00:00:09
Het was nu tisjri, het begin van een maand vol feesten.00:00:15
00:00:15
We hadden net de muur van Jehovah’s grote stad herbouwd.00:00:20
00:00:20
Nu was het tijd om te bouwen aan de geestelijke instelling van z’n uitverkoren volk.00:00:25
00:00:27
Velen kenden Gods wet niet.00:00:29
00:00:30
Wie kon ons beter helpen dan een man die al vóór mij was teruggekeerd: Ezra?00:00:37
00:00:42
Hij en andere Levieten lazen voor uit de wet van Mozes.00:00:47
00:00:50
Ze lazen die niet alleen voor maar legden ook de betekenis ervan uit.00:00:56
00:00:56
Als volk begonnen we te begrijpen hoe erg we Jehovah hadden teleurgesteld...00:01:01
00:01:02
door op de sabbat te werken, kreupele slachtoffers te brengen...00:01:06
00:01:06
en van onze vrouwen te scheiden om met buitenlandse vrouwen te trouwen.00:01:11
00:01:12
Het kwam hard aan...00:01:14
00:01:15
maar door Gods wet te lezen, leerden we om weer Jehovah’s volk te worden.00:01:19
00:01:19
Wees niet somber, huil niet.00:01:22
00:01:22
Nu je weet wat God afkeurt, kun je doen wat hij goedkeurt.00:01:28
00:01:28
Ga dus. Eet het beste voedsel en drink iets zoets...00:01:33
00:01:33
en deel met wie niets heeft klaargemaakt.00:01:36
00:01:36
En wees niet bedroefd...00:01:38
00:01:39
want de vreugde van Jehovah is jullie vesting.00:01:43
00:01:48
We volgden Jehovah’s instructies over het vieren van het Loofhuttenfeest.00:01:53
00:02:08
Dagenlang verheugden we ons en dankten we Jehovah voor z’n zegen.00:02:14
00:02:15
Op de 24ste dag kwamen we bij elkaar om Gods wet te lezen...00:02:20
00:02:21
onze zonden te bekennen...00:02:24
00:02:25
en te huilen over onze overtredingen.00:02:28
00:02:35
We gingen een bindende overeenkomst aan die we op schrift stelden.00:02:41
00:02:55
We waren vastbesloten om ons aan Jehovah’s wet te houden.00:02:59
00:02:59
Amen.00:03:03
00:03:05
Maar sommigen vergaten hun belofte al gauw.00:03:08
00:03:08
Peleth.00:03:11
00:03:11
Raham.00:03:13
00:03:16
Hier is onze huur.00:03:18
00:03:18
Doe maar in een zak.
Die mand is lastig te dragen.00:03:21
00:03:24
Heb je gehoord van Nehemia’s plan?00:03:27
00:03:27
Bedoel je het plan om Jeruzalem te bevolken?00:03:30
00:03:30
Ja, het belachelijke plan om families te dwingen in de stad te wonen...00:03:33
00:03:33
1 op de 10 door het lot.00:03:36
00:03:37
Ja, ik hoorde ’t.
-En ik ben weer gekozen.00:03:40
00:03:40
Waarom ik? Weet hij niet wat dat inhoudt voor mensen zoals ik?00:03:45
00:03:46
O.00:03:47
00:03:48
En wanneer moet je weg?00:03:50
00:03:51
Weg? Ik ga nergens heen.00:03:54
00:03:54
Ik mag zelf weten waar ik woon, en jij ook.00:03:57
00:03:57
Ik ben niet gekozen.
-Nog niet, bedoel je.00:04:00
00:04:00
Als het zover is, moet je ook weigeren te verhuizen.00:04:03
00:04:06
Raham...00:04:07
00:04:09
de koning heeft Nehemia gestuurd om de stad te herbouwen.00:04:13
00:04:15
Nehemia is de gouverneur.
-Gouverneurs komen, gouverneurs gaan.00:04:18
00:04:19
De koning verwacht Nehemia terug. En dan wordt alles weer zoals het was.00:04:23
00:04:23
Zelfs als Nehemia teruggaat, is Jehovah hier nog altijd.00:04:29
00:04:29
Hij wil dat Jeruzalem weer bewoond wordt.00:04:32
00:04:32
Geloof je dat niet?00:04:34
00:04:34
Dus jij kiest de kant van Nehemia? Hoe kun je zo ondankbaar zijn?00:04:40
00:04:42
Raham.00:04:44
00:04:46
Je huur.00:04:48
00:05:00
Wat is er aan de hand?00:05:01
00:05:01
Hij weigert om te verhuizen naar Jeruzalem.00:05:05
00:05:09
En hij wil dat wij hem steunen.
-Wat heb je gezegd?00:05:12
00:05:13
Ik zei dat Nehemia Jehovah’s wil doet.00:05:18
00:05:18
Raham begrijpt niet hoe gelukkig hij zou kunnen zijn...00:05:21
00:05:21
als hij gewoon Jehovah’s leiding volgde.00:05:25
00:05:27
Dus wij verhuizen als we gekozen worden?00:05:31
00:05:32
Ja.00:05:33
00:05:35
Ik wil liever als Nehemia zijn dan als Raham.00:05:40
00:05:40
Mee eens?
-Ja.00:05:43
00:05:43
Ik ook.00:05:44
00:05:51
Bij de inwijding van de muren...00:05:54
00:05:54
werd de stad Jeruzalem gevuld met onze lof- en dankliederen voor God.00:05:59
00:06:04
Onze vreugde was tot in de wijde omtrek te horen.00:06:08
00:06:11
Toen ik later terug was bij de koning, dacht ik nog vaak aan die dag.00:06:16
00:06:16
Als ik toen had geweten wat ik nu weet, zou ik nooit weg zijn gegaan.00:06:22
00:06:33
Jehovah liet een boodschapper opstaan...00:06:35
00:06:35
die optekende wat er in Jeruzalem gebeurde tijdens m’n afwezigheid.00:06:40
00:06:41
Z’n naam was Maleachi.00:06:44
00:06:47
Hoewel Tobia geen Jood was, was hij toch in de tempel te vinden.00:06:52
00:06:52
Eljasib.00:06:53
00:06:54
Tobia.00:06:57
00:06:57
Hij gebruikte z’n Joodse familiebanden om te profiteren van de andere Joden.00:07:02
00:07:02
Wat brengt jou hier? Da’s lang geleden.00:07:04
00:07:04
Ik wou je gewoon even zien. O, en ik had een kleinigheidje.00:07:09
00:07:11
Tobia, je bent altijd zo vrijgevig.
-Het stelt niet veel voor.00:07:16
00:07:18
Kan ik iets voor jou doen?00:07:19
00:07:19
Nu je het vraagt, er is wel een dingetje.
-Zeg maar. Wat kan ik voor je doen?00:07:26
00:07:26
Even over de familie.00:07:29
00:07:29
Als onze familie, van jou en van mij, uit Samaria op bezoek komt...00:07:33
00:07:33
zou het mooi zijn als we een ruimte hadden om te eten.00:07:37
00:07:37
Hier in de tempel bedoel ik dus.00:07:40
00:07:40
Want zij aanbidden Jehovah ook.00:07:42
00:07:43
Vaak.00:07:44
00:07:45
Nou ja, soms.00:07:47
00:07:48
Een kamer in de tempel? Maar je weet dat ik dat niet kan doen.00:07:53
00:07:53
Ik bedoel, alle kamers zijn in gebruik.00:07:56
00:07:56
Allemaal? Sommige zijn toch gewoon voorraadkamers?00:08:00
00:08:00
Maar dat zijn voorraden voor de Levieten.00:08:03
00:08:04
Kun je er niet één voor me leegmaken? Eentje maar? Eén is genoeg.00:08:09
00:08:10
Maar wat zal Nehemia daarvan vinden?00:08:13
00:08:13
Wat maakt het uit? Nehemia is ver weg, in Susan.00:08:18
00:08:18
Maar wat als hij erachter komt?00:08:19
00:08:20
Wie gaat het hem zeggen? Ga jij het zeggen?00:08:23
00:08:23
Nee, maar...
-Waar maak je je dan druk om?00:08:26
00:08:40
Onze hogepriester heeft Tobia weer z’n zin gegeven.00:08:43
00:08:45
Waar zal ik dit graan leggen?
-Hier is nog plaats. Voorzichtig.00:08:49
00:08:52
Kijk eens wie we daar hebben.00:08:54
00:08:57
Kun je een beetje opschieten?00:09:00
00:09:02
Dan kunnen we de tafel hier zetten en de stoelen een beetje langs de muur.00:09:07
00:09:07
Tobia, en onze voorraden dan? Waar moeten we die nu opslaan?00:09:11
00:09:11
Dat moet jij weten. Dat is jouw probleem.00:09:14
00:09:15
Nou, een beetje tempo. Loop eens door.00:09:18
00:09:19
Oké, dus hier kunnen we uitladen.00:09:21
00:09:26
Hoe kon Eljasib iemand een kamer voor eigen gebruik geven, laat staan Tobia?00:09:33
00:09:33
Na alles wat Nehemia heeft gedaan om de heiligheid van de tempel te bewaren.00:09:38
00:09:38
De meesten geven toch al geen tienden meer.00:09:40
00:09:40
Als we willen eten, moeten we het van onze eigen kudden en velden hebben.00:09:44
00:09:45
Het heeft geen zin om God te dienen.00:09:47
00:09:47
Broeders.00:09:49
00:09:50
Hun gedrag mag niet onze vreugde wegnemen.00:09:52
00:09:52
Waarom niet? Welk nut heeft de dienst voor Jehovah gehad?00:09:56
00:09:56
Ja, en zegt de Schrift niet: Zorg goed voor je schapen?00:10:01
00:10:03
Er staat ook: Wie betrouwbaar is krijgt veel zegeningen.00:10:07
00:10:07
We moeten op Jehovah wachten. Hij zal uiteindelijk alles rechtzetten.00:10:13
00:10:15
Maleachi zag hoever het volk was afgedwaald.00:10:19
00:10:19
De Levieten, eens de trotse voorvechters van Jehovah’s normen...00:10:24
00:10:24
vroegen zich nu af of hun dienst wel waarde had.00:10:28
00:10:54
Jongeman, waarom offer je geen schaap?00:10:59
00:10:59
Hoe groter het offer, hoe groter de zegeningen.00:11:04
00:11:04
Trouwens, je moet ook een beetje indruk maken op je buren, hè?00:11:09
00:11:10
Bedankt. Ik heb al een offer.
-Ja, maar kijk.00:11:14
00:11:14
Je lijkt me een aardige jongen.00:11:17
00:11:17
Ik maak voor jou een speciaal prijsje, niet veel meer dan je voor die duiven hebt betaald.00:11:22
00:11:22
Kom eens kijken.00:11:24
00:11:25
Dat schaap is blind. Kijk eens hoe het loopt.00:11:28
00:11:28
Ja, maar dat is heel normaal voor dit ras.00:11:33
00:11:33
Volgens Gods wet mag je geen blind, kreupel of ziek dier offeren.00:11:37
00:11:37
Als ik ooit een schaap kan betalen, wordt het een schaap zonder gebreken.00:11:40
00:11:40
Betaal niet te veel.00:11:42
00:11:42
Het is een mooi schaap voor een mooi prijsje.00:11:47
00:11:47
Trouwens, het is maar een traditie.00:11:49
00:11:53
De tempeldiensten zijn niet meer wat ze geweest zijn.00:11:56
00:11:56
Alsof ze niet eens meer aan Jehovah denken.00:11:59
00:12:03
Azuba?00:12:05
00:12:05
Wat is er?00:12:07
00:12:08
Azuba, wat is er gebeurd?00:12:11
00:12:12
Hoe is het met Raham?00:12:14
00:12:23
Een echtscheidingsakte?00:12:26
00:12:26
Ik heb geprobeerd een goede vrouw te zijn, maar dat was niet genoeg.00:12:32
00:12:36
Raham heeft me weggestuurd.00:12:38
00:12:38
Wees niet bang. Je kunt hier wonen, bij ons.00:12:42
00:12:42
Dan delen we alles.00:12:45
00:12:45
O, God. Het is allemaal mijn schuld.00:12:48
00:12:48
Dat moet je niet denken.00:12:50
00:12:50
Ik kon hem geen kinderen geven.00:12:54
00:12:54
Kinderen of geen kinderen, het huwelijk is heilig.00:12:59
00:12:59
Vertrouw op Jehovah. Hij zal je nooit wegsturen.00:13:03
00:13:09
Dankjewel.00:13:11
00:13:36
Raham. We hadden bezoek gisteren.00:13:41
00:13:43
Het was je vrouw.00:13:45
00:13:48
Of moet ik zeggen ex-vrouw?00:13:50
00:13:53
Raham, doet het je niks dat je haar zo hebt gekwetst? Hoe kun je zo wreed zijn?00:13:57
00:13:58
Mozes zei: Als je iets onbehoorlijks bij je vrouw ontdekt...00:14:01
00:14:01
moet je haar een echtscheidingsakte geven en haar wegsturen.00:14:05
00:14:05
Mij geen kinderen geven, vind ik onbehoorlijk.00:14:09
00:14:09
Trouwens, ik ben haar zat. Ik trouw vandaag met Gizla.00:14:13
00:14:13
Gizla? Dat Moabitische meisje?00:14:17
00:14:17
Ik was erbij toen je je verplichtte geen vrouw uit de volken te nemen.00:14:22
00:14:23
Gods wet zegt: Ze zullen je zonen van mij afkeren zodat ze andere goden gaan aanbidden.00:14:28
00:14:28
Dan zal Jehovah’s woede tegen jullie oplaaien.
-Wie ben jij om mij raad te geven?00:14:32
00:14:32
Elke man moet op zoek naar z’n eigen vreugde, en dat is wat ik nu doe.00:14:37
00:14:37
Raham.00:14:39
00:14:39
Alleen Jehovah kan je ware vreugde geven.00:14:41
00:14:41
Denk je echt dat je jezelf meer vreugde kan geven dan hij?00:14:45
00:15:06
Jehovah, waarom zijn we elkaar niet trouw en ontheiligen we uw verbond?00:15:15
00:15:25
Maleachi.00:15:26
00:15:28
Zeg tegen de priesters die mijn naam minachten:00:15:33
00:15:33
Een zoon eert z’n vader en een dienaar z’n meester.00:15:38
00:15:38
Als ik een vader ben, waar is dan de eer die ik verdien?00:15:43
00:15:44
En als ik een meester ben, waar is dan het ontzag dat ik verdien?00:15:49
00:15:59
Hé.00:16:00
00:16:01
Hé vriend, ik zie dat je geen offer hebt.00:16:04
00:16:29
Waarom minachten jullie Jehovah’s naam?
-Minachten? Hoezo?00:16:34
00:16:34
Jullie offeren een blind, kreupel of ziek dier en zeggen dat het niet erg is.00:16:41
00:16:41
Moet Jehovah dat aannemen?
-Als het vlees eenmaal in de pot zit...00:16:45
00:16:45
merkt niemand of het kreupel was.00:16:47
00:16:47
En Jehovah dan? Merkt hij het verschil?00:16:50
00:16:50
Op een dag komt Jehovah naar z’n tempel. Hij zal de zonen van Levi reinigen met vuur.00:16:56
00:16:56
Maleachi, wat is dat met jou?00:16:58
00:16:58
Waarom ben je de enige die klaagt terwijl de rest het goedvindt?00:17:02
00:17:05
Priesters, als jullie weigeren te luisteren, zegt Jehovah...00:17:08
00:17:08
dan zal ik de vloek over jullie laten komen en jullie zegeningen veranderen in vervloekingen.00:17:14
00:17:14
Kom terug bij mij, dan kom ik terug bij jullie, zegt Jehovah.00:17:20
00:17:20
Hoe moeten we dan terugkomen?00:17:22
00:17:22
Mag een mens God beroven?00:17:26
00:17:26
Maar jullie beroven mij, zegt Jehovah.
-Hoe hebben we hem beroofd?00:17:29
00:17:29
Jullie beroven mij van de tienden en de bijdragen. Het hele volk doet dat, zegt Jehovah.00:17:35
00:17:35
Breng alle tienden in de voorraadruimte, zodat er voedsel in m’n huis is.00:17:40
00:17:40
Stel me alsjeblieft op de proef en zie of ik niet de sluizen van de hemel open...00:17:45
00:17:45
en een zegen over jullie uitgiet tot er geen gebrek meer is.00:17:50
00:17:51
Er is nog iets waardoor hij niet ingenomen is met ook maar iets wat jullie offeren.00:17:55
00:17:55
Wat dan?00:17:57
00:17:57
Je hebt de vrouw van je jeugd verraden, ook al is ze je partner en je wettige vrouw.00:18:03
00:18:03
Sommigen doen dat niet, omdat ze hebben wat er overblijft van de geest.00:18:08
00:18:08
Houd je geest dus in bedwang...00:18:11
00:18:13
en behandel de vrouw van je jeugd niet trouweloos.00:18:16
00:18:16
Want ik haat echtscheiding, zegt Jehovah, de God van Israël.00:18:20
00:18:20
De lippen van een priester moeten kennis bewaren...00:18:23
00:18:23
en uit zijn mond moeten mensen de wet zoeken.00:18:27
00:18:27
Maar jullie hebben velen laten struikelen.00:18:32
00:18:40
Jehovah’s boodschap onthulde dat het probleem in hun hart zat.00:18:44
00:18:46
Ondanks dat zocht Maleachi naar degenen die vreugde vonden in het doen van het goede.00:18:51
00:19:01
Peleth.00:19:02
00:19:03
Maleachi.
-Hoe gaat het?00:19:06
00:19:06
Azuba, geef de moed niet op.00:19:09
00:19:09
Jullie zullen het verschil weer zien tussen een rechtvaardige en een slechte...00:19:14
00:19:14
tussen iemand die God dient en iemand die hem niet dient.00:19:17
00:19:17
Je bent vast een profeet.00:19:20
00:19:20
Ik dien Jehovah, net als jullie.00:19:22
00:19:22
En als jullie met elkaar spreken over Jehovah, luistert hij.00:19:27
00:19:28
Er wordt in zijn aanwezigheid een gedenkboek geschreven...00:19:31
00:19:31
voor wie ontzag voor hem heeft en over zijn naam mediteert.00:19:35
00:19:37
Mag Jehovah met jullie zijn.00:19:40
00:19:52
Ik was jarenlang weg uit Jeruzalem, maar m’n hart lag nog altijd bij m’n volk.00:19:59
00:19:59
Ik vroeg toestemming om terug te gaan.00:20:02
00:20:02
Wat ik daar aantrof, schokte me.00:20:07
00:20:07
Eljasib. Vrede zij met je.00:20:11
00:20:11
Nehemia. Ik verwachtte niet dat eh...00:20:15
00:20:15
Waar zijn alle Levieten en de zangers?
-Sommigen zijn weg, momenteel.00:20:20
00:20:20
Weg? Waarom zijn ze weg?00:20:23
00:20:25
Pedaja is er wel. Pedaja, leid jij de gouverneur even rond?00:20:31
00:20:34
Neem me niet kwalijk.
-Natuurlijk.00:20:38
00:20:43
Pedaja, hoe gaat het met de tempeldiensten? Hebben jullie alles wat jullie nodig hebben?00:20:48
00:20:48
Gouverneur Nehemia, we hebben bijna niets meer.
-Hoe kan dat?00:20:52
00:20:52
De priesters en de Levieten nemen hun taken allang niet meer serieus.00:20:57
00:20:57
Toen het volk dat zag, brachten ze geen tienden meer.00:21:00
00:21:00
Zonder tienden moesten de meeste Levieten en zangers terug naar hun velden.00:21:05
00:21:05
Waarom ben jij niet teruggegaan?00:21:08
00:21:08
Mijn heer, ik red het wel.00:21:10
00:21:10
Ik weet dat Jehovah altijd degenen helpt die op hem vertrouwen.00:21:15
00:21:15
Hij zal op zijn tijd de dingen rechtzetten.00:21:18
00:21:18
Heeft Eljasib het volk niet gezegd jullie van voedsel te voorzien?00:21:21
00:21:21
Toen je weg was, heeft Maleachi hem en alle priesters gewaarschuwd.00:21:27
00:21:27
Maar Eljasib heeft onze voorraadkamer leeggehaald...00:21:31
00:21:31
zodat Tobia het als eetruimte kon gebruiken.00:21:36
00:21:48
Pedaja, help ons dit op te ruimen.00:21:51
00:21:57
Wat zijn jullie aan het doen?00:21:59
00:22:01
Eljasib, wat heb jij gedaan?00:22:04
00:22:04
Waarom hebben jij en de bestuurders het huis van God verwaarloosd?00:22:08
00:22:08
Jullie samen, ruim alles op en vervang het gerei.
-Ja, mijn heer.00:22:12
00:22:12
En breng alle Levieten, zangers en bestuurders bij me.00:22:16
00:22:16
Ik laat ze allemaal hun taken weer doen.00:22:18
00:22:18
Pedaja, ik stel jou, Selemja en Zadok aan over de voorraadkamers. Hanan wordt jullie assistent.00:22:24
00:22:24
Het is jullie verantwoordelijkheid het voedsel te verdelen.
-Nehemia, wacht eventjes. Ik zal het uitleggen.00:22:30
00:22:30
Ik zal heel Juda zeggen dat ze het tiende deel moeten brengen van het graan...00:22:35
00:22:35
de nieuwe wijn en de olie.00:22:38
00:22:38
Ik kan het uitleggen. Nee, wacht.00:22:43
00:22:54
Denk aan mij, o God.00:22:57
00:22:58
En denk aan mijn daden van loyale liefde voor het huis van mijn God.00:23:03
00:23:08
Ze hadden niet alleen Jehovah’s huis verwaarloosd.00:23:12
00:23:12
Sommige Joden bleven handeldrijven op de sabbat...00:23:15
00:23:15
een dag die Jehovah heilig had verklaard.00:23:19
00:23:23
Wat verkoop je vandaag?
-Alleen de beste kwaliteit vis, uit Tyrus.00:23:29
00:23:29
Wat zijn jullie aan het doen? Maakt het jullie niets uit dat het sabbat is?00:23:33
00:23:33
Nehemia.00:23:35
00:23:38
Wat doen jullie voor vreselijke dingen?00:23:40
00:23:40
Daarom heeft God ellende over de stad gebracht.00:23:42
00:23:42
Het volk vindt het acceptabel.
-Wat vindt Jehovah ervan?00:23:46
00:23:49
Ik maakte een eind aan het kopen en verkopen...00:23:52
00:23:52
en gaf opdracht de deuren gesloten te houden om de sabbat heilig te houden.00:23:57
00:24:01
Maar een week later probeerden de kooplieden het opnieuw.00:24:06
00:24:06
Wat is dit nu?00:24:08
00:24:09
Ik moest vannacht op de grond slapen.00:24:11
00:24:11
Jullie kennen Gods wet: geen werk, geen handel op de sabbat.00:24:16
00:24:16
Weg jullie.00:24:18
00:24:18
Levieten, bewaak de poorten en hou de sabbat heilig.00:24:22
00:24:22
Laat niemand erin.00:24:24
00:24:34
Denk ook hierom gunstig over mij, mijn God...00:24:38
00:24:38
en heb in al uw loyale liefde medelijden met me.00:24:42
00:24:45
Maar er was nog iets wat ik moest doen.00:24:48
00:24:48
Kom maar.00:24:49
00:24:50
Ana la mitbayen.
-Hé, kom terug!00:24:53
00:24:53
Je moet naar me luisteren. Ik ben je vader.00:24:56
00:24:56
Wat is er met je kinderen?00:24:59
00:24:59
Ze gaan niet graag naar de tempel.00:25:01
00:25:01
Hé, waarom vind je het niet leuk?00:25:05
00:25:05
Shvok Y-ati.00:25:07
00:25:07
Kom hier. Nu.00:25:09
00:25:13
Sorry mijn heer. M’n vrouw spreekt weinig Hebreeuws.00:25:17
00:25:18
Je hebt toch gezworen dat je nooit iemand zou trouwen die Jehovah niet dient?00:25:23
00:25:23
Dat maakt niemand iets uit.00:25:25
00:25:25
Is dat waar, of niet?
-Ja.00:25:28
00:25:28
Waarom heb je dan het gebod van Jehovah genegeerd, en je eigen eed?00:25:32
00:25:32
Laat me los.00:25:33
00:25:33
Geen wonder dat je kinderen niet van Jehovah houden.00:25:37
00:25:38
Dacht je dat Jehovah zou zegenen wat je deed?
-Ik heb om Jehovah’s zegen gebeden.00:25:42
00:25:42
O ja? Maar je hebt hem niet gehoorzaamd.00:25:45
00:25:45
Raham, hoe kan Jehovah iets zegenen dat ingaat tegen zijn wil?00:25:51
00:25:53
Waarom was ik eigenlijk verbaasd?00:25:55
00:25:56
Het volk volgde het slechte voorbeeld van degenen die de leiding hadden.00:25:59
00:26:00
Eljasibs kleinzoon is getrouwd met een Horonitische, de dochter van Sanballat.00:26:06
00:26:15
Heb je dan helemaal geen respect voor Gods wet?00:26:19
00:26:19
Je mag je dochters niet aan hun zoons geven.00:26:21
00:26:21
Je zoons mogen niet trouwen met hun dochters.00:26:25
00:26:25
En jij ook niet.00:26:27
00:26:28
Was het niet door hen dat koning Salomo zondigde?00:26:32
00:26:34
Grootvader, zeg iets.
-Wacht maar even.00:26:38
00:26:38
Het is toch ongehoord dat jullie deze grote slechtheid begaan...00:26:42
00:26:42
door met buitenlandse vrouwen te trouwen?00:26:45
00:26:48
Je hebt het priesterschap verontreinigd.00:26:51
00:26:52
Je mag niet meer als priester dienen of in Jeruzalem blijven.00:26:57
00:27:01
Prima.00:27:02
00:27:03
Dan ga ik wel naar Samaria. Daar zijn ze toleranter.00:27:07
00:27:11
Maar hij is m’n kleinzoon.00:27:13
00:27:13
Waarom heb je dan toegelaten dat hij Jehovah’s wetten minachtte?00:27:18
00:27:19
Je weet dat onze tempeldienst een bescherming is voor onze band met God.00:27:26
00:27:26
Maar zodra ik weg was, hebben jullie het met z’n allen laten instorten.00:27:34
00:27:45
Er ging wat tijd overheen, maar uiteindelijk werd de ware aanbidding hersteld.00:27:51
00:28:08
Als ik terugkijk op alles dat Jehovah ons heeft laten doen...00:28:12
00:28:12
ondanks alle tegenstand die we meemaakten...00:28:16
00:28:28
de slechte invloeden die we vermeden...00:28:30
00:28:45
de slapeloze nachten...00:28:48
00:28:56
het gezweet en geploeter.00:28:58
00:29:04
Ik weet nog hoeveel vreugde we voelden.00:29:07
00:29:17
We dachten dat we alleen maar aan een muur werkten...00:29:19
00:29:19
maar Jehovah bouwde ons geloof weer op.00:29:23
00:29:29
Ik zal nooit vergeten hoe Jehovah ons bijeenbracht om zijn wil te doen.00:29:34
00:29:38
Hij leerde ons op hem te vertrouwen, en hij sterkte ons.00:29:43
00:29:44
Eet het beste voedsel en drink iets zoets, en deel met wie niets heeft klaargemaakt.00:29:50
00:29:50
En wees niet bedroefd...00:29:52
00:29:52
want de vreugde van Jehovah is jullie vesting.00:29:56
00:30:07
Denk toch gunstig over mij, o mijn God.00:30:11
00:30:59
De stad, de plaats waar mijn voorvaders begraven zijn, ligt in puin...00:31:03
00:31:03
en de poorten zijn door brand verwoest.00:31:05
00:31:05
Nehemia, wat is er?00:31:08
00:31:08
Zeg het me, wat is je wens?00:31:11
00:31:12
Meteen bad ik tot de God van de hemel.00:31:16
00:31:19
Als de koning het goedvindt...00:31:22
00:31:22
en als uw dienaar uw goedkeuring heeft...00:31:25
00:31:27
stuur me dan naar Juda, naar de stad waar m’n voorvaders begraven zijn...00:31:31
00:31:31
om die te herbouwen.00:31:33
00:31:39
Dat is goed.00:31:41
00:31:41
Jehovah was met ons.00:31:43
00:35:02
Zeg tegen Nehemia:00:35:04
00:35:05
Kom, laten we een tijd afspreken om elkaar te ontmoeten in het Onodal.00:35:10
00:35:11
Ze willen me hier weglokken en me iets aandoen.00:35:15
00:35:20
Gesem, het is tijd voor jouw plan.00:35:24
00:35:24
Tobia, schrijf dit op:00:35:28
00:35:28
Onder de volken gaat het verhaal, en ook Gesem zegt het...00:35:34
00:35:34
dat u met de Joden plannen maakt om in opstand te komen.00:35:39
00:35:41
Daarom bent u de muur aan het bouwen.00:35:44
00:35:50
Ze willen je ’s nachts vermoorden.00:35:52
00:35:52
We moeten naar de tempel vluchten en de deuren sluiten.00:35:55
00:35:55
Semaja, moet een man als ik vluchten?
-Je begrijpt het niet.00:36:01
00:36:01
Wat zou dat doen met de moraal van het volk?
-Het is de enige veilige plek.00:36:06
00:36:06
Trouwens, ik ben geen priester.00:36:09
00:36:09
Als ik de tempel in ga, is dat een reden om me te doden. Dat doe ik niet.00:36:15
00:36:15
Dat zou een domme beslissing zijn.00:36:18
00:36:23
Ik snap het al.00:36:25
00:36:25
Tobia en Sanballat zitten hierachter, hè?00:36:28
00:36:28
Je bent een huichelaar. Mag Jehovah ze straffen...00:36:32
00:36:32
en alle valse profeten die steeds proberen me bang te maken.00:36:36
00:36:36
Kom Hanani, er is werk te doen.00:36:40
00:39:14
Waarom hebben jij en de bestuurders het huis van God verwaarloosd?00:39:18
00:39:18
Jullie samen, ruim alles op.00:39:21
00:39:21
Jullie kennen Gods wet: geen werk, geen handel op de sabbat.00:39:27
00:39:27
Weg jullie.00:39:29
00:39:29
Je hebt toch gezworen dat je nooit iemand zou trouwen die Jehovah niet dient?00:39:33
00:39:34
Waarom heb je dan het gebod van Jehovah genegeerd, en je eigen eed?00:39:39
00:39:39
Eljasibs kleinzoon is getrouwd met een Horonitische, de dochter van Sanballat.00:39:45
00:39:47
Je mag je dochters niet aan hun zoons geven.00:39:50
00:39:50
Je zoons mogen niet trouwen met hun dochters.00:39:52
00:39:52
Je hebt het priesterschap verontreinigd.00:39:55
00:39:55
Je mag niet meer als priester dienen of in Jeruzalem blijven.00:39:58
00:40:00
Er ging wat tijd overheen, maar uiteindelijk werd de ware aanbidding hersteld.00:40:07
Nehemia: ‘De vreugde van Jehovah is je vesting’ — Deel 2
-
Nehemia: ‘De vreugde van Jehovah is je vesting’ — Deel 2
Het was nu tisjri, het begin van een maand vol feesten.
We hadden net de muur van Jehovah’s grote stad herbouwd.
Nu was het tijd om te bouwen aan de geestelijke instelling van z’n uitverkoren volk.
Velen kenden Gods wet niet.
Wie kon ons beter helpen dan een man die al vóór mij was teruggekeerd: Ezra?
Hij en andere Levieten lazen voor uit de wet van Mozes.
Ze lazen die niet alleen voor maar legden ook de betekenis ervan uit.
Als volk begonnen we te begrijpen hoe erg we Jehovah hadden teleurgesteld...
door op de sabbat te werken, kreupele slachtoffers te brengen...
en van onze vrouwen te scheiden om met buitenlandse vrouwen te trouwen.
Het kwam hard aan...
maar door Gods wet te lezen, leerden we om weer Jehovah’s volk te worden.
Wees niet somber, huil niet.
Nu je weet wat God afkeurt, kun je doen wat hij goedkeurt.
Ga dus. Eet het beste voedsel en drink iets zoets...
en deel met wie niets heeft klaargemaakt.
En wees niet bedroefd...
want de vreugde van Jehovah is jullie vesting.
We volgden Jehovah’s instructies over het vieren van het Loofhuttenfeest.
Dagenlang verheugden we ons en dankten we Jehovah voor z’n zegen.
Op de 24ste dag kwamen we bij elkaar om Gods wet te lezen...
onze zonden te bekennen...
en te huilen over onze overtredingen.
We gingen een bindende overeenkomst aan die we op schrift stelden.
We waren vastbesloten om ons aan Jehovah’s wet te houden.
Amen.
Maar sommigen vergaten hun belofte al gauw.
Peleth.
Raham.
Hier is onze huur.
Doe maar in een zak.
Die mand is lastig te dragen.
Heb je gehoord van Nehemia’s plan?
Bedoel je het plan om Jeruzalem te bevolken?
Ja, het belachelijke plan om families te dwingen in de stad te wonen...
1 op de 10 door het lot.
Ja, ik hoorde ’t.
-En ik ben weer gekozen.
Waarom ik? Weet hij niet wat dat inhoudt voor mensen zoals ik?
O.
En wanneer moet je weg?
Weg? Ik ga nergens heen.
Ik mag zelf weten waar ik woon, en jij ook.
Ik ben niet gekozen.
-Nog niet, bedoel je.
Als het zover is, moet je ook weigeren te verhuizen.
Raham...
de koning heeft Nehemia gestuurd om de stad te herbouwen.
Nehemia is de gouverneur.
-Gouverneurs komen, gouverneurs gaan.
De koning verwacht Nehemia terug. En dan wordt alles weer zoals het was.
Zelfs als Nehemia teruggaat, is Jehovah hier nog altijd.
Hij wil dat Jeruzalem weer bewoond wordt.
Geloof je dat niet?
Dus jij kiest de kant van Nehemia? Hoe kun je zo ondankbaar zijn?
Raham.
Je huur.
Wat is er aan de hand?
Hij weigert om te verhuizen naar Jeruzalem.
En hij wil dat wij hem steunen.
-Wat heb je gezegd?
Ik zei dat Nehemia Jehovah’s wil doet.
Raham begrijpt niet hoe gelukkig hij zou kunnen zijn...
als hij gewoon Jehovah’s leiding volgde.
Dus wij verhuizen als we gekozen worden?
Ja.
Ik wil liever als Nehemia zijn dan als Raham.
Mee eens?
-Ja.
Ik ook.
Bij de inwijding van de muren...
werd de stad Jeruzalem gevuld met onze lof- en dankliederen voor God.
Onze vreugde was tot in de wijde omtrek te horen.
Toen ik later terug was bij de koning, dacht ik nog vaak aan die dag.
Als ik toen had geweten wat ik nu weet, zou ik nooit weg zijn gegaan.
Jehovah liet een boodschapper opstaan...
die optekende wat er in Jeruzalem gebeurde tijdens m’n afwezigheid.
Z’n naam was Maleachi.
Hoewel Tobia geen Jood was, was hij toch in de tempel te vinden.
Eljasib.
Tobia.
Hij gebruikte z’n Joodse familiebanden om te profiteren van de andere Joden.
Wat brengt jou hier? Da’s lang geleden.
Ik wou je gewoon even zien. O, en ik had een kleinigheidje.
Tobia, je bent altijd zo vrijgevig.
-Het stelt niet veel voor.
Kan ik iets voor jou doen?
Nu je het vraagt, er is wel een dingetje.
-Zeg maar. Wat kan ik voor je doen?
Even over de familie.
Als onze familie, van jou en van mij, uit Samaria op bezoek komt...
zou het mooi zijn als we een ruimte hadden om te eten.
Hier in de tempel bedoel ik dus.
Want zij aanbidden Jehovah ook.
Vaak.
Nou ja, soms.
Een kamer in de tempel? Maar je weet dat ik dat niet kan doen.
Ik bedoel, alle kamers zijn in gebruik.
Allemaal? Sommige zijn toch gewoon voorraadkamers?
Maar dat zijn voorraden voor de Levieten.
Kun je er niet één voor me leegmaken? Eentje maar? Eén is genoeg.
Maar wat zal Nehemia daarvan vinden?
Wat maakt het uit? Nehemia is ver weg, in Susan.
Maar wat als hij erachter komt?
Wie gaat het hem zeggen? Ga jij het zeggen?
Nee, maar...
-Waar maak je je dan druk om?
Onze hogepriester heeft Tobia weer z’n zin gegeven.
Waar zal ik dit graan leggen?
-Hier is nog plaats. Voorzichtig.
Kijk eens wie we daar hebben.
Kun je een beetje opschieten?
Dan kunnen we de tafel hier zetten en de stoelen een beetje langs de muur.
Tobia, en onze voorraden dan? Waar moeten we die nu opslaan?
Dat moet jij weten. Dat is jouw probleem.
Nou, een beetje tempo. Loop eens door.
Oké, dus hier kunnen we uitladen.
Hoe kon Eljasib iemand een kamer voor eigen gebruik geven, laat staan Tobia?
Na alles wat Nehemia heeft gedaan om de heiligheid van de tempel te bewaren.
De meesten geven toch al geen tienden meer.
Als we willen eten, moeten we het van onze eigen kudden en velden hebben.
Het heeft geen zin om God te dienen.
Broeders.
Hun gedrag mag niet onze vreugde wegnemen.
Waarom niet? Welk nut heeft de dienst voor Jehovah gehad?
Ja, en zegt de Schrift niet: Zorg goed voor je schapen?
Er staat ook: Wie betrouwbaar is krijgt veel zegeningen.
We moeten op Jehovah wachten. Hij zal uiteindelijk alles rechtzetten.
Maleachi zag hoever het volk was afgedwaald.
De Levieten, eens de trotse voorvechters van Jehovah’s normen...
vroegen zich nu af of hun dienst wel waarde had.
Jongeman, waarom offer je geen schaap?
Hoe groter het offer, hoe groter de zegeningen.
Trouwens, je moet ook een beetje indruk maken op je buren, hè?
Bedankt. Ik heb al een offer.
-Ja, maar kijk.
Je lijkt me een aardige jongen.
Ik maak voor jou een speciaal prijsje, niet veel meer dan je voor die duiven hebt betaald.
Kom eens kijken.
Dat schaap is blind. Kijk eens hoe het loopt.
Ja, maar dat is heel normaal voor dit ras.
Volgens Gods wet mag je geen blind, kreupel of ziek dier offeren.
Als ik ooit een schaap kan betalen, wordt het een schaap zonder gebreken.
Betaal niet te veel.
Het is een mooi schaap voor een mooi prijsje.
Trouwens, het is maar een traditie.
De tempeldiensten zijn niet meer wat ze geweest zijn.
Alsof ze niet eens meer aan Jehovah denken.
Azuba?
Wat is er?
Azuba, wat is er gebeurd?
Hoe is het met Raham?
Een echtscheidingsakte?
Ik heb geprobeerd een goede vrouw te zijn, maar dat was niet genoeg.
Raham heeft me weggestuurd.
Wees niet bang. Je kunt hier wonen, bij ons.
Dan delen we alles.
O, God. Het is allemaal mijn schuld.
Dat moet je niet denken.
Ik kon hem geen kinderen geven.
Kinderen of geen kinderen, het huwelijk is heilig.
Vertrouw op Jehovah. Hij zal je nooit wegsturen.
Dankjewel.
Raham. We hadden bezoek gisteren.
Het was je vrouw.
Of moet ik zeggen ex-vrouw?
Raham, doet het je niks dat je haar zo hebt gekwetst? Hoe kun je zo wreed zijn?
Mozes zei: Als je iets onbehoorlijks bij je vrouw ontdekt...
moet je haar een echtscheidingsakte geven en haar wegsturen.
Mij geen kinderen geven, vind ik onbehoorlijk.
Trouwens, ik ben haar zat. Ik trouw vandaag met Gizla.
Gizla? Dat Moabitische meisje?
Ik was erbij toen je je verplichtte geen vrouw uit de volken te nemen.
Gods wet zegt: Ze zullen je zonen van mij afkeren zodat ze andere goden gaan aanbidden.
Dan zal Jehovah’s woede tegen jullie oplaaien.
-Wie ben jij om mij raad te geven?
Elke man moet op zoek naar z’n eigen vreugde, en dat is wat ik nu doe.
Raham.
Alleen Jehovah kan je ware vreugde geven.
Denk je echt dat je jezelf meer vreugde kan geven dan hij?
Jehovah, waarom zijn we elkaar niet trouw en ontheiligen we uw verbond?
Maleachi.
Zeg tegen de priesters die mijn naam minachten:
Een zoon eert z’n vader en een dienaar z’n meester.
Als ik een vader ben, waar is dan de eer die ik verdien?
En als ik een meester ben, waar is dan het ontzag dat ik verdien?
Hé.
Hé vriend, ik zie dat je geen offer hebt.
Waarom minachten jullie Jehovah’s naam?
-Minachten? Hoezo?
Jullie offeren een blind, kreupel of ziek dier en zeggen dat het niet erg is.
Moet Jehovah dat aannemen?
-Als het vlees eenmaal in de pot zit...
merkt niemand of het kreupel was.
En Jehovah dan? Merkt hij het verschil?
Op een dag komt Jehovah naar z’n tempel. Hij zal de zonen van Levi reinigen met vuur.
Maleachi, wat is dat met jou?
Waarom ben je de enige die klaagt terwijl de rest het goedvindt?
Priesters, als jullie weigeren te luisteren, zegt Jehovah...
dan zal ik de vloek over jullie laten komen en jullie zegeningen veranderen in vervloekingen.
Kom terug bij mij, dan kom ik terug bij jullie, zegt Jehovah.
Hoe moeten we dan terugkomen?
Mag een mens God beroven?
Maar jullie beroven mij, zegt Jehovah.
-Hoe hebben we hem beroofd?
Jullie beroven mij van de tienden en de bijdragen. Het hele volk doet dat, zegt Jehovah.
Breng alle tienden in de voorraadruimte, zodat er voedsel in m’n huis is.
Stel me alsjeblieft op de proef en zie of ik niet de sluizen van de hemel open...
en een zegen over jullie uitgiet tot er geen gebrek meer is.
Er is nog iets waardoor hij niet ingenomen is met ook maar iets wat jullie offeren.
Wat dan?
Je hebt de vrouw van je jeugd verraden, ook al is ze je partner en je wettige vrouw.
Sommigen doen dat niet, omdat ze hebben wat er overblijft van de geest.
Houd je geest dus in bedwang...
en behandel de vrouw van je jeugd niet trouweloos.
Want ik haat echtscheiding, zegt Jehovah, de God van Israël.
De lippen van een priester moeten kennis bewaren...
en uit zijn mond moeten mensen de wet zoeken.
Maar jullie hebben velen laten struikelen.
Jehovah’s boodschap onthulde dat het probleem in hun hart zat.
Ondanks dat zocht Maleachi naar degenen die vreugde vonden in het doen van het goede.
Peleth.
Maleachi.
-Hoe gaat het?
Azuba, geef de moed niet op.
Jullie zullen het verschil weer zien tussen een rechtvaardige en een slechte...
tussen iemand die God dient en iemand die hem niet dient.
Je bent vast een profeet.
Ik dien Jehovah, net als jullie.
En als jullie met elkaar spreken over Jehovah, luistert hij.
Er wordt in zijn aanwezigheid een gedenkboek geschreven...
voor wie ontzag voor hem heeft en over zijn naam mediteert.
Mag Jehovah met jullie zijn.
Ik was jarenlang weg uit Jeruzalem, maar m’n hart lag nog altijd bij m’n volk.
Ik vroeg toestemming om terug te gaan.
Wat ik daar aantrof, schokte me.
Eljasib. Vrede zij met je.
Nehemia. Ik verwachtte niet dat eh...
Waar zijn alle Levieten en de zangers?
-Sommigen zijn weg, momenteel.
Weg? Waarom zijn ze weg?
Pedaja is er wel. Pedaja, leid jij de gouverneur even rond?
Neem me niet kwalijk.
-Natuurlijk.
Pedaja, hoe gaat het met de tempeldiensten? Hebben jullie alles wat jullie nodig hebben?
Gouverneur Nehemia, we hebben bijna niets meer.
-Hoe kan dat?
De priesters en de Levieten nemen hun taken allang niet meer serieus.
Toen het volk dat zag, brachten ze geen tienden meer.
Zonder tienden moesten de meeste Levieten en zangers terug naar hun velden.
Waarom ben jij niet teruggegaan?
Mijn heer, ik red het wel.
Ik weet dat Jehovah altijd degenen helpt die op hem vertrouwen.
Hij zal op zijn tijd de dingen rechtzetten.
Heeft Eljasib het volk niet gezegd jullie van voedsel te voorzien?
Toen je weg was, heeft Maleachi hem en alle priesters gewaarschuwd.
Maar Eljasib heeft onze voorraadkamer leeggehaald...
zodat Tobia het als eetruimte kon gebruiken.
Pedaja, help ons dit op te ruimen.
Wat zijn jullie aan het doen?
Eljasib, wat heb jij gedaan?
Waarom hebben jij en de bestuurders het huis van God verwaarloosd?
Jullie samen, ruim alles op en vervang het gerei.
-Ja, mijn heer.
En breng alle Levieten, zangers en bestuurders bij me.
Ik laat ze allemaal hun taken weer doen.
Pedaja, ik stel jou, Selemja en Zadok aan over de voorraadkamers. Hanan wordt jullie assistent.
Het is jullie verantwoordelijkheid het voedsel te verdelen.
-Nehemia, wacht eventjes. Ik zal het uitleggen.
Ik zal heel Juda zeggen dat ze het tiende deel moeten brengen van het graan...
de nieuwe wijn en de olie.
Ik kan het uitleggen. Nee, wacht.
Denk aan mij, o God.
En denk aan mijn daden van loyale liefde voor het huis van mijn God.
Ze hadden niet alleen Jehovah’s huis verwaarloosd.
Sommige Joden bleven handeldrijven op de sabbat...
een dag die Jehovah heilig had verklaard.
Wat verkoop je vandaag?
-Alleen de beste kwaliteit vis, uit Tyrus.
Wat zijn jullie aan het doen? Maakt het jullie niets uit dat het sabbat is?
Nehemia.
Wat doen jullie voor vreselijke dingen?
Daarom heeft God ellende over de stad gebracht.
Het volk vindt het acceptabel.
-Wat vindt Jehovah ervan?
Ik maakte een eind aan het kopen en verkopen...
en gaf opdracht de deuren gesloten te houden om de sabbat heilig te houden.
Maar een week later probeerden de kooplieden het opnieuw.
Wat is dit nu?
Ik moest vannacht op de grond slapen.
Jullie kennen Gods wet: geen werk, geen handel op de sabbat.
Weg jullie.
Levieten, bewaak de poorten en hou de sabbat heilig.
Laat niemand erin.
Denk ook hierom gunstig over mij, mijn God...
en heb in al uw loyale liefde medelijden met me.
Maar er was nog iets wat ik moest doen.
Kom maar.
<i>Ana la mitbayen.</i>
-Hé, kom terug!
Je moet naar me luisteren. Ik ben je vader.
Wat is er met je kinderen?
Ze gaan niet graag naar de tempel.
Hé, waarom vind je het niet leuk?
<i>Shvok Y-ati.</i>
Kom hier. Nu.
Sorry mijn heer. M’n vrouw spreekt weinig Hebreeuws.
Je hebt toch gezworen dat je nooit iemand zou trouwen die Jehovah niet dient?
Dat maakt niemand iets uit.
Is dat waar, of niet?
-Ja.
Waarom heb je dan het gebod van Jehovah genegeerd, en je eigen eed?
Laat me los.
Geen wonder dat je kinderen niet van Jehovah houden.
Dacht je dat Jehovah zou zegenen wat je deed?
-Ik heb om Jehovah’s zegen gebeden.
O ja? Maar je hebt hem niet gehoorzaamd.
Raham, hoe kan Jehovah iets zegenen dat ingaat tegen zijn wil?
Waarom was ik eigenlijk verbaasd?
Het volk volgde het slechte voorbeeld van degenen die de leiding hadden.
Eljasibs kleinzoon is getrouwd met een Horonitische, de dochter van Sanballat.
Heb je dan helemaal geen respect voor Gods wet?
Je mag je dochters niet aan hun zoons geven.
Je zoons mogen niet trouwen met hun dochters.
En jij ook niet.
Was het niet door hen dat koning Salomo zondigde?
Grootvader, zeg iets.
-Wacht maar even.
Het is toch ongehoord dat jullie deze grote slechtheid begaan...
door met buitenlandse vrouwen te trouwen?
Je hebt het priesterschap verontreinigd.
Je mag niet meer als priester dienen of in Jeruzalem blijven.
Prima.
Dan ga ik wel naar Samaria. Daar zijn ze toleranter.
Maar hij is m’n kleinzoon.
Waarom heb je dan toegelaten dat hij Jehovah’s wetten minachtte?
Je weet dat onze tempeldienst een bescherming is voor onze band met God.
Maar zodra ik weg was, hebben jullie het met z’n allen laten instorten.
Er ging wat tijd overheen, maar uiteindelijk werd de ware aanbidding hersteld.
Als ik terugkijk op alles dat Jehovah ons heeft laten doen...
ondanks alle tegenstand die we meemaakten...
de slechte invloeden die we vermeden...
de slapeloze nachten...
het gezweet en geploeter.
Ik weet nog hoeveel vreugde we voelden.
We dachten dat we alleen maar aan een muur werkten...
maar Jehovah bouwde ons geloof weer op.
Ik zal nooit vergeten hoe Jehovah ons bijeenbracht om zijn wil te doen.
Hij leerde ons op hem te vertrouwen, en hij sterkte ons.
Eet het beste voedsel en drink iets zoets, en deel met wie niets heeft klaargemaakt.
En wees niet bedroefd...
want de vreugde van Jehovah is jullie vesting.
Denk toch gunstig over mij, o mijn God.
De stad, de plaats waar mijn voorvaders begraven zijn, ligt in puin...
en de poorten zijn door brand verwoest.
Nehemia, wat is er?
Zeg het me, wat is je wens?
Meteen bad ik tot de God van de hemel.
Als de koning het goedvindt...
en als uw dienaar uw goedkeuring heeft...
stuur me dan naar Juda, naar de stad waar m’n voorvaders begraven zijn...
om die te herbouwen.
Dat is goed.
Jehovah was met ons.
Zeg tegen Nehemia:
Kom, laten we een tijd afspreken om elkaar te ontmoeten in het Onodal.
Ze willen me hier weglokken en me iets aandoen.
Gesem, het is tijd voor jouw plan.
Tobia, schrijf dit op:
Onder de volken gaat het verhaal, en ook Gesem zegt het...
dat u met de Joden plannen maakt om in opstand te komen.
Daarom bent u de muur aan het bouwen.
Ze willen je ’s nachts vermoorden.
We moeten naar de tempel vluchten en de deuren sluiten.
Semaja, moet een man als ik vluchten?
-Je begrijpt het niet.
Wat zou dat doen met de moraal van het volk?
-Het is de enige veilige plek.
Trouwens, ik ben geen priester.
Als ik de tempel in ga, is dat een reden om me te doden. Dat doe ik niet.
Dat zou een domme beslissing zijn.
Ik snap het al.
Tobia en Sanballat zitten hierachter, hè?
Je bent een huichelaar. Mag Jehovah ze straffen...
en alle valse profeten die steeds proberen me bang te maken.
Kom Hanani, er is werk te doen.
Waarom hebben jij en de bestuurders het huis van God verwaarloosd?
Jullie samen, ruim alles op.
Jullie kennen Gods wet: geen werk, geen handel op de sabbat.
Weg jullie.
Je hebt toch gezworen dat je nooit iemand zou trouwen die Jehovah niet dient?
Waarom heb je dan het gebod van Jehovah genegeerd, en je eigen eed?
Eljasibs kleinzoon is getrouwd met een Horonitische, de dochter van Sanballat.
Je mag je dochters niet aan hun zoons geven.
Je zoons mogen niet trouwen met hun dochters.
Je hebt het priesterschap verontreinigd.
Je mag niet meer als priester dienen of in Jeruzalem blijven.
Er ging wat tijd overheen, maar uiteindelijk werd de ware aanbidding hersteld.
-