat hij voor Nabal had gedaan.00:15:45
00:15:45
Maar het was niet zo
dat hij wettelijk ergens recht op had.00:15:48
00:15:48
En er was al helemaal geen reden
om een mede-Israëliet...00:15:52
00:15:52
en zijn hele huis te vermoorden.00:15:54
00:15:54
Ondertussen zag een van Nabals dienaren
al aankomen...00:15:57
00:15:57
dat dit helemaal uit de hand zou lopen.00:15:59
00:15:59
Moedig vertelde hij aan Nabals vrouw Abigaïl
wat er was gebeurd.00:16:04
00:16:04
Hij ging niet naar Nabal,
die toch niet zou luisteren.00:16:06
00:16:07
Maar bij Abigaïl vond hij een luisterend oor.00:16:11
00:16:11
Ze was een vrouw met inzicht
en ze hield van Jehovah.00:16:15
00:16:15
We weten niet veel over haar achtergrond,
maar het leven met Nabal moet zwaar zijn geweest.00:16:21
00:16:21
Hij was wreed, ondankbaar en arrogant.00:16:25
00:16:25
Misschien zat ze gevangen
in een gearrangeerd huwelijk.00:16:28
00:16:28
Abigaïl zei later tegen David
dat Nabal een dwaas was.00:16:33
00:16:33
Deze geestelijk ingestelde vrouw...00:16:35
00:16:35
zou dat nooit gezegd hebben
als haar man dat niet had verdiend.00:16:38
00:16:39
Het was door zijn gedrag dat ze elk spoortje
van liefde en respect voor hem had verloren.00:16:45
00:16:45
Abigaïl luisterde naar de dienaar
en ze besefte dat ze meteen iets moest doen.00:16:51
00:16:51
Maar wat?
Moest ze met Nabal gaan praten?00:16:56
00:16:56
Nee.
Met hem viel niet te praten.00:17:00
00:17:00
Moest ze vluchten?00:17:03
00:17:03
Als David ook maar een beetje op Nabal had geleken
zou dat waarschijnlijk het beste zijn geweest.00:17:08
00:17:08
Maar Abigaïl wist dat David redelijk was
en dat hij van Jehovah hield.00:17:14
00:17:14
Snel verzamelde ze voedsel
en ging ze op weg om hem te ontmoeten.00:17:18
00:17:18
Laten we verder lezen vanaf 1 Samuël 25:23:00:17:24
00:17:24
Toen Abigaïl David zag,
kwam ze snel van haar ezel af.00:17:28
00:17:29
Ze viel voor David op haar knieën en boog diep.
Aan zijn voeten neergeknield zei ze:00:17:36
00:17:37
Ik neem de schuld op me, mijn heer.00:17:41
00:17:41
Laat uw dienares met u spreken
en luister alstublieft naar mijn woorden.00:17:47
00:17:48
Let alstublieft niet op die waardeloze man,
want hij doet zijn naam eer aan.00:17:54
00:17:54
Hij heet niet voor niets Nabal...00:17:57
00:17:59
hij is een dwaas.00:18:01
00:18:01
Maar ik, uw dienares, heb de jonge mannen
die mijn heer heeft gestuurd, niet gezien.00:18:08
00:18:10
Zo zeker als Jehovah leeft
en zo zeker als u leeft, mijn heer...00:18:14
00:18:14
Jehovah heeft voorkomen dat u bloedschuld
op u laadde en dat u zelf wraak nam.00:18:20
00:18:23
Ik wens dat al uw vijanden en tegenstanders
als Nabal worden.00:18:27
00:18:29
Geef dit geschenk dat uw dienares
voor mijn heer heeft meegenomen...00:18:34
00:18:34
alstublieft aan de jonge mannen die u volgen.00:18:37
00:18:37
Vergeef me alstublieft wat ik verkeerd heb gedaan,
want Jehovah zal uw huis beslist duurzaam maken...00:18:45
00:18:45
omdat mijn heer de oorlogen van Jehovah voert...00:18:49
00:18:49
en er is in uw hele leven
geen slechtheid bij u gevonden.00:18:54
00:18:54
Als iemand u wil achtervolgen en u wil doden,
zal Jehovah, uw God...00:18:59
00:18:59
uw leven beschermen, zoals kostbaarheden
veilig in een buidel worden opgeborgen.00:19:05
00:19:05
Maar het leven van uw vijanden zal hij
wegslingeren als een steen uit een slinger.00:19:12
00:19:12
En wanneer Jehovah alle goede dingen
die hij mijn heer beloofd heeft, laat uitkomen...00:19:18
00:19:18
en hij u als leider over Israël aanstelt...00:19:22
00:19:22
zal uw hart niet gekweld worden
door schuldgevoel...00:19:26
00:19:26
omdat u zonder reden bloed hebt vergoten
en zelf wraak hebt genomen.00:19:31
00:19:33
Wanneer Jehovah u beloont,
denk dan aan uw dienares.00:19:38
00:19:41
Uit Abigaïls woorden...00:19:44
00:19:44
blijkt dat ze een verstandige,
geestelijk ingestelde vrouw was.00:19:48
00:19:48
Hoe ze David benaderde was nederig
en heel respectvol.00:19:52
00:19:52
Maar haar boodschap was duidelijk.00:19:55
00:19:55
Ze zei dat Jehovah haar had gestuurd...00:19:58
00:19:58
om te voorkomen dat David
bloedschuld op zich zou laden...00:20:02
00:20:02
onschuldig bloed zou vergieten, wraak zou nemen...00:20:05
00:20:06
en iets zou doen
waar hij later spijt van zou krijgen...00:20:09
00:20:09
en wat hem de rest van zijn leven
zou achtervolgen.00:20:13
00:20:14
Abigaïl herinnerde David
aan twee belangrijke waarheden:00:20:18
00:20:18
Dat Jehovah het onrecht zou herstellen
en dat het niet goed was om zelf wraak te nemen.00:20:25
00:20:25
Haar verzoek doet denken aan Davids reden
om Sauls leven te sparen in En-Gedi.00:20:31
00:20:31
Misschien wist ze dat David
Sauls leven had gespaard in de grot.00:20:36
00:20:36
Wat was haar boodschap?
Wees geduldig.00:20:40
00:20:40
Laat Jehovah voor de oplossing zorgen,
op zijn tijd en op zijn manier.00:20:46
00:20:47
Hoe reageerde David?
Laten we het lezen vanaf 1 Samuël 25:32.00:20:55
00:20:55
David zei tegen Abigaïl:00:20:58
00:20:58
Ik dank Jehovah, de God van Israël,
dat hij je vandaag naar me toe heeft gestuurd!00:21:05
00:21:05
En laat je verstandigheid gezegend worden.00:21:08
00:21:08
Mag je gezegend worden
omdat je vandaag hebt voorkomen...00:21:11
00:21:11
dat ik bloedschuld op me laadde
door zelf wraak te nemen.00:21:15
00:21:16
Zo zeker als Jehovah, de God van Israël, leeft,
hij heeft voorkomen dat ik je iets aan zou doen.00:21:24
00:21:24
Als jij niet zo snel naar me toe was gekomen...00:21:26
00:21:26
was morgenochtend niet één man van Nabal
nog in leven geweest.00:21:31
00:21:31
Toen aanvaardde David
wat ze voor hem had meegenomen...00:21:34
00:21:34
en hij zei tegen haar:
Ga in vrede terug naar huis.00:21:39
00:21:39
Ik heb naar je geluisterd
en ik zal doen wat je hebt gevraagd.00:21:44
00:21:46
David luisterde.00:21:49
00:21:49
In een samenleving waarin mannen
niet zaten te wachten...00:21:51
00:21:52
op het advies van een vrouw,
was dat opmerkelijk.00:21:56
00:21:56
Maar David luisterde, begreep het,
was het ermee eens en veranderde van gedachte.00:22:03
00:22:03
Misschien stonden Davids mannen al helemaal klaar
om te vechten en te plunderen.00:22:08
00:22:08
Maar David hield ze tegen.00:22:10
00:22:10
Net als David kunnen ook wij soms
op het punt staan om iets doms te doen.00:22:15
00:22:15
Net als David moeten we dan luisteren
naar degenen die ons proberen te corrigeren.00:22:20
00:22:21
Zo’n tien dagen later
zorgde Jehovah ervoor dat Nabal stierf.00:22:26
00:22:26
Later werd Abigaïl de vrouw van David.00:22:30
00:22:30
Terug naar Saul.00:22:32
00:22:32
Hoewel de gebeurtenissen bij de grot
in eerste instantie...00:22:35
00:22:35
een goede uitwerking op hem hadden,
gaf hij de jacht op David niet op.00:22:39
00:22:39
Nu waren David en zijn mannen
in de woestijn van Zif.00:22:44
00:22:44
Voor de tweede keer werd David verraden
door de mannen van Zif...00:22:48
00:22:48
mensen van zijn eigen stam.
Laten we dat lezen in 1 Samuël 26, vanaf vers 2.00:22:56
00:22:58
Onmiddellijk ging Saul met 3000
van de beste strijders van Israël...00:23:02
00:23:02
naar de woestijn van Zif om David te zoeken.00:23:06
00:23:07
Boven op de heuvel Hachi̱la, tegenover Je̱sjimoon,
sloeg Saul langs de weg zijn kamp op.00:23:14
00:23:14
David verbleef op dat moment in de woestijn.00:23:17
00:23:18
Toen hij te horen kreeg
dat Saul achter hem aan gekomen was...00:23:21
00:23:21
stuurde hij verkenners op pad
om uit te zoeken of Saul echt gekomen was.00:23:26
00:23:26
Later ging David naar het kamp van Saul
en zag hij waar Saul...00:23:30
00:23:30
en zijn legeraanvoerder Abner,
de zoon van Ner, lagen te slapen.00:23:34
00:23:34
Saul lag in het kamp
met zijn troepen om zich heen.00:23:38
00:23:38
Toen zei David tegen de Hethiet Achime̱lech
en tegen Abi̱saï...00:23:42
00:23:42
de zoon van Zeru̱ja, de broer van Joab:00:23:44
00:23:44
Wie gaat er met me mee naar het kamp van Saul?00:23:48
00:23:48
Abi̱saï zei:
Ik ga met je mee.00:23:52
00:23:52
Dus gingen David en Abisaï
’s nachts naar de troepen.00:23:56
00:23:57
Saul lag midden in het kamp te slapen,00:23:59
00:23:59
met zijn speer naast zijn hoofd
in de grond gestoken.00:24:03
00:24:03
Abner en de troepen lagen om hem heen.00:24:06
00:24:06
Abisaï zei tegen David:00:24:09
00:24:10
God laat vandaag je vijand in je handen vallen.00:24:13
00:24:13
Laat me hem alsjeblieft één keer
met de speer aan de grond spietsen.00:24:17
00:24:17
Een tweede keer is niet nodig.00:24:20
00:24:22
In de grot was Saul naar David toegekomen.
Dit keer kwam David naar Saul toe.00:24:29
00:24:29
En hij had zijn neef Abisaï meegenomen,
een moedige strijder.00:24:34
00:24:34
Stilletjes slopen ze in het maanlicht
langs de slapende soldaten van Saul...00:24:39
00:24:39
naar de plek waar Saul lag te slapen.00:24:42
00:24:43
Opnieuw, voor de tweede keer,
was Saul aan David overgeleverd.00:24:48
00:24:48
Abisaï wilde Saul met een speer
aan de grond spietsen.00:24:52
00:24:52
Het leek hem logisch om degene die hen zo graag
dood wilde hebben, om te brengen.00:24:58
00:24:58
David hoefde niks te doen.00:25:00
00:25:01
Hij kon later altijd zeggen
dat Abisaï Saul had gedood.00:25:05
00:25:05
Zou David deze kans grijpen om voor eens en altijd
van zijn vijand af te komen?00:25:10
00:25:10
Laten we voor het antwoord
verder lezen vanaf 1 Samuël 26:9.00:25:18
00:25:18
Maar David zei tegen Abisaï:00:25:20
00:25:21
Doe hem geen kwaad, want wie kan zijn hand00:25:24
00:25:24
tegen de gezalfde van Jehovah uitsteken
en onschuldig blijven?00:25:27
00:25:27
David vervolgde:00:25:29
00:25:29
Zo zeker als Jehovah leeft,
ofwel Jehovah zelf zal hem neerslaan...00:25:34
00:25:34
of er komt een dag
waarop hij sterft zoals ieder ander...00:25:37
00:25:37
of hij komt om het leven in de strijd.00:25:40
00:25:40
Jehovah zou het nooit goedkeuren als ik mijn hand
tegen de gezalfde van Jehovah zou uitsteken!00:25:46
00:25:47
Laten we daarom de speer en de waterkruik pakken
die bij zijn hoofd staan en weggaan.00:25:52
00:25:55
David haalde de speer en de waterkruik
bij Sauls hoofd weg, waarna ze weggingen.00:26:00
00:26:00
Niemand had het in de gaten of werd wakker.00:26:03
00:26:04
Iedereen lag te slapen, want Jehovah
had hen in een diepe slaap gebracht.00:26:09
00:26:10
David hield zichzelf niet voor de gek...00:26:13
00:26:13
door te denken dat het oké was
als Abisaï Saul zou doden.00:26:17
00:26:17
Hij liet Jehovah bepalen
wat er met Saul moest gebeuren.00:26:21
00:26:21
Ook dit keer wachtte hij totdat Jehovah
de zaken zou rechtzetten.00:26:26
00:26:26
David dacht na over wat Jehovah in de toekomst
misschien voor hem zou doen...00:26:30
00:26:30
en fluisterde tegen Abisaï dat Saul
misschien wel in de strijd om het leven zou komen.00:26:36
00:26:36
En dat is precies
wat er ruim een jaar later gebeurde.00:26:40
00:26:40
Toen David jarenlang als vluchteling leefde,
had hij veel stress in z’n leven.00:26:45
00:26:46
Maar hij bleef geduldig op Jehovah wachten.00:26:49
00:26:49
En hij deed onder alle omstandigheden
steeds wat hij kon.00:26:52
00:26:52
Toen hij bijvoorbeeld
in een Filistijnse stad woonde...00:26:55
00:26:55
deed hij wat hij kon om Israël te beschermen,
door de vijandelijke volken aan te vallen.00:27:01
00:27:02
Als jij met moeilijkheden te maken hebt...00:27:03
00:27:04
kan ook jij het beste van de situatie maken
door te doen wat je kunt...00:27:08
00:27:08
in het vertrouwen dat Jehovah
op het juiste moment voor verlichting zal zorgen.00:27:14
00:27:14
Uiteindelijk werd David koning
en hij regeerde 40 jaar.00:27:19
00:27:19
Aan het einde van zijn leven schreef hij Psalm 37.00:27:23
00:27:23
Misschien dacht hij tijdens het componeren
van deze psalm wel...00:27:27
00:27:27
aan de drie gebeurtenissen
die we net besproken hebben.00:27:30
00:27:30
Hij schreef over geduld, en hoe belangrijk het is
om op Jehovah te wachten...00:27:35
00:27:36
en over de betrouwbaarheid van Jehovah’s beloftes.00:27:39
00:27:39
In die psalm staat zowel raad
als aanmoediging voor ons.00:27:44
00:27:44
Laten we tot slot die geïnspireerde woorden lezen.00:27:48
00:27:48
Zoek Psalm 37:1-7 eens op.
Ik geef je een momentje.00:27:54
00:27:54
Psalm 37:1-7.00:27:59
00:28:00
Wind je niet op over slechte mensen
en wees niet jaloers op boosdoeners.00:28:06
00:28:06
Ze zullen snel verdorren als gras
en verwelken als groen jong gras.00:28:13
00:28:13
Vertrouw op Jehovah en doe het goede,
verblijf op de aarde en handel trouw.00:28:21
00:28:21
Zoek je grootste vreugde bij Jehovah,
dan zal hij je geven wat je hart verlangt.00:28:28
00:28:28
Vertrouw je weg toe aan Jehovah.
Verlaat je op hem, en hij zal het voor je opnemen.00:28:35
00:28:35
Hij laat je rechtvaardigheid stralen
als het morgenlicht...00:28:39
00:28:40
je gerechtigheid als de middagzon.00:28:43
00:28:43
Wees stil vóór Jehovah en wacht hoopvol op hem.00:28:51
David wachtte op Jehovah
-
David wachtte op Jehovah
Heb jij te maken met spot,
tegenstand of vervolging?
Heb je het gevoel dat er geen uitweg is
en dat je maar weinig kunt doen...
om je omstandigheden te veranderen?
Zo ja, dan ben je niet de enige.
In de Bijbel kunnen we lezen
dat David die dingen ook meemaakte.
En David zelf vertelt ons hoe hij ermee omging.
We lezen zijn woorden in Psalm 62:5:
Rustig wacht ik op God.
Sommige geleerden zeggen dat David
pas 15 was toen hij gezalfd werd tot koning.
Als dat zo was heeft hij 22 jaar moeten wachten
voordat hij koning werd over heel Israël.
In die periode werd hij achternagezeten
door koning Saul die hem wilde doden.
Als gevolg daarvan
moest David als vluchteling leven.
Soms in grotten in de woestijn...
en soms in het buitenland
tussen vijanden van Israël.
David leerde geduldig te zijn
en te wachten op Jehovah.
Laten we drie gebeurtenissen
uit die periode in zijn leven bespreken.
De eerste gebeurtenis vindt plaats
in de woestijn van En-Gedi...
een rotsachtig gebied met veel grotten.
Verteerd door jaloezie en haat
ging koning Saul op zoek naar David...
met de bedoeling hem te doden.
David en zijn mannen verborgen zich
voor hem in een immense grot.
Dat moet allesbehalve comfortabel zijn geweest.
Het was afzien.
Ze moesten op zoek gaan naar voedsel,
brandhout en water.
En daar kwam nog bij dat ze uit het zicht
moesten zien te blijven van hun vijanden.
Toen gebeurde er iets
dat ze niet hadden zien aankomen.
Laten we het lezen.
Zoek alsjeblieft in je bijbel...
1 Samuël hoofdstuk 24 op
en dan lezen we vanaf vers 2.
Ik geef je een momentje.
Dan kun je het opzoeken.
Eén Samuël hoofdstuk 24
en dan lezen we vanaf vers 2.
Toen nam Saul 3000
van de beste mannen van Israël met zich mee...
om David en zijn mannen te zoeken
in het rotsachtige gebied...
waar de steenbokken leven.
Saul kwam bij de stenen schaapskooien
langs de weg.
Daar was een grot, en Saul ging naar binnen
om zijn behoefte te doen.
Maar helemaal achter in de grot
zaten David en zijn mannen.
Davids mannen zeiden tegen hem:
Dit is de dag waarop Jehovah tegen je zegt:
Ik lever je vijand aan je over.
Je kunt met hem doen wat je wilt.
Er waren drieduizend geoefende soldaten
speciaal uitgekozen om David op te sporen.
Kun je je voorstellen hoe verbaasd David
en zijn mannen moeten zijn geweest...
toen Saul helemaal alleen en onbeschermd...
dezelfde grot binnen kwam wandelen
als waar zij waren?
Saul kwam vanuit het felle daglicht.
Dus toen hij de donkere grot inliep,
zag hij niet dat er al anderen in de grot waren.
Maar David en zijn mannen
waren al aan het donker gewend.
Dus in het licht van de ingang van de grot
konden zij Saul wel goed zien.
Nu was Saul kwetsbaar,
volledig aan David overgeleverd.
Was dit het moment om Saul te doden?
Zijn mannen fluisterden van wel.
Het was toch overduidelijk
dat Jehovah Saul aan hem had overgeleverd?
Het was immers Gods wil
dat David Saul zou vervangen als koning.
En David had toch een goede reden
om Saul te doden?
Saul was helemaal losgeslagen.
Hij had priesters in Nob
en de hele stad uitgemoord...
mannen, vrouwen, kinderen en dieren.
En dat alleen maar
omdat de hogepriester Achimelech...
David en zijn mannen brood te eten had gegeven.
Als David Saul gedood zou hebben,
wat zou dat dan betekend hebben?
Bevrijding?
Een eind aan zijn bestaan als vluchteling?
Nooit meer in grotten schuilen?
Onmiddellijk koning worden?
Ongetwijfeld moet dat allemaal
door Davids hoofd zijn geschoten.
Wat zou hij doen?
Wat zou jij gedaan hebben?
Laten we verder lezen vanaf 1 Samuël 24:4.
David stond dus op en sneed stilletjes
een stuk van Sauls mantel af.
Maar Davids hart werd gekweld door schuldgevoel...
omdat hij een stuk
van Sauls mantel had afgesneden.
Hij zei tegen zijn mannen:
Jehovah zou het nooit goedkeuren
als ik mijn heer...
de gezalfde van Jehovah, iets zou aandoen.
Ik kan geen hand tegen hem uitsteken,
want hij is de gezalfde van Jehovah.
Met die woorden
hield David zijn mannen in bedwang...
en hij liet niet toe dat ze Saul aanvielen.
Ondertussen verliet Saul de grot en ging op weg.
David deed niet wat de mannen zeiden.
In plaats daarvan gebruikte hij de situatie
om aan te tonen...
dat hij geen opstandeling was
en dat hij niet uit was op wraak...
ook al had Saul hem oneerlijk
en wreed behandeld.
Daar was zelfbeheersing voor nodig
en daar was geloof voor nodig.
Hij moest erop vertrouwen
dat Jehovah op zijn tijd...
en op zijn manier de zaken zou rechtzetten.
Zijn manier van denken blijkt niet alleen
uit wat hij tegen Saul zei...
maar ook uit wat hij schreef in Psalm 57.
In vers 3 van die Psalm staat:
[Jehovah] zal hulp sturen uit de hemel
en me redden.
Hij zal dwarsbomen wie me aanvalt.
Soms kan het voor ons een uitdaging zijn
om geduldig te zijn...
vooral als we met onrecht te maken krijgen.
Vaak kunnen we niet veel
aan de situatie veranderen.
Maar wat als er zich
een makkelijke uitweg voordoet?
Wees dan net als David, die eerst nadacht
over Jehovah’s kijk op de situatie.
Soms moeten we in actie komen,
maar soms is het het beste om te wachten...
tot Jehovah op zijn tijd de zaken rechtzet.
Laten we eens kijken wat er gebeurde
nadat Saul de grot weer was uitgelopen.
We lezen verder vanaf 1 Samuël 24:8.
Dus vers 8.
Toen stond David op,
liep de grot uit en riep Saul na:
Mijn heer de koning!-David?
Saul keek om en David liet zich
op zijn knieën vallen en boog diep.
David zei tegen Saul:
Waarom luistert u naar mensen die zeggen:
David wil u kwaad doen?
Vandaag hebt u zelf gezien dat Jehovah
u aan mij overleverde in de grot.
Maar toen iemand tegen me zei
dat ik u moest doden...
had ik medelijden met u. Ik zei:
Ik zal geen hand tegen mijn heer uitsteken,
want hij is de gezalfde van Jehovah.
Kijk, mijn vader, in mijn hand
heb ik een stuk van uw mantel.
Toen ik dit stuk afsneed, heb ik u niet gedood.
Daaraan kunt u duidelijk zien dat ik u
geen kwaad wil doen en niet in opstand wil komen.
Ik heb niet tegen u gezondigd, en toch
jaagt u me op en staat u me naar het leven.
Laat Jehovah tussen u en mij oordelen,
en laat Jehovah wraak op u nemen...
maar ik zal geen hand tegen u uitsteken.
Een oud spreekwoord zegt:
van slechte mensen komen slechte daden.
Ik zal u dus niets aandoen.
Wie is de koning van Israël
eigenlijk aan het achtervolgen?
Op wie maakt u jacht?
Op een dode hond? Op een vlo?
Laat Jehovah als rechter tussen u en mij oordelen.
Hij zal mijn zaak onderzoeken en verdedigen.
Hij zal me oordelen en me uit uw handen redden.
Door zich te beheersen,
bewees David dat degenen die beweerden...
dat hij eropuit was Saul iets aan te doen
ongelijk hadden.
Hij had geen vinger naar hem uitgestoken.
Tot twee keer toe had hij tegen Saul gezegd
dat Jehovah als rechter tussen hen zou oordelen.
Hoewel Saul hem zonder reden achternazat
werd David niet grof tegen Saul.
Hij bleef respectvol en nederig,
en zei tegen Saul...
dat hij zou wachten
tot Jehovah de zaken zou rechtzetten.
Wat een krachtige les
voor iedereen die erover hoorde.
Saul was stomverbaasd toen hij erachter kwam
dat David zijn leven had gespaard.
En hij riep: Jehovah zal je belonen
voor wat je vandaag voor me hebt gedaan.
Ik weet heel goed
dat jij als koning zult regeren...
en dat het koningschap over Israël
in jouw handen zal blijven.
Het kan zijn dat eeuwen later
Paulus aan dit voorval dacht...
toen hij de christenen in Rome de raad gaf:
Neem geen wraak.
Blijf het kwade overwinnen door het goede.
Wat we zeggen en doen kan soms
een positief effect hebben op onze tegenstanders.
Saul was diepgeraakt door Davids barmhartigheid,
maar staakte hij zijn pogingen om hem te doden?
We zullen zien.
Door onze onvolmaaktheid
zijn we helaas niet altijd geduldig.
En David was geen uitzondering.
Eén keer was hij zo kwaad
dat hij bijna iets had gedaan...
wat verschrikkelijke gevolgen zou hebben gehad.
Laten we het lezen in 1 Samuël 25.
Dus 1 Samuël 25 vers 1.
1 Samuël 25 en dan vanaf vers 1:
Na verloop van tijd stierf Samuël.
Heel Israël kwam samen om over hem te rouwen,
en hij werd begraven bij zijn huis in Rama.
Toen trok David verder naar de woestijn van Paran.
In Maon was een rijke man
die veel bezittingen in Karmel had.
Hij had 3000 schapen en 1000 geiten.
Hij was naar Karmel gekomen
voor het scheren van zijn schapen.
De man heette Nabal en zijn vrouw Abigaïl.
De vrouw was verstandig en mooi, maar haar man,
een nakomeling van Kaleb, was wreed en onbeschoft.
David kreeg in de woestijn te horen
dat Nabal zijn schapen aan het scheren was.
David stuurde dus tien jonge mannen naar hem toe.
Hij zei tegen ze:
Ga naar Karmel, naar Nabal,
en vraag hem namens mij hoe het met hem gaat.
En jullie moeten zeggen:
Ik wens u een lang leven toe.
Ik hoop dat alles goed gaat met u en uw gezin,
en met alles wat u hebt.
Ik heb gehoord
dat u de schapen aan het scheren bent.
Toen uw herders bij ons waren,
hebben we ze niet lastiggevallen...
en al de tijd dat ze in Karmel waren
is er niets gestolen.
Vraag het maar aan uw jonge mannen.
Zij zullen het bevestigen.
Wees dus goed voor mijn jonge mannen...
vooral omdat we
op een feestelijk moment zijn gekomen.
Geef uw dienaren en uw zoon David
alstublieft wat u missen kunt.
Davids jonge mannen gingen naar Nabal
en zeiden dat tegen hem uit naam van David.
Toen ze uitgesproken waren, antwoordde Nabal:
Wie is David? Wie is die zoon van Isaï?
Je hebt tegenwoordig zo veel slaven
die bij hun meester weglopen.
Moet ik mijn brood, mijn water...
en het vlees dat ik voor mijn scheerders
heb geslacht zomaar weggeven?
Ik weet niet eens waar jullie vandaan komen!
De tijd waarin de schapen werden geschoren
was altijd een heel feestelijke periode.
En Nabal had reden om feest te vieren.
Hij had heel veel schapen en Davids mannen
hadden die beschermd tegen roversbenden.
Het was gebruikelijk om dan je waardering
en je dankbaarheid te tonen.
Maar toen Davids mannen
beleefd om voedsel vroegen...
wees Nabal dat verzoek niet alleen af...
hij slingerde allerlei scheldwoorden
naar hun hoofd.
Laten we kijken hoe David hierop reageerde.
We lezen verder in 1 Samuël 25 vanaf vers 12.
De jonge mannen gingen terug naar David
en vertelden hem alles.
Meteen zei David tegen zijn mannen:
Pak je zwaard!
Ze namen dus allemaal hun zwaard
en ook David gordde zijn zwaard om.
Zo’n 400 mannen gingen met David mee,
terwijl er 200 bij de uitrusting achterbleven.
Intussen vertelde een van de dienaren
aan Abi̱gaïl, Na̱bals vrouw:
David heeft uit de woestijn mannen gestuurd
om onze meester het beste te wensen...
maar hij heeft ze uitgescholden.
-Oh, nee.
Davids mannen zijn heel goed voor ons geweest.
Ze hebben ons niet lastiggevallen,
en al de tijd dat we met hen in de velden waren...
is er niets gestolen.
Ze waren als een sterke muur om ons heen.
Al de tijd dat we in hun buurt de schapen hoedden,
hebben ze ons dag en nacht beschermd.
U moet iets doen, anders wordt dit nog
de ondergang van onze meester en zijn hele huis.
Want hij is een waardeloze man,
en er valt niet met hem te praten.
Abi̱gaïl nam snel 200 broden,
twee grote kruiken wijn...
vijf geslachte schapen,
vijf sea geroosterd graan...
100 rozijnenkoeken
en 200 koeken van samengeperste vijgen...
en laadde alles op de ezels.
Toen zei ze tegen haar dienaren:
Ga voor me uit, dan kom ik achter jullie aan.
Maar ze zei niets tegen haar man Na̱bal.
Ze ging op een ezel naar beneden terwijl ze
door de berg aan het zicht onttrokken werd.
Op hetzelfde moment kwamen David
en zijn mannen eraan, en ze ontmoetten elkaar.
David had gezegd:
Heb ik daarvoor het bezit
van die man beschermd in de woestijn?
Er is helemaal niets van hem gestolen
en toch krijg ik stank voor dank.
God mag de vijanden van David zwaar straffen...
als ik morgenochtend nog één man van hem
in leven heb gelaten.
Toen David erachter kwam wat Nabal had gezegd,
werd hij woedend.
Onmiddellijk, en zonder Jehovah te raadplegen...
zei David tegen zijn mannen
dat ze hun zwaarden moesten pakken.
Ze waren van plan om alle mannen
van het huis van Nabal om te brengen.
Dat was niet goed.
Nabal was een waardeloze man...
en David verdiende eigenlijk een vergoeding
voor wat hij voor Nabal had gedaan.
Maar het was niet zo
dat hij wettelijk ergens recht op had.
En er was al helemaal geen reden
om een mede-Israëliet...
en zijn hele huis te vermoorden.
Ondertussen zag een van Nabals dienaren
al aankomen...
dat dit helemaal uit de hand zou lopen.
Moedig vertelde hij aan Nabals vrouw Abigaïl
wat er was gebeurd.
Hij ging niet naar Nabal,
die toch niet zou luisteren.
Maar bij Abigaïl vond hij een luisterend oor.
Ze was een vrouw met inzicht
en ze hield van Jehovah.
We weten niet veel over haar achtergrond,
maar het leven met Nabal moet zwaar zijn geweest.
Hij was wreed, ondankbaar en arrogant.
Misschien zat ze gevangen
in een gearrangeerd huwelijk.
Abigaïl zei later tegen David
dat Nabal een dwaas was.
Deze geestelijk ingestelde vrouw...
zou dat nooit gezegd hebben
als haar man dat niet had verdiend.
Het was door zijn gedrag dat ze elk spoortje
van liefde en respect voor hem had verloren.
Abigaïl luisterde naar de dienaar
en ze besefte dat ze meteen iets moest doen.
Maar wat?
Moest ze met Nabal gaan praten?
Nee.
Met hem viel niet te praten.
Moest ze vluchten?
Als David ook maar een beetje op Nabal had geleken
zou dat waarschijnlijk het beste zijn geweest.
Maar Abigaïl wist dat David redelijk was
en dat hij van Jehovah hield.
Snel verzamelde ze voedsel
en ging ze op weg om hem te ontmoeten.
Laten we verder lezen vanaf 1 Samuël 25:23:
Toen Abigaïl David zag,
kwam ze snel van haar ezel af.
Ze viel voor David op haar knieën en boog diep.
Aan zijn voeten neergeknield zei ze:
Ik neem de schuld op me, mijn heer.
Laat uw dienares met u spreken
en luister alstublieft naar mijn woorden.
Let alstublieft niet op die waardeloze man,
want hij doet zijn naam eer aan.
Hij heet niet voor niets Nabal...
hij is een dwaas.
Maar ik, uw dienares, heb de jonge mannen
die mijn heer heeft gestuurd, niet gezien.
Zo zeker als Jehovah leeft
en zo zeker als u leeft, mijn heer...
Jehovah heeft voorkomen dat u bloedschuld
op u laadde en dat u zelf wraak nam.
Ik wens dat al uw vijanden en tegenstanders
als Nabal worden.
Geef dit geschenk dat uw dienares
voor mijn heer heeft meegenomen...
alstublieft aan de jonge mannen die u volgen.
Vergeef me alstublieft wat ik verkeerd heb gedaan,
want Jehovah zal uw huis beslist duurzaam maken...
omdat mijn heer de oorlogen van Jehovah voert...
en er is in uw hele leven
geen slechtheid bij u gevonden.
Als iemand u wil achtervolgen en u wil doden,
zal Jehovah, uw God...
uw leven beschermen, zoals kostbaarheden
veilig in een buidel worden opgeborgen.
Maar het leven van uw vijanden zal hij
wegslingeren als een steen uit een slinger.
En wanneer Jehovah alle goede dingen
die hij mijn heer beloofd heeft, laat uitkomen...
en hij u als leider over Israël aanstelt...
zal uw hart niet gekweld worden
door schuldgevoel...
omdat u zonder reden bloed hebt vergoten
en zelf wraak hebt genomen.
Wanneer Jehovah u beloont,
denk dan aan uw dienares.
Uit Abigaïls woorden...
blijkt dat ze een verstandige,
geestelijk ingestelde vrouw was.
Hoe ze David benaderde was nederig
en heel respectvol.
Maar haar boodschap was duidelijk.
Ze zei dat Jehovah haar had gestuurd...
om te voorkomen dat David
bloedschuld op zich zou laden...
onschuldig bloed zou vergieten, wraak zou nemen...
en iets zou doen
waar hij later spijt van zou krijgen...
en wat hem de rest van zijn leven
zou achtervolgen.
Abigaïl herinnerde David
aan twee belangrijke waarheden:
Dat Jehovah het onrecht zou herstellen
en dat het niet goed was om zelf wraak te nemen.
Haar verzoek doet denken aan Davids reden
om Sauls leven te sparen in En-Gedi.
Misschien wist ze dat David
Sauls leven had gespaard in de grot.
Wat was haar boodschap?
Wees geduldig.
Laat Jehovah voor de oplossing zorgen,
op zijn tijd en op zijn manier.
Hoe reageerde David?
Laten we het lezen vanaf 1 Samuël 25:32.
David zei tegen Abigaïl:
Ik dank Jehovah, de God van Israël,
dat hij je vandaag naar me toe heeft gestuurd!
En laat je verstandigheid gezegend worden.
Mag je gezegend worden
omdat je vandaag hebt voorkomen...
dat ik bloedschuld op me laadde
door zelf wraak te nemen.
Zo zeker als Jehovah, de God van Israël, leeft,
hij heeft voorkomen dat ik je iets aan zou doen.
Als jij niet zo snel naar me toe was gekomen...
was morgenochtend niet één man van Nabal
nog in leven geweest.
Toen aanvaardde David
wat ze voor hem had meegenomen...
en hij zei tegen haar:
Ga in vrede terug naar huis.
Ik heb naar je geluisterd
en ik zal doen wat je hebt gevraagd.
David luisterde.
In een samenleving waarin mannen
niet zaten te wachten...
op het advies van een vrouw,
was dat opmerkelijk.
Maar David luisterde, begreep het,
was het ermee eens en veranderde van gedachte.
Misschien stonden Davids mannen al helemaal klaar
om te vechten en te plunderen.
Maar David hield ze tegen.
Net als David kunnen ook wij soms
op het punt staan om iets doms te doen.
Net als David moeten we dan luisteren
naar degenen die ons proberen te corrigeren.
Zo’n tien dagen later
zorgde Jehovah ervoor dat Nabal stierf.
Later werd Abigaïl de vrouw van David.
Terug naar Saul.
Hoewel de gebeurtenissen bij de grot
in eerste instantie...
een goede uitwerking op hem hadden,
gaf hij de jacht op David niet op.
Nu waren David en zijn mannen
in de woestijn van Zif.
Voor de tweede keer werd David verraden
door de mannen van Zif...
mensen van zijn eigen stam.
Laten we dat lezen in 1 Samuël 26, vanaf vers 2.
Onmiddellijk ging Saul met 3000
van de beste strijders van Israël...
naar de woestijn van Zif om David te zoeken.
Boven op de heuvel Hachi̱la, tegenover Je̱sjimoon,
sloeg Saul langs de weg zijn kamp op.
David verbleef op dat moment in de woestijn.
Toen hij te horen kreeg
dat Saul achter hem aan gekomen was...
stuurde hij verkenners op pad
om uit te zoeken of Saul echt gekomen was.
Later ging David naar het kamp van Saul
en zag hij waar Saul...
en zijn legeraanvoerder Abner,
de zoon van Ner, lagen te slapen.
Saul lag in het kamp
met zijn troepen om zich heen.
Toen zei David tegen de Hethiet Achime̱lech
en tegen Abi̱saï...
de zoon van Zeru̱ja, de broer van Joab:
Wie gaat er met me mee naar het kamp van Saul?
Abi̱saï zei:
Ik ga met je mee.
Dus gingen David en Abisaï
’s nachts naar de troepen.
Saul lag midden in het kamp te slapen,
met zijn speer naast zijn hoofd
in de grond gestoken.
Abner en de troepen lagen om hem heen.
Abisaï zei tegen David:
God laat vandaag je vijand in je handen vallen.
Laat me hem alsjeblieft één keer
met de speer aan de grond spietsen.
Een tweede keer is niet nodig.
In de grot was Saul naar David toegekomen.
Dit keer kwam David naar Saul toe.
En hij had zijn neef Abisaï meegenomen,
een moedige strijder.
Stilletjes slopen ze in het maanlicht
langs de slapende soldaten van Saul...
naar de plek waar Saul lag te slapen.
Opnieuw, voor de tweede keer,
was Saul aan David overgeleverd.
Abisaï wilde Saul met een speer
aan de grond spietsen.
Het leek hem logisch om degene die hen zo graag
dood wilde hebben, om te brengen.
David hoefde niks te doen.
Hij kon later altijd zeggen
dat Abisaï Saul had gedood.
Zou David deze kans grijpen om voor eens en altijd
van zijn vijand af te komen?
Laten we voor het antwoord
verder lezen vanaf 1 Samuël 26:9.
Maar David zei tegen Abisaï:
Doe hem geen kwaad, want wie kan zijn hand
tegen de gezalfde van Jehovah uitsteken
en onschuldig blijven?
David vervolgde:
Zo zeker als Jehovah leeft,
ofwel Jehovah zelf zal hem neerslaan...
of er komt een dag
waarop hij sterft zoals ieder ander...
of hij komt om het leven in de strijd.
Jehovah zou het nooit goedkeuren als ik mijn hand
tegen de gezalfde van Jehovah zou uitsteken!
Laten we daarom de speer en de waterkruik pakken
die bij zijn hoofd staan en weggaan.
David haalde de speer en de waterkruik
bij Sauls hoofd weg, waarna ze weggingen.
Niemand had het in de gaten of werd wakker.
Iedereen lag te slapen, want Jehovah
had hen in een diepe slaap gebracht.
David hield zichzelf niet voor de gek...
door te denken dat het oké was
als Abisaï Saul zou doden.
Hij liet Jehovah bepalen
wat er met Saul moest gebeuren.
Ook dit keer wachtte hij totdat Jehovah
de zaken zou rechtzetten.
David dacht na over wat Jehovah in de toekomst
misschien voor hem zou doen...
en fluisterde tegen Abisaï dat Saul
misschien wel in de strijd om het leven zou komen.
En dat is precies
wat er ruim een jaar later gebeurde.
Toen David jarenlang als vluchteling leefde,
had hij veel stress in z’n leven.
Maar hij bleef geduldig op Jehovah wachten.
En hij deed onder alle omstandigheden
steeds wat hij kon.
Toen hij bijvoorbeeld
in een Filistijnse stad woonde...
deed hij wat hij kon om Israël te beschermen,
door de vijandelijke volken aan te vallen.
Als jij met moeilijkheden te maken hebt...
kan ook jij het beste van de situatie maken
door te doen wat je kunt...
in het vertrouwen dat Jehovah
op het juiste moment voor verlichting zal zorgen.
Uiteindelijk werd David koning
en hij regeerde 40 jaar.
Aan het einde van zijn leven schreef hij Psalm 37.
Misschien dacht hij tijdens het componeren
van deze psalm wel...
aan de drie gebeurtenissen
die we net besproken hebben.
Hij schreef over geduld, en hoe belangrijk het is
om op Jehovah te wachten...
en over de betrouwbaarheid van Jehovah’s beloftes.
In die psalm staat zowel raad
als aanmoediging voor ons.
Laten we tot slot die geïnspireerde woorden lezen.
Zoek Psalm 37:1-7 eens op.
Ik geef je een momentje.
Psalm 37:1-7.
Wind je niet op over slechte mensen
en wees niet jaloers op boosdoeners.
Ze zullen snel verdorren als gras
en verwelken als groen jong gras.
Vertrouw op Jehovah en doe het goede,
verblijf op de aarde en handel trouw.
Zoek je grootste vreugde bij Jehovah,
dan zal hij je geven wat je hart verlangt.
Vertrouw je weg toe aan Jehovah.
Verlaat je op hem, en hij zal het voor je opnemen.
Hij laat je rechtvaardigheid stralen
als het morgenlicht...
je gerechtigheid als de middagzon.
Wees stil vóór Jehovah en wacht hoopvol op hem.
-