00:00:06
Ben je ooit het slachtoffer geweest
van onderdrukking of onrecht?00:00:11
00:00:11
Heeft iemand ooit iets gezegd of
gedaan waardoor je boos werd?00:00:15
00:00:15
Dat herkennen we allemaal wel.00:00:18
00:00:18
In zulke situaties reageren mensen
die Jehovah niet kennen...00:00:23
00:00:23
vaak niet bepaald vredelievend.00:00:26
00:00:26
Ze nemen wraak,
ze betalen met gelijke munt terug.00:00:31
00:00:31
Maar wij weten dat
Jehovah het heeft gezien...00:00:35
00:00:35
en hij kan dingen rechtzetten.00:00:38
00:00:38
Het is goed om altijd in gedachte te
houden wat Jezus zei:00:00:41
00:00:41
Gelukkig zijn degenen die zachtaardig zijn.00:00:45
00:00:45
Gelukkig zijn de vredestichters.00:00:48
00:00:48
De Bijbel heeft het over een man die
zachtaardig en vredelievend bleef...00:00:53
00:00:53
onder de meest moeilijke en
stressvolle omstandigheden.00:00:57
00:00:57
Meerdere keren koos hij ervoor om
niet de strijd aan te gaan.00:01:01
00:01:01
Hij deed juist z’n best om
de vrede te bewaren.00:01:05
00:01:05
Die man was Jakob.00:01:09
00:01:09
Jakob leerde veel van het goede
voorbeeld van zijn vader, Isaäk.00:01:15
00:01:15
Toen er hongersnood in het land was...00:01:17
00:01:17
verhuisden Isaäk en
zijn gezin naar Gerar...00:01:20
00:01:21
waar Abimelech, de koning van
de Filistijnen, aan de macht was.00:01:25
00:01:25
Laten we eens lezen met welke
problemen Isaäk te maken kreeg...00:01:29
00:01:29
en hoe hij ermee omging.00:01:31
00:01:31
We lezen vanaf Genesis 26:12.00:01:36
00:01:38
Isaäk ging in dat land zaaien...00:01:40
00:01:40
en hij oogstte in dat jaar 100 keer zo veel
als hij had gezaaid...00:01:45
00:01:45
want Jehovah zegende hem.00:01:47
00:01:49
Isaäk werd rijk en het ging zelfs zo
goed met hem dat hij heel rijk werd.00:01:55
00:01:56
Hij kwam in het bezit van kudden schapen
en kudden runderen...00:01:59
00:01:59
en een groot aantal bedienden...00:02:02
00:02:02
en de Filistijnen werden jaloers op hem.00:02:06
00:02:06
Daarom gooiden de Filistijnen...00:02:08
00:02:08
de putten die de bedienden van zijn vader
in de tijd van Abraham hadden gegraven...00:02:12
00:02:12
vol met aarde.00:02:14
00:02:16
Toen zei Abimelech tegen Isaäk: 00:02:19
00:02:19
Ga weg uit deze omgeving, want je bent veel
te sterk voor ons geworden.00:02:24
00:02:24
Isaäk vertrok dus...00:02:26
00:02:26
sloeg zijn kamp op in het dal
van Gerar en ging daar wonen.00:02:31
00:02:32
En Isaäk groef de waterputten open...00:02:35
00:02:35
die in de tijd van zijn vader
Abraham waren gegraven...00:02:38
00:02:38
maar die de Filistijnen na Abrahams
dood hadden dichtgegooid.00:02:43
00:02:43
Hij gaf ze dezelfde namen als
zijn vader ze had gegeven.00:02:48
00:02:48
Terwijl de bedienden van Isaäk
in het dal aan het graven waren...00:02:52
00:02:52
vonden ze een put met helder water.00:02:54
00:02:55
De herders van Gerar maakten ruzie
met de herders van Isaäk en zeiden:00:03:01
00:03:01
Het water is van ons!00:03:04
00:03:04
Hij noemde de put dan ook Esek,
omdat ze ruzie met hem hadden gemaakt.00:03:10
00:03:10
Daarna groeven ze een andere put,
en ook daarover werd ruzie gemaakt.00:03:14
00:03:15
Daarom noemde hij die put Sitna.00:03:18
00:03:18
Later vertrok hij vandaar en
groef een andere put...00:03:22
00:03:22
maar daarover maakten ze geen ruzie.00:03:25
00:03:25
Daarom noemde hij die put Rehoboth en zei:00:03:29
00:03:29
Want nu heeft Jehovah ons
volop ruimte gegeven...00:03:33
00:03:33
en ons vruchtbaar gemaakt in het land.00:03:36
00:03:36
Vandaar ging hij naar Berseba.00:03:40
00:03:40
Jehovah verscheen die nacht aan hem en zei:00:03:44
00:03:44
Ik ben de God van je vader Abraham.00:03:48
00:03:48
Wees niet bang, want ik ben met je
en ik zal je zegenen...00:03:53
00:03:53
en je nageslacht talrijk maken
vanwege mijn dienaar Abraham.00:03:58
00:03:59
De Filistijnen hadden uit jaloezie...00:04:02
00:04:02
alle waterputten die door Abraham
waren gegraven dichtgegooid...00:04:06
00:04:06
en de koning zegt tegen Isaäk dat
hij uit de omgeving moet vertrekken.00:04:11
00:04:12
Isaäk staat nu voor een keus.00:04:14
00:04:14
Misschien zeggen sommigen tegen hem
dat hij zich niet moet laten wegsturen.00:04:19
00:04:20
Ze kunnen geredeneerd hebben:00:04:22
00:04:22
Je hebt niks verkeerd gedaan, Isaäk.00:04:25
00:04:25
Jehovah heeft tegen je gezegd dat jij
en je nageslacht het land zouden bezitten.00:04:30
00:04:30
Je hebt niks te vrezen.00:04:32
00:04:32
Je hebt heel veel bedienden,
en die zijn sterker dan de Filistijnen.00:04:37
00:04:37
Je moet het ze betaald zetten,
degenen die jou dit hebben aangedaan!00:04:42
00:04:43
Wat zou jij in deze situatie hebben gedaan?00:04:47
00:04:48
Isaäk kiest ervoor de vrede te bewaren.00:04:51
00:04:51
Hij neemt het besluit om te vertrekken.00:04:54
00:04:55
Dat is niet makkelijk.00:04:58
00:04:58
Isaäk heeft veel bedienden...00:05:01
00:05:01
kudden schapen en kudden runderen.00:05:05
00:05:05
Hij had het land bewerkt en ingezaaid...00:05:08
00:05:08
en het leverde een goede opbrengst...00:05:11
00:05:11
maar hij laat dat allemaal
achter en vertrekt.00:05:15
00:05:16
Maar er stond hem nog meer te wachten.00:05:20
00:05:20
Op de nieuwe plek waar hij is gaan wonen...00:05:22
00:05:22
graven zijn bedienden weer waterputten
en ze vinden helder water.00:05:27
00:05:27
Maar de herders in dat gebied zeggen:00:05:29
00:05:30
Het water is van ons!00:05:32
00:05:33
Isaäk graaft een andere put...00:05:35
00:05:35
maar ook om deze put
maken de plaatselijke herders ruzie.00:05:39
00:05:39
En weer kiest Isaäk ervoor
om te vertrekken...00:05:43
00:05:44
in plaats van ruzie te maken.00:05:46
00:05:46
Uiteindelijk lukt het hem een plek te
vinden waar hij in vrede kan leven.00:05:52
00:05:52
Jakob zag dat de moeite die zijn
vader deed om de vrede te bewaren...00:05:56
00:05:56
goede gevolgen had...00:05:58
00:05:58
en hij wist dat z’n vader door
Jehovah werd gezegend.00:06:04
00:06:04
Wat is de les?00:06:06
00:06:06
Ouders...00:06:08
00:06:08
onderschat nooit hoeveel impact...00:06:11
00:06:11
jouw goede voorbeeld...00:06:13
00:06:14
op je kinderen kan hebben.00:06:17
00:06:17
Jakob heeft een tweelingbroer, Esau.00:06:21
00:06:21
Esau is de oudste...00:06:24
00:06:25
maar Jehovah voorspelt dat Esau...00:06:28
00:06:28
z’n jongere broer zou gaan dienen,
wat toen niet gebruikelijk was.00:06:34
00:06:34
Jehovah wist wat voor eigenschappen
ze zouden ontwikkelen...00:06:38
00:06:38
en hij wist dat Esau...00:06:41
00:06:41
niet veel waardering voor
geestelijke zaken zou hebben.00:06:45
00:06:46
Dat wordt duidelijk als Esau
zijn eerstgeboorterecht inruilt...00:06:51
00:06:51
voor een kommetje soep...00:06:53
00:06:54
en hij bekrachtigde dit met een eed.00:06:57
00:06:58
Maar dat is niet het
enige wat Esau opgeeft.00:07:02
00:07:03
Door zijn eerstgeboorterecht op te geven...00:07:05
00:07:05
loopt hij ook de profetische zegen mis
die hij van z’n vader zou krijgen.00:07:11
00:07:11
Jaren gaan voorbij...00:07:13
00:07:13
en Isaäk is inmiddels oud geworden.00:07:15
00:07:16
Hij besluit dat het tijd is om z’n zegen
aan z’n oudste zoon te geven.00:07:21
00:07:21
Misschien weet hij niet dat Esau z’n
eerstgeboorterecht heeft verkocht.00:07:26
00:07:26
Hoe dan ook, hij zegt tegen Esau
dat hij hem zal zegenen...00:07:31
00:07:32
maar hij vraagt hem om eerst
te gaan jagen op wild...00:07:35
00:07:35
om daarna een lekker gerecht
klaar te maken.00:07:39
00:07:41
Isaäks vrouw, Rebekka, hoort dat gesprek.00:07:44
00:07:44
Ze zegt tegen Jakob dat Esau
aan het jagen is...00:07:48
00:07:49
en dat hij zich moet voordoen als Esau.00:07:52
00:07:53
Het plan werkt.00:07:54
00:07:54
Zonder dat Isaäk het weet,
zegent hij Jakob.00:07:59
00:07:59
Als Esau hierachter komt...00:08:02
00:08:02
is hij woedend.00:08:04
00:08:04
Laten we nu verder lezen
vanaf Genesis 27:41.00:08:10
00:08:12
Esau koesterde wrok tegen Jakob...00:08:15
00:08:15
omdat zijn vader hem had gezegend...00:08:18
00:08:19
en Esau bleef bij zichzelf zeggen:00:08:23
00:08:23
Het duurt niet lang meer
of er zal over mijn vader gerouwd worden.00:08:27
00:08:27
Daarna ga ik mijn broer Jakob vermoorden.00:08:32
00:08:32
Toen Rebekka te horen kreeg
wat haar oudste zoon Esau van plan was...00:08:36
00:08:36
liet ze meteen haar jongste zoon
Jakob roepen.00:08:40
00:08:40
Ze zei tegen hem:00:08:42
00:08:42
Luister!00:08:43
00:08:43
Je broer Esau is van plan wraak te nemen
en je te vermoorden. 00:08:48
00:08:48
Doe daarom wat ik zeg, mijn zoon.00:08:50
00:08:51
Vertrek snel naar mijn broer
Laban in Haran.00:08:54
00:08:54
Blijf een tijdje bij hem wonen,
totdat de woede van je broer bedaard is.00:08:59
00:08:59
Ik zal je laten terughalen als de woede van
je broer bekoeld is...00:09:01
00:09:02
en hij vergeten is wat je
hem hebt aangedaan.00:09:05
00:09:07
Waarom zou ik jullie allebei
op één dag moeten verliezen?00:09:11
00:09:15
Daarna bleef Rebekka tegen Isaäk zeggen:00:09:18
00:09:18
Door de dochters van Heth heb ik
een hekel aan mijn leven gekregen.00:09:23
00:09:23
Als Jakob ook met een van
de dochters van Heth trouwt...00:09:26
00:09:26
zoals deze dochters van het land...00:09:29
00:09:29
wat heb ik dan nog aan mijn leven?00:09:31
00:09:31
Daarom riep Isaäk Jakob bij zich...00:09:34
00:09:34
zegende hem en droeg hem op:00:09:37
00:09:37
Je mag niet trouwen met
een van de dochters van Kanaän.00:09:41
00:09:41
Vertrek naar Paddan-Aram, naar het huis
van Bethuël, de vader van je moeder...00:09:47
00:09:47
en kies daar een vrouw uit de dochters
van Laban, de broer van je moeder.00:09:52
00:09:53
God de Almachtige zal je zegenen en
je vruchtbaar en talrijk maken...00:09:58
00:09:58
en er zullen vele volken uit je voortkomen.00:10:02
00:10:02
Hij zal jou en je nageslacht
de zegen van Abraham geven...00:10:06
00:10:06
zodat je het land in bezit kunt nemen
waar je als vreemdeling woont...00:10:10
00:10:10
het land dat God aan Abraham heeft gegeven.00:10:14
00:10:15
Zo stuurde Isaäk Jakob op weg, en hij
vertrok naar Paddan-Aram, naar Laban...00:10:21
00:10:22
de zoon van de Arameeër Bethuël
en de broer van Rebekka...00:10:25
00:10:25
de moeder van Jakob en Esau.00:10:28
00:10:29
Jakobs ouders zeggen tegen hem dat
hij naar zijn oom Laban moet gaan...00:10:34
00:10:35
om een vrouw te zoeken.00:10:36
00:10:36
De belangrijkste reden daarvoor
zijn natuurlijk de problemen met Esau.00:10:42
00:10:42
Weet je nog dat Isaäk problemen kreeg
met de Filistijnen...00:10:47
00:10:47
problemen die duidelijk niet
in vrede opgelost konden worden?00:10:52
00:10:52
Wat deed Isaäk toen?00:10:54
00:10:55
Hij vertrok.00:10:57
00:10:57
Nu zit Jakob in een soortgelijke situatie.00:11:02
00:11:02
Zijn broer is witheet,
en daarom gaat Jakob weg.00:11:06
00:11:06
Dat betekent dat hij z’n thuis en
z’n familie moet achterlaten.00:11:11
00:11:12
Het betekent dat hij een lange reis
naar een ver land moet maken.00:11:17
00:11:17
Jakob had ervoor kunnen kiezen...00:11:19
00:11:19
om voor zichzelf op te komen.00:11:22
00:11:22
Hij bezat het eerstgeboorterecht.00:11:24
00:11:24
Hij had tegen z’n vader en
moeder kunnen zeggen:00:11:27
00:11:27
Ik ben geen kind meer.00:11:28
00:11:28
Ik ben nu 77!00:11:31
00:11:32
Maar dat doet hij niet.00:11:34
00:11:34
De Bijbel zegt:00:11:36
00:11:36
Jakob gehoorzaamde zijn vader en moeder...00:11:39
00:11:39
en vertrok.00:11:41
00:11:42
Wat is de les?00:11:44
00:11:44
Als er een situatie ontstaat...00:11:46
00:11:47
die niet in vrede opgelost kan worden...00:11:50
00:11:50
hoeven we waarschijnlijk niet te vluchten
voor ons leven naar een ander land.00:11:55
00:11:55
Maar soms...00:11:57
00:11:57
is het toch het verstandigste...00:11:59
00:11:59
om uit een situatie weg te gaan.00:12:03
00:12:03
Spreuken 17:14 zegt:00:12:08
00:12:08
Een ruzie beginnen...00:12:09
00:12:09
is alsof je de sluizen openzet.00:12:12
00:12:12
Ga dus weg...00:12:14
00:12:14
voordat de ruzie uitbreekt.00:12:18
00:12:18
Terwijl Jakob op weg is naar zijn oom...00:12:21
00:12:22
verschijnt Jehovah aan Jakob
in een droom...00:12:25
00:12:25
waarin hij zegt dat hij Jakob
zal steunen en beschermen.00:12:30
00:12:30
Maar Jakobs problemen zijn
nog lang niet voorbij.00:12:35
00:12:35
Hij komt bij z’n oom aan...00:12:38
00:12:38
en hij gaat er wonen.00:12:41
00:12:41
Na verloop van tijd ontstaat
er opnieuw een situatie...00:12:45
00:12:45
waaruit blijkt dat Jakob
echt vredelievend is.00:12:49
00:12:49
Laten we erover lezen vanaf Genesis 29:16.00:12:55
00:12:57
Laban had twee dochters.00:12:59
00:12:59
De oudste heette Lea...00:13:01
00:13:01
en de jongste Rachel.00:13:03
00:13:05
De ogen van Lea hadden geen glans...00:13:08
00:13:09
terwijl Rachel een heel mooie en
aantrekkelijke vrouw was geworden.00:13:13
00:13:13
Jakob was verliefd op Rachel.00:13:16
00:13:16
Daarom zei hij: 00:13:18
00:13:18
Ik ben bereid zeven jaar bij u te werken
voor Rachel, uw jongste dochter.00:13:24
00:13:24
Laban antwoordde:00:13:26
00:13:26
Ik kan haar beter aan jou geven
dan aan een andere man.00:13:30
00:13:31
Blijf dus maar hier.00:13:33
00:13:33
Jakob werkte zeven jaar voor Rachel...00:13:37
00:13:37
maar voor hem leken het maar een paar dagen
omdat hij zo veel van haar hield.00:13:42
00:13:44
Toen zei Jakob tegen Laban:00:13:47
00:13:47
De tijd is om, dus geef me nu mijn vrouw,
zodat ik met haar kan slapen. 00:13:53
00:13:53
Daarop nodigde Laban alle inwoners van
de plaats uit en hield een feestmaal.00:13:59
00:13:59
Maar in de loop van de avond...00:14:01
00:14:01
bracht hij zijn dochter Lea bij Jakob...00:14:04
00:14:04
zodat hij met haar zou slapen.00:14:06
00:14:09
Laban gaf ook zijn slavin Zilpa
aan zijn dochter Lea mee.00:14:13
00:14:15
De volgende ochtend zag Jakob
dat het Lea was!00:14:20
00:14:21
Hij zei tegen Laban:00:14:22
00:14:22
Wat hebt u me aangedaan?00:14:24
00:14:25
Ik heb toch voor Rachel bij u gewerkt?00:14:27
00:14:27
Waarom hebt u me bedrogen?00:14:30
00:14:30
Laban antwoordde:00:14:32
00:14:32
Het is hier niet de gewoonte om de jongste
dochter vóór de oudste uit te huwelijken.00:14:37
00:14:37
Breng eerst de bruiloftsweek
met deze vrouw door.00:14:40
00:14:40
Daarna krijg je ook de andere vrouw...00:14:43
00:14:43
als je nog eens zeven jaar bij me werkt.00:14:47
00:14:47
Dat deed Jakob...00:14:49
00:14:49
hij bracht de bruiloftsweek
met de eerste vrouw door.00:14:52
00:14:52
Daarna gaf Laban hem
zijn dochter Rachel tot vrouw.00:14:56
00:14:56
Bovendien gaf Laban aan zijn dochter
Rachel zijn slavin Bilha mee.00:15:02
00:15:04
Jakob heeft alle reden om boos te zijn.00:15:07
00:15:07
Hij had met Laban afgesproken om
zeven jaar voor Rachel te werken.00:15:12
00:15:12
Nu, aan het eind van de zeven jaar,
is er een bruiloft georganiseerd.00:15:18
00:15:18
Maar de zwaar gesluierde vrouw
die bij hem gebracht wordt...00:15:22
00:15:22
is niet Rachel maar Lea.00:15:25
00:15:25
Stel je voor hoe Jakob zich voelde
toen hij daarachter kwam!00:15:30
00:15:30
En in plaats van dat Laban toegeeft
dat hij hem heeft misleid...00:15:34
00:15:34
komt hij met smoesjes.00:15:36
00:15:36
Wat moet er toen in Jakob om zijn gegaan?00:15:39
00:15:39
Jehovah had beloofd dat hij Jakobs
nageslacht zo talrijk zou maken...00:15:43
00:15:44
als de stofdeeltjes op aarde.00:15:46
00:15:46
Denkt Jakob misschien dat
Jehovah via Lea zijn belofte zal vervullen? 00:15:51
00:15:51
We weten het niet.00:15:53
00:15:53
Uiteindelijk schenkt Lea hem zes zoons...00:15:57
00:15:57
onder wie Levi en Juda...00:16:00
00:16:00
familiehoofden van de twee
meest bevoorrechte stammen van Israël.00:16:05
00:16:06
Natuurlijk had Jakob dit niet kunnen weten.00:16:10
00:16:10
Maar Jakob, de vredestichter...00:16:14
00:16:14
aanvaardt Lea als zijn vrouw en gaat in
op Labans belachelijke verzoek...00:16:20
00:16:20
om nog eens zeven jaar
voor Rachel te werken.00:16:25
00:16:25
Wat is de les?00:16:27
00:16:28
Als iemand zich niet
aan zijn afspraken houdt...00:16:30
00:16:30
kun je echt teleurgesteld in hem raken.00:16:33
00:16:33
Maar kun je...00:16:35
00:16:35
net als Jakob...00:16:37
00:16:37
proberen te vergeven.00:16:39
00:16:40
Kun je proberen de vrede te bewaren?00:16:43
00:16:45
Jakob dient Laban 14 jaar lang
voor zijn twee vrouwen...00:16:50
00:16:50
en hij werkt nog eens 6 jaar bij hem...00:16:53
00:16:53
voor een eigen kudde.00:16:56
00:16:56
Daarna zegt Jehovah tegen hem...00:16:58
00:16:59
dat hij moet teruggaan
naar zijn eigen land.00:17:01
00:17:01
Hij verzamelt z’n kudde...00:17:03
00:17:03
en samen met z’n gezin vertrekt hij.00:17:07
00:17:08
Als Laban erachter komt, wordt hij woedend.00:17:12
00:17:12
Hij gaat achter Jakob aan en
haalt hem uiteindelijk in.00:17:17
00:17:17
Dit is een gevaarlijke situatie,
die snel tot geweld kan leiden.00:17:23
00:17:23
Stel je de situatie eens voor.00:17:26
00:17:26
Jakob bevindt zich in bergachtig gebied.00:17:29
00:17:30
Mogelijk is het nog vroeg op de dag.00:17:32
00:17:32
Het is nog koud en overal zijn er
geluiden en geuren van dieren:00:17:37
00:17:37
schapen, ezels, kamelen.00:17:40
00:17:40
Het zijn er heel veel.00:17:42
00:17:42
De bedienden proberen ze bij elkaar te
krijgen voor de reis die nog voor ze ligt.00:17:48
00:17:49
Maar dan slaat iemand alarm.00:17:52
00:17:52
Daar is Laban, en hij is niet alleen.00:17:56
00:17:56
Hij heeft sterke mannen meegenomen.00:17:59
00:17:59
Ze springen van hun kamelen.00:18:01
00:18:02
Dit is geen gezellig bezoekje.00:18:06
00:18:06
Labans mannen staan klaar om
Labans bevelen op te volgen.00:18:11
00:18:11
Jakobs bedienden komen snel aanlopen.00:18:14
00:18:15
Alle ogen zijn gericht
op Laban en op Jakob.00:18:20
00:18:20
Die nacht had Jehovah Laban
in een droom gewaarschuwd...00:18:25
00:18:25
en tegen hem gezegd dat hij op z’n woorden
moest passen als hij met Jakob sprak.00:18:29
00:18:29
Toch is Laban boos...00:18:32
00:18:32
en agressief.00:18:34
00:18:35
Laban beschuldigt Jakob van twee dingen.00:18:39
00:18:40
Ten eerste zegt hij:00:18:43
00:18:43
Waarom heb je me voor de gek gehouden...00:18:45
00:18:45
en mijn dochters als
krijgsgevangenen weggevoerd?00:18:48
00:18:48
Waarom ben je in het geheim weggelopen...00:18:51
00:18:51
en heb je me bedrogen door het
me niet te vertellen?00:18:54
00:18:55
Jakob geeft een helder antwoord
op die beschuldiging.00:18:59
00:19:00
Hij zegt:00:19:02
00:19:02
Ik was bang...00:19:03
00:19:04
want ik dacht dat u anders
uw dochters van me af zou pakken.00:19:08
00:19:09
Laban beschuldigt Jakob er ook van...00:19:12
00:19:12
dat hij zijn huisgoden had gestolen.00:19:14
00:19:15
Rachel had die inderdaad gestolen...00:19:19
00:19:19
maar Jakob wist daar helemaal niks van.00:19:22
00:19:22
Alles werd doorzocht...00:19:24
00:19:24
maar de huisgoden werden niet gevonden.00:19:27
00:19:27
Dan neemt Jakob het woord.00:19:30
00:19:30
Laten we dat lezen vanaf Genesis 31:36.00:19:36
00:19:38
Jakob werd boos...00:19:40
00:19:40
en begon Laban verwijten te maken.00:19:43
00:19:43
Hij zei tegen Laban:00:19:46
00:19:46
Wat heb ik verkeerd gedaan...00:19:47
00:19:48
en voor welke zonde achtervolgt u me zo?00:19:51
00:19:51
U hebt nu al mijn spullen doorzocht.00:19:53
00:19:54
Hebt u soms iets gevonden wat van u is?00:19:57
00:19:57
Leg het hier dan neer zodat mijn familie
en uw familie het kunnen zien...00:20:00
00:20:01
en laten zij maar beslissen
wie van ons gelijk heeft.00:20:05
00:20:05
In de 20 jaar dat ik bij u ben geweest...00:20:08
00:20:08
hebben uw schapen en uw geiten
nooit doodgeboren jongen gehad...00:20:12
00:20:13
en ik heb nog nooit een ram
van uw kudde gegeten.00:20:16
00:20:16
Ik heb nooit dieren bij u gebracht die
door een wild dier verscheurd waren.00:20:21
00:20:21
Ik heb het verlies altijd zelf gedragen.00:20:24
00:20:24
En u eiste altijd een vergoeding
als er vee gestolen was...00:20:27
00:20:27
of dat nu overdag of ’s nachts was gebeurd.00:20:30
00:20:30
Overdag werd ik bevangen door
de hitte en ’s nachts door de kou...00:20:35
00:20:35
en vaak deed ik geen oog dicht.00:20:38
00:20:38
Ik ben 20 jaar in uw huis geweest.00:20:41
00:20:41
Ik heb 14 jaar bij u gewerkt voor uw
twee dochters en 6 jaar voor uw vee...00:20:46
00:20:46
en u hebt mijn loon wel
tien keer veranderd.00:20:50
00:20:50
Als de God van mijn vader...00:20:52
00:20:52
de God van Abraham en de God voor
wie Isaäk diep ontzag heeft...00:20:56
00:20:57
niet aan mijn kant had gestaan, dan zou u
me nu met lege handen hebben weggestuurd.00:21:04
00:21:04
God heeft mijn ellende en
mijn harde werk gezien...00:21:07
00:21:07
en daarom heeft hij u
vannacht terechtgewezen.00:21:11
00:21:11
Laban antwoordde:00:21:13
00:21:13
De dochters zijn mijn dochters...00:21:15
00:21:15
en de kinderen zijn mijn kinderen
en het vee is mijn vee...00:21:20
00:21:20
en alles wat je ziet,
is van mij en van mijn dochters.00:21:25
00:21:26
Hoe zou ik nu hun of de kinderen die ze
gekregen hebben iets kunnen aandoen?00:21:31
00:21:32
Kom, laten we een
verbond met elkaar sluiten.00:21:36
00:21:36
Het zal als getuige dienen tussen ons.00:21:40
00:21:40
Jakob nam daarom een steen en
zette die rechtop als een zuil.00:21:45
00:21:45
Toen zei Jakob tegen zijn familieleden:00:21:48
00:21:48
Verzamel stenen!00:21:50
00:21:50
Ze haalden stenen en stapelden die op.00:21:53
00:21:53
Daarna aten ze daar op de steenhoop.00:21:56
00:21:57
Laban noemde de
steenhoop Jegar-Sahadutha...00:22:01
00:22:01
maar Jakob noemde de hoop Gal-Ed.00:22:05
00:22:05
Toen zei Laban:00:22:06
00:22:07
Deze steenhoop is vandaag een
getuige tussen ons.00:22:11
00:22:12
Daarom gaf hij de steenhoop de naam
Gal-Ed en Wachttoren, want hij zei:00:22:18
00:22:18
Mag Jehovah de wacht houden tussen jou
en mij wanneer we elkaar niet kunnen zien.00:22:24
00:22:24
Als je mijn dochters niet goed behandelt...00:22:27
00:22:27
en naast mijn dochters nog andere
vrouwen neemt, onthoud dan:00:22:31
00:22:31
ook al is er verder niemand bij...00:22:34
00:22:34
God is getuige tussen jou en mij.00:22:38
00:22:38
Laban zei verder tegen Jakob:00:22:41
00:22:41
Kijk naar deze steenhoop en naar de zuil
die ik heb opgericht tussen jou en mij.00:22:47
00:22:48
Deze steenhoop en deze zuil getuigen
ervan dat ik deze steenhoop...00:22:53
00:22:53
niet zal passeren om jou kwaad te doen...00:22:56
00:22:56
en dat jij deze steenhoop en deze zuil niet
zult passeren om mij kwaad te doen.00:23:02
00:23:04
Laat de God van Abraham en
de God van Nahor...00:23:08
00:23:08
de God van hun vader, tussen ons oordelen.00:23:13
00:23:13
En Jakob zwoer bij de God
voor wie zijn vader Isaäk diep ontzag had.00:23:19
00:23:20
Daarna bracht Jakob een
slachtoffer op de berg...00:23:23
00:23:23
en nodigde hij zijn familie uit
om brood te eten.00:23:27
00:23:27
Ze gingen dus eten en ze
overnachtten op de berg.00:23:31
00:23:31
Laban stond ’s morgens vroeg op...00:23:33
00:23:33
en kuste z’n kleinkinderen en z’n
dochters en zegende hen.00:23:38
00:23:38
Toen vertrok Laban en ging terug naar huis.00:23:42
00:23:45
Jakob had Laban
20 jaar lang trouw gediend...00:23:50
00:23:50
ook al had Laban hem bedrogen en uitgebuit.00:23:54
00:23:54
Maar Laban geeft dat niet toe.00:23:56
00:23:57
Hij beweert ten onrechte...00:23:59
00:23:59
dat hij de rechtmatige eigenaar is
van alles wat Jakob bij zich heeft.00:24:04
00:24:04
Dan stelt Laban voor om samen
een vredesverbond te sluiten...00:24:09
00:24:09
om er zeker van te zijn dat beide partijen
elkaar niks zullen aandoen.00:24:14
00:24:14
Laban stelt dat niet voor omdat hij nou
zo vredelievend is.00:24:19
00:24:19
Misschien was het om te voorkomen dat
Jakob na Labans dood...00:24:23
00:24:24
terug zou komen met de huisgoden om
Labans zonen van hun erfdeel te beroven.00:24:30
00:24:30
Hoe dan ook, Jakob stemt ermee in.00:24:33
00:24:33
Iedereen wordt weer rustig en
het komt niet tot geweld.00:24:38
00:24:38
Er wordt een monument opgericht als
herinnering aan de overeenkomst.00:24:43
00:24:43
Ondanks de vele jaren van onderdrukking...00:24:47
00:24:47
sluit Jakob met Laban een vredesverbond.00:24:51
00:24:51
Hij koestert geen wrok en
kiest voor vrede.00:24:57
00:24:57
Die crisis is voorbij.00:25:00
00:25:00
Maar er dreigt alweer een nieuw gevaar.00:25:04
00:25:04
Jakob stuurt boodschappers naar Esau...00:25:07
00:25:07
om te vertellen dat
hij terug naar huis komt...00:25:10
00:25:10
en om Esaus goedkeuring te krijgen.00:25:14
00:25:14
De boodschappers komen terug met
het nieuws dat Esau naar hem op weg is...00:25:19
00:25:19
samen met 400 man.00:25:23
00:25:23
O nee!00:25:25
00:25:25
Is Esau nog steeds boos?00:25:28
00:25:28
Het is begrijpelijk dat
Jakob zich zorgen maakt.00:25:31
00:25:31
Hij wil niet tegen z’n broer strijden.00:25:34
00:25:34
Laten we eens zien hoe
hij met de situatie omgaat.00:25:37
00:25:37
Lees mee vanaf Genesis 32:13.00:25:43
00:25:46
Hij bracht daar de nacht door.00:25:48
00:25:48
Toen nam hij uit zijn bezit een
geschenk voor zijn broer Esau:00:25:53
00:25:54
200 geiten, 20 bokken,
200 ooien, 20 rammen...00:26:02
00:26:02
30 zogende kamelen met hun jongen...00:26:05
00:26:05
40 koeien, 10 stieren,
20 ezelinnen en 10 ezels.00:26:14
00:26:16
Hij vertrouwde de ene kudde na de andere
aan zijn dienaren toe en zei daarbij:00:26:23
00:26:23
Ga voor me uit naar de overkant...00:26:26
00:26:26
en laat ruimte tussen
de verschillende kudden.00:26:30
00:26:30
Tegen de eerste zei hij ook:00:26:33
00:26:33
Als je mijn broer Esau tegenkomt
en hij je vraagt:00:26:37
00:26:37
Bij wie hoor je?00:26:38
00:26:38
Waar ga je naartoe?00:26:40
00:26:40
En van wie zijn de dieren die
voor je uit lopen?00:26:42
00:26:43
dan moet je zeggen:00:26:44
00:26:44
Ik hoor bij uw dienaar Jakob.00:26:47
00:26:47
De dieren zijn een geschenk
voor mijn heer, voor Esau.00:26:51
00:26:51
Kijk, Jakob zelf komt achter ons aan.00:26:55
00:26:55
Ook aan de tweede en de derde en
aan degenen die de kudden volgden...00:26:59
00:26:59
gaf hij de opdracht:00:27:01
00:27:01
Je moet hetzelfde tegen Esau zeggen
wanneer je hem tegenkomt.00:27:06
00:27:07
En je moet ook zeggen:00:27:09
00:27:09
Kijk, uw dienaar Jakob komt achter ons aan.00:27:13
00:27:13
Want hij zei bij zichzelf:00:27:15
00:27:16
Als ik hem gunstig kan stemmen door
een geschenk voor me uit te sturen...00:27:19
00:27:20
zal hij me misschien vriendelijk ontvangen
als ik hem daarna ontmoet.00:27:24
00:27:28
Jakob wil vrede met z’n broer.00:27:32
00:27:32
Hij stuurt daarom een royaal geschenk
naar Esau, honderden dieren.00:27:38
00:27:38
Durfde Jakob gewoon niet de strijd
met Esau aan te gaan?00:27:42
00:27:42
Was hij een lafaard?00:27:44
00:27:44
Zeker niet.00:27:46
00:27:46
Hij had kort voor z’n
ontmoeting met Esau...00:27:49
00:27:49
nog een hele nacht
met een engel geworsteld...00:27:53
00:27:53
om Jehovah’s zegen te krijgen.00:27:56
00:27:56
Laten we eens kijken wat er gebeurt
als de twee broers elkaar ontmoeten.00:28:01
00:28:01
Ga alsjeblieft naar Genesis 33:1.00:28:06
00:28:09
Toen Jakob opkeek, zag hij Esau
aankomen met 400 man.00:28:15
00:28:15
Daarom verdeelde hij de kinderen over
Lea, Rachel en de twee slavinnen.00:28:21
00:28:21
Hij liet de slavinnen en
hun kinderen vooropgaan...00:28:25
00:28:25
daarachter Lea en haar kinderen...00:28:27
00:28:28
en helemaal achteraan Rachel en Jozef.00:28:32
00:28:32
Zelf ging hij voor hen uit...00:28:35
00:28:37
en terwijl hij dichter bij
zijn broer kwam...00:28:40
00:28:40
boog hij zeven keer heel diep voor hem.00:28:44
00:28:44
Maar Esau rende hem tegemoet...00:28:47
00:28:47
omhelsde hem en kuste hem...00:28:50
00:28:50
en ze barstten in tranen uit.00:28:53
00:28:54
Toen Esau opkeek en de vrouwen
en kinderen zag, vroeg hij:00:28:59
00:28:59
Wie heb je daar bij je?00:29:02
00:29:02
Jakob antwoordde:00:29:03
00:29:03
De kinderen die God
je dienaar geschonken heeft.00:29:07
00:29:08
Toen kwamen de slavinnen met
hun kinderen naar voren en bogen diep...00:29:13
00:29:14
en ook Lea kwam naar voren met
haar kinderen en ze bogen diep.00:29:20
00:29:20
Daarna kwam Jozef naar voren met Rachel,
en ook zij bogen diep.00:29:26
00:29:27
Wat was de bedoeling van die hele
karavaan die ik tegenkwam?, vroeg Esau.00:29:32
00:29:32
Jakob antwoordde:00:29:34
00:29:34
Die was bedoeld om
mijn heer gunstig te stemmen.00:29:37
00:29:37
Broer...00:29:39
00:29:39
ik heb heel veel bezittingen, zei Esau.00:29:42
00:29:43
Houd maar wat je hebt.00:29:45
00:29:45
Nee, zei Jakob...00:29:48
00:29:48
als ik je goedkeuring heb...00:29:51
00:29:51
neem dit geschenk dan
alsjeblieft van me aan...00:29:54
00:29:57
want ik heb het meegebracht
omdat ik jou wilde zien.00:30:01
00:30:01
Toen ik jou zag en je mij
met open armen ontving...00:30:05
00:30:05
was het alsof ik oog in oog stond met God.00:30:08
00:30:12
Aanvaard alsjeblieft het geschenk
dat ik je heb laten brengen...00:30:16
00:30:17
want God is goed voor mij geweest...00:30:19
00:30:20
en ik heb alles wat ik nodig heb.00:30:22
00:30:23
En hij bleef zo aandringen
dat Esau het aannam.00:30:27
00:30:30
Gelukkig liep dit goed af!00:30:33
00:30:33
Geen harde confrontatie...00:30:36
00:30:36
maar een vreugdevolle hereniging.00:30:38
00:30:38
Ze huilden van geluk en omhelsden elkaar.00:30:42
00:30:42
Opnieuw had Jakob z’n best gedaan
om de vrede na te streven.00:30:47
00:30:47
Hoe liet hij dat zien?00:30:49
00:30:49
Hij had gebeden en in harmonie
met z’n gebeden gehandeld.00:30:54
00:30:54
Hij had geschenken gestuurd...00:30:56
00:30:56
en z’n broer met waardigheid behandeld
door hem heer te noemen...00:31:00
00:31:00
en zeven keer voor hem te buigen.00:31:03
00:31:04
Wat is de les?00:31:06
00:31:07
Laat dit verslag niet mooi zien
hoe ver we moeten gaan...00:31:11
00:31:11
om de vrede met onze broeders en
zusters te bewaren?00:31:15
00:31:16
We kunnen veel leren van Jakob
als het gaat om vrede nastreven.00:31:22
00:31:22
Toen hij thuis door z’n broer
werd bedreigd, ging hij weg.00:31:27
00:31:27
Toen hij door Laban werd bedrogen...00:31:30
00:31:30
legde hij zich neer bij de situatie.00:31:34
00:31:34
Toen hij werd achtervolgd door Laban
en door hem beschuldigd werd...00:31:38
00:31:38
ging hij akkoord met een vredesverbond.00:31:41
00:31:41
En toen hij Esau zou ontmoeten,
bood hij hem geschenken aan.00:31:45
00:31:45
En bedenk, in geen van deze situaties...00:31:48
00:31:49
was het Jakob die zijn excuses
zou moeten aanbieden.00:31:52
00:31:52
Maar z’n leven lang...00:31:54
00:31:54
hield Jakob van vrede.00:31:58
00:31:58
Hij vertrouwde op Jehovah...00:32:01
00:32:01
en Jehovah zegende hem.00:32:03
00:32:03
Jehovah zag hoe Jakob...00:32:06
00:32:06
altijd de vrede nastreefde.00:32:09
00:32:09
En hij vergat dat nooit.00:32:11
00:32:11
Als jij hetzelfde doet...00:32:14
00:32:14
als je de vrede nastreeft
ondanks onrecht...00:32:18
00:32:18
of ondanks vervolging...00:32:20
00:32:21
als je dit doet in kleine en in
grote geschillen met anderen...00:32:25
00:32:25
dan zal Jehovah ook jou niet vergeten.00:32:28
00:32:28
Jehovah zal je overvloedig zegenen...00:32:31
00:32:31
als je, net als Jakob, van vrede houdt.00:32:36
Jakob: Een man die van vrede hield
-
Jakob: Een man die van vrede hield
Ben je ooit het slachtoffer geweest
van onderdrukking of onrecht?
Heeft iemand ooit iets gezegd of
gedaan waardoor je boos werd?
Dat herkennen we allemaal wel.
In zulke situaties reageren mensen
die Jehovah niet kennen...
vaak niet bepaald vredelievend.
Ze nemen wraak,
ze betalen met gelijke munt terug.
Maar wij weten dat
Jehovah het heeft gezien...
en hij kan dingen rechtzetten.
Het is goed om altijd in gedachte te
houden wat Jezus zei:
Gelukkig zijn degenen die zachtaardig zijn.
Gelukkig zijn de vredestichters.
De Bijbel heeft het over een man die
zachtaardig en vredelievend bleef...
onder de meest moeilijke en
stressvolle omstandigheden.
Meerdere keren koos hij ervoor om
niet de strijd aan te gaan.
Hij deed juist z’n best om
de vrede te bewaren.
Die man was Jakob.
Jakob leerde veel van het goede
voorbeeld van zijn vader, Isaäk.
Toen er hongersnood in het land was...
verhuisden Isaäk en
zijn gezin naar Gerar...
waar Abimelech, de koning van
de Filistijnen, aan de macht was.
Laten we eens lezen met welke
problemen Isaäk te maken kreeg...
en hoe hij ermee omging.
We lezen vanaf Genesis 26:12.
Isaäk ging in dat land zaaien...
en hij oogstte in dat jaar 100 keer zo veel
als hij had gezaaid...
want Jehovah zegende hem.
Isaäk werd rijk en het ging zelfs zo
goed met hem dat hij heel rijk werd.
Hij kwam in het bezit van kudden schapen
en kudden runderen...
en een groot aantal bedienden...
en de Filistijnen werden jaloers op hem.
Daarom gooiden de Filistijnen...
de putten die de bedienden van zijn vader
in de tijd van Abraham hadden gegraven...
vol met aarde.
Toen zei Abimelech tegen Isaäk:
Ga weg uit deze omgeving, want je bent veel
te sterk voor ons geworden.
Isaäk vertrok dus...
sloeg zijn kamp op in het dal
van Gerar en ging daar wonen.
En Isaäk groef de waterputten open...
die in de tijd van zijn vader
Abraham waren gegraven...
maar die de Filistijnen na Abrahams
dood hadden dichtgegooid.
Hij gaf ze dezelfde namen als
zijn vader ze had gegeven.
Terwijl de bedienden van Isaäk
in het dal aan het graven waren...
vonden ze een put met helder water.
De herders van Gerar maakten ruzie
met de herders van Isaäk en zeiden:
Het water is van ons!
Hij noemde de put dan ook Esek,
omdat ze ruzie met hem hadden gemaakt.
Daarna groeven ze een andere put,
en ook daarover werd ruzie gemaakt.
Daarom noemde hij die put Sitna.
Later vertrok hij vandaar en
groef een andere put...
maar daarover maakten ze geen ruzie.
Daarom noemde hij die put Rehoboth en zei:
Want nu heeft Jehovah ons
volop ruimte gegeven...
en ons vruchtbaar gemaakt in het land.
Vandaar ging hij naar Berseba.
Jehovah verscheen die nacht aan hem en zei:
Ik ben de God van je vader Abraham.
Wees niet bang, want ik ben met je
en ik zal je zegenen...
en je nageslacht talrijk maken
vanwege mijn dienaar Abraham.
De Filistijnen hadden uit jaloezie...
alle waterputten die door Abraham
waren gegraven dichtgegooid...
en de koning zegt tegen Isaäk dat
hij uit de omgeving moet vertrekken.
Isaäk staat nu voor een keus.
Misschien zeggen sommigen tegen hem
dat hij zich niet moet laten wegsturen.
Ze kunnen geredeneerd hebben:
Je hebt niks verkeerd gedaan, Isaäk.
Jehovah heeft tegen je gezegd dat jij
en je nageslacht het land zouden bezitten.
Je hebt niks te vrezen.
Je hebt heel veel bedienden,
en die zijn sterker dan de Filistijnen.
Je moet het ze betaald zetten,
degenen die jou dit hebben aangedaan!
Wat zou jij in deze situatie hebben gedaan?
Isaäk kiest ervoor de vrede te bewaren.
Hij neemt het besluit om te vertrekken.
Dat is niet makkelijk.
Isaäk heeft veel bedienden...
kudden schapen en kudden runderen.
Hij had het land bewerkt en ingezaaid...
en het leverde een goede opbrengst...
maar hij laat dat allemaal
achter en vertrekt.
Maar er stond hem nog meer te wachten.
Op de nieuwe plek waar hij is gaan wonen...
graven zijn bedienden weer waterputten
en ze vinden helder water.
Maar de herders in dat gebied zeggen:
Het water is van ons!
Isaäk graaft een andere put...
maar ook om deze put
maken de plaatselijke herders ruzie.
En weer kiest Isaäk ervoor
om te vertrekken...
in plaats van ruzie te maken.
Uiteindelijk lukt het hem een plek te
vinden waar hij in vrede kan leven.
Jakob zag dat de moeite die zijn
vader deed om de vrede te bewaren...
goede gevolgen had...
en hij wist dat z’n vader door
Jehovah werd gezegend.
Wat is de les?
Ouders...
onderschat nooit hoeveel impact...
jouw goede voorbeeld...
op je kinderen kan hebben.
Jakob heeft een tweelingbroer, Esau.
Esau is de oudste...
maar Jehovah voorspelt dat Esau...
z’n jongere broer zou gaan dienen,
wat toen niet gebruikelijk was.
Jehovah wist wat voor eigenschappen
ze zouden ontwikkelen...
en hij wist dat Esau...
niet veel waardering voor
geestelijke zaken zou hebben.
Dat wordt duidelijk als Esau
zijn eerstgeboorterecht inruilt...
voor een kommetje soep...
en hij bekrachtigde dit met een eed.
Maar dat is niet het
enige wat Esau opgeeft.
Door zijn eerstgeboorterecht op te geven...
loopt hij ook de profetische zegen mis
die hij van z’n vader zou krijgen.
Jaren gaan voorbij...
en Isaäk is inmiddels oud geworden.
Hij besluit dat het tijd is om z’n zegen
aan z’n oudste zoon te geven.
Misschien weet hij niet dat Esau z’n
eerstgeboorterecht heeft verkocht.
Hoe dan ook, hij zegt tegen Esau
dat hij hem zal zegenen...
maar hij vraagt hem om eerst
te gaan jagen op wild...
om daarna een lekker gerecht
klaar te maken.
Isaäks vrouw, Rebekka, hoort dat gesprek.
Ze zegt tegen Jakob dat Esau
aan het jagen is...
en dat hij zich moet voordoen als Esau.
Het plan werkt.
Zonder dat Isaäk het weet,
zegent hij Jakob.
Als Esau hierachter komt...
is hij woedend.
Laten we nu verder lezen
vanaf Genesis 27:41.
Esau koesterde wrok tegen Jakob...
omdat zijn vader hem had gezegend...
en Esau bleef bij zichzelf zeggen:
Het duurt niet lang meer
of er zal over mijn vader gerouwd worden.
Daarna ga ik mijn broer Jakob vermoorden.
Toen Rebekka te horen kreeg
wat haar oudste zoon Esau van plan was...
liet ze meteen haar jongste zoon
Jakob roepen.
Ze zei tegen hem:
Luister!
Je broer Esau is van plan wraak te nemen
en je te vermoorden.
Doe daarom wat ik zeg, mijn zoon.
Vertrek snel naar mijn broer
Laban in Haran.
Blijf een tijdje bij hem wonen,
totdat de woede van je broer bedaard is.
Ik zal je laten terughalen als de woede van
je broer bekoeld is...
en hij vergeten is wat je
hem hebt aangedaan.
Waarom zou ik jullie allebei
op één dag moeten verliezen?
Daarna bleef Rebekka tegen Isaäk zeggen:
Door de dochters van Heth heb ik
een hekel aan mijn leven gekregen.
Als Jakob ook met een van
de dochters van Heth trouwt...
zoals deze dochters van het land...
wat heb ik dan nog aan mijn leven?
Daarom riep Isaäk Jakob bij zich...
zegende hem en droeg hem op:
Je mag niet trouwen met
een van de dochters van Kanaän.
Vertrek naar Paddan-Aram, naar het huis
van Bethuël, de vader van je moeder...
en kies daar een vrouw uit de dochters
van Laban, de broer van je moeder.
God de Almachtige zal je zegenen en
je vruchtbaar en talrijk maken...
en er zullen vele volken uit je voortkomen.
Hij zal jou en je nageslacht
de zegen van Abraham geven...
zodat je het land in bezit kunt nemen
waar je als vreemdeling woont...
het land dat God aan Abraham heeft gegeven.
Zo stuurde Isaäk Jakob op weg, en hij
vertrok naar Paddan-Aram, naar Laban...
de zoon van de Arameeër Bethuël
en de broer van Rebekka...
de moeder van Jakob en Esau.
Jakobs ouders zeggen tegen hem dat
hij naar zijn oom Laban moet gaan...
om een vrouw te zoeken.
De belangrijkste reden daarvoor
zijn natuurlijk de problemen met Esau.
Weet je nog dat Isaäk problemen kreeg
met de Filistijnen...
problemen die duidelijk niet
in vrede opgelost konden worden?
Wat deed Isaäk toen?
Hij vertrok.
Nu zit Jakob in een soortgelijke situatie.
Zijn broer is witheet,
en daarom gaat Jakob weg.
Dat betekent dat hij z’n thuis en
z’n familie moet achterlaten.
Het betekent dat hij een lange reis
naar een ver land moet maken.
Jakob had ervoor kunnen kiezen...
om voor zichzelf op te komen.
Hij bezat het eerstgeboorterecht.
Hij had tegen z’n vader en
moeder kunnen zeggen:
Ik ben geen kind meer.
Ik ben nu 77!
Maar dat doet hij niet.
De Bijbel zegt:
Jakob gehoorzaamde zijn vader en moeder...
en vertrok.
Wat is de les?
Als er een situatie ontstaat...
die niet in vrede opgelost kan worden...
hoeven we waarschijnlijk niet te vluchten
voor ons leven naar een ander land.
Maar soms...
is het toch het verstandigste...
om uit een situatie weg te gaan.
Spreuken 17:14 zegt:
Een ruzie beginnen...
is alsof je de sluizen openzet.
Ga dus weg...
voordat de ruzie uitbreekt.
Terwijl Jakob op weg is naar zijn oom...
verschijnt Jehovah aan Jakob
in een droom...
waarin hij zegt dat hij Jakob
zal steunen en beschermen.
Maar Jakobs problemen zijn
nog lang niet voorbij.
Hij komt bij z’n oom aan...
en hij gaat er wonen.
Na verloop van tijd ontstaat
er opnieuw een situatie...
waaruit blijkt dat Jakob
echt vredelievend is.
Laten we erover lezen vanaf Genesis 29:16.
Laban had twee dochters.
De oudste heette Lea...
en de jongste Rachel.
De ogen van Lea hadden geen glans...
terwijl Rachel een heel mooie en
aantrekkelijke vrouw was geworden.
Jakob was verliefd op Rachel.
Daarom zei hij:
Ik ben bereid zeven jaar bij u te werken
voor Rachel, uw jongste dochter.
Laban antwoordde:
Ik kan haar beter aan jou geven
dan aan een andere man.
Blijf dus maar hier.
Jakob werkte zeven jaar voor Rachel...
maar voor hem leken het maar een paar dagen
omdat hij zo veel van haar hield.
Toen zei Jakob tegen Laban:
De tijd is om, dus geef me nu mijn vrouw,
zodat ik met haar kan slapen.
Daarop nodigde Laban alle inwoners van
de plaats uit en hield een feestmaal.
Maar in de loop van de avond...
bracht hij zijn dochter Lea bij Jakob...
zodat hij met haar zou slapen.
Laban gaf ook zijn slavin Zilpa
aan zijn dochter Lea mee.
De volgende ochtend zag Jakob
dat het Lea was!
Hij zei tegen Laban:
Wat hebt u me aangedaan?
Ik heb toch voor Rachel bij u gewerkt?
Waarom hebt u me bedrogen?
Laban antwoordde:
Het is hier niet de gewoonte om de jongste
dochter vóór de oudste uit te huwelijken.
Breng eerst de bruiloftsweek
met deze vrouw door.
Daarna krijg je ook de andere vrouw...
als je nog eens zeven jaar bij me werkt.
Dat deed Jakob...
hij bracht de bruiloftsweek
met de eerste vrouw door.
Daarna gaf Laban hem
zijn dochter Rachel tot vrouw.
Bovendien gaf Laban aan zijn dochter
Rachel zijn slavin Bilha mee.
Jakob heeft alle reden om boos te zijn.
Hij had met Laban afgesproken om
zeven jaar voor Rachel te werken.
Nu, aan het eind van de zeven jaar,
is er een bruiloft georganiseerd.
Maar de zwaar gesluierde vrouw
die bij hem gebracht wordt...
is niet Rachel maar Lea.
Stel je voor hoe Jakob zich voelde
toen hij daarachter kwam!
En in plaats van dat Laban toegeeft
dat hij hem heeft misleid...
komt hij met smoesjes.
Wat moet er toen in Jakob om zijn gegaan?
Jehovah had beloofd dat hij Jakobs
nageslacht zo talrijk zou maken...
als de stofdeeltjes op aarde.
Denkt Jakob misschien dat
Jehovah via Lea zijn belofte zal vervullen?
We weten het niet.
Uiteindelijk schenkt Lea hem zes zoons...
onder wie Levi en Juda...
familiehoofden van de twee
meest bevoorrechte stammen van Israël.
Natuurlijk had Jakob dit niet kunnen weten.
Maar Jakob, de vredestichter...
aanvaardt Lea als zijn vrouw en gaat in
op Labans belachelijke verzoek...
om nog eens zeven jaar
voor Rachel te werken.
Wat is de les?
Als iemand zich niet
aan zijn afspraken houdt...
kun je echt teleurgesteld in hem raken.
Maar kun je...
net als Jakob...
proberen te vergeven.
Kun je proberen de vrede te bewaren?
Jakob dient Laban 14 jaar lang
voor zijn twee vrouwen...
en hij werkt nog eens 6 jaar bij hem...
voor een eigen kudde.
Daarna zegt Jehovah tegen hem...
dat hij moet teruggaan
naar zijn eigen land.
Hij verzamelt z’n kudde...
en samen met z’n gezin vertrekt hij.
Als Laban erachter komt, wordt hij woedend.
Hij gaat achter Jakob aan en
haalt hem uiteindelijk in.
Dit is een gevaarlijke situatie,
die snel tot geweld kan leiden.
Stel je de situatie eens voor.
Jakob bevindt zich in bergachtig gebied.
Mogelijk is het nog vroeg op de dag.
Het is nog koud en overal zijn er
geluiden en geuren van dieren:
schapen, ezels, kamelen.
Het zijn er heel veel.
De bedienden proberen ze bij elkaar te
krijgen voor de reis die nog voor ze ligt.
Maar dan slaat iemand alarm.
Daar is Laban, en hij is niet alleen.
Hij heeft sterke mannen meegenomen.
Ze springen van hun kamelen.
Dit is geen gezellig bezoekje.
Labans mannen staan klaar om
Labans bevelen op te volgen.
Jakobs bedienden komen snel aanlopen.
Alle ogen zijn gericht
op Laban en op Jakob.
Die nacht had Jehovah Laban
in een droom gewaarschuwd...
en tegen hem gezegd dat hij op z’n woorden
moest passen als hij met Jakob sprak.
Toch is Laban boos...
en agressief.
Laban beschuldigt Jakob van twee dingen.
Ten eerste zegt hij:
Waarom heb je me voor de gek gehouden...
en mijn dochters als
krijgsgevangenen weggevoerd?
Waarom ben je in het geheim weggelopen...
en heb je me bedrogen door het
me niet te vertellen?
Jakob geeft een helder antwoord
op die beschuldiging.
Hij zegt:
Ik was bang...
want ik dacht dat u anders
uw dochters van me af zou pakken.
Laban beschuldigt Jakob er ook van...
dat hij zijn huisgoden had gestolen.
Rachel had die inderdaad gestolen...
maar Jakob wist daar helemaal niks van.
Alles werd doorzocht...
maar de huisgoden werden niet gevonden.
Dan neemt Jakob het woord.
Laten we dat lezen vanaf Genesis 31:36.
Jakob werd boos...
en begon Laban verwijten te maken.
Hij zei tegen Laban:
Wat heb ik verkeerd gedaan...
en voor welke zonde achtervolgt u me zo?
U hebt nu al mijn spullen doorzocht.
Hebt u soms iets gevonden wat van u is?
Leg het hier dan neer zodat mijn familie
en uw familie het kunnen zien...
en laten zij maar beslissen
wie van ons gelijk heeft.
In de 20 jaar dat ik bij u ben geweest...
hebben uw schapen en uw geiten
nooit doodgeboren jongen gehad...
en ik heb nog nooit een ram
van uw kudde gegeten.
Ik heb nooit dieren bij u gebracht die
door een wild dier verscheurd waren.
Ik heb het verlies altijd zelf gedragen.
En u eiste altijd een vergoeding
als er vee gestolen was...
of dat nu overdag of ’s nachts was gebeurd.
Overdag werd ik bevangen door
de hitte en ’s nachts door de kou...
en vaak deed ik geen oog dicht.
Ik ben 20 jaar in uw huis geweest.
Ik heb 14 jaar bij u gewerkt voor uw
twee dochters en 6 jaar voor uw vee...
en u hebt mijn loon wel
tien keer veranderd.
Als de God van mijn vader...
de God van Abraham en de God voor
wie Isaäk diep ontzag heeft...
niet aan mijn kant had gestaan, dan zou u
me nu met lege handen hebben weggestuurd.
God heeft mijn ellende en
mijn harde werk gezien...
en daarom heeft hij u
vannacht terechtgewezen.
Laban antwoordde:
De dochters zijn mijn dochters...
en de kinderen zijn mijn kinderen
en het vee is mijn vee...
en alles wat je ziet,
is van mij en van mijn dochters.
Hoe zou ik nu hun of de kinderen die ze
gekregen hebben iets kunnen aandoen?
Kom, laten we een
verbond met elkaar sluiten.
Het zal als getuige dienen tussen ons.
Jakob nam daarom een steen en
zette die rechtop als een zuil.
Toen zei Jakob tegen zijn familieleden:
Verzamel stenen!
Ze haalden stenen en stapelden die op.
Daarna aten ze daar op de steenhoop.
Laban noemde de
steenhoop Jegar-Sahadutha...
maar Jakob noemde de hoop Gal-Ed.
Toen zei Laban:
Deze steenhoop is vandaag een
getuige tussen ons.
Daarom gaf hij de steenhoop de naam
Gal-Ed en Wachttoren, want hij zei:
Mag Jehovah de wacht houden tussen jou
en mij wanneer we elkaar niet kunnen zien.
Als je mijn dochters niet goed behandelt...
en naast mijn dochters nog andere
vrouwen neemt, onthoud dan:
ook al is er verder niemand bij...
God is getuige tussen jou en mij.
Laban zei verder tegen Jakob:
Kijk naar deze steenhoop en naar de zuil
die ik heb opgericht tussen jou en mij.
Deze steenhoop en deze zuil getuigen
ervan dat ik deze steenhoop...
niet zal passeren om jou kwaad te doen...
en dat jij deze steenhoop en deze zuil niet
zult passeren om mij kwaad te doen.
Laat de God van Abraham en
de God van Nahor...
de God van hun vader, tussen ons oordelen.
En Jakob zwoer bij de God
voor wie zijn vader Isaäk diep ontzag had.
Daarna bracht Jakob een
slachtoffer op de berg...
en nodigde hij zijn familie uit
om brood te eten.
Ze gingen dus eten en ze
overnachtten op de berg.
Laban stond ’s morgens vroeg op...
en kuste z’n kleinkinderen en z’n
dochters en zegende hen.
Toen vertrok Laban en ging terug naar huis.
Jakob had Laban
20 jaar lang trouw gediend...
ook al had Laban hem bedrogen en uitgebuit.
Maar Laban geeft dat niet toe.
Hij beweert ten onrechte...
dat hij de rechtmatige eigenaar is
van alles wat Jakob bij zich heeft.
Dan stelt Laban voor om samen
een vredesverbond te sluiten...
om er zeker van te zijn dat beide partijen
elkaar niks zullen aandoen.
Laban stelt dat niet voor omdat hij nou
zo vredelievend is.
Misschien was het om te voorkomen dat
Jakob na Labans dood...
terug zou komen met de huisgoden om
Labans zonen van hun erfdeel te beroven.
Hoe dan ook, Jakob stemt ermee in.
Iedereen wordt weer rustig en
het komt niet tot geweld.
Er wordt een monument opgericht als
herinnering aan de overeenkomst.
Ondanks de vele jaren van onderdrukking...
sluit Jakob met Laban een vredesverbond.
Hij koestert geen wrok en
kiest voor vrede.
Die crisis is voorbij.
Maar er dreigt alweer een nieuw gevaar.
Jakob stuurt boodschappers naar Esau...
om te vertellen dat
hij terug naar huis komt...
en om Esaus goedkeuring te krijgen.
De boodschappers komen terug met
het nieuws dat Esau naar hem op weg is...
samen met 400 man.
O nee!
Is Esau nog steeds boos?
Het is begrijpelijk dat
Jakob zich zorgen maakt.
Hij wil niet tegen z’n broer strijden.
Laten we eens zien hoe
hij met de situatie omgaat.
Lees mee vanaf Genesis 32:13.
Hij bracht daar de nacht door.
Toen nam hij uit zijn bezit een
geschenk voor zijn broer Esau:
200 geiten, 20 bokken,
200 ooien, 20 rammen...
30 zogende kamelen met hun jongen...
40 koeien, 10 stieren,
20 ezelinnen en 10 ezels.
Hij vertrouwde de ene kudde na de andere
aan zijn dienaren toe en zei daarbij:
Ga voor me uit naar de overkant...
en laat ruimte tussen
de verschillende kudden.
Tegen de eerste zei hij ook:
Als je mijn broer Esau tegenkomt
en hij je vraagt:
Bij wie hoor je?
Waar ga je naartoe?
En van wie zijn de dieren die
voor je uit lopen?
dan moet je zeggen:
Ik hoor bij uw dienaar Jakob.
De dieren zijn een geschenk
voor mijn heer, voor Esau.
Kijk, Jakob zelf komt achter ons aan.
Ook aan de tweede en de derde en
aan degenen die de kudden volgden...
gaf hij de opdracht:
Je moet hetzelfde tegen Esau zeggen
wanneer je hem tegenkomt.
En je moet ook zeggen:
Kijk, uw dienaar Jakob komt achter ons aan.
Want hij zei bij zichzelf:
Als ik hem gunstig kan stemmen door
een geschenk voor me uit te sturen...
zal hij me misschien vriendelijk ontvangen
als ik hem daarna ontmoet.
Jakob wil vrede met z’n broer.
Hij stuurt daarom een royaal geschenk
naar Esau, honderden dieren.
Durfde Jakob gewoon niet de strijd
met Esau aan te gaan?
Was hij een lafaard?
Zeker niet.
Hij had kort voor z’n
ontmoeting met Esau...
nog een hele nacht
met een engel geworsteld...
om Jehovah’s zegen te krijgen.
Laten we eens kijken wat er gebeurt
als de twee broers elkaar ontmoeten.
Ga alsjeblieft naar Genesis 33:1.
Toen Jakob opkeek, zag hij Esau
aankomen met 400 man.
Daarom verdeelde hij de kinderen over
Lea, Rachel en de twee slavinnen.
Hij liet de slavinnen en
hun kinderen vooropgaan...
daarachter Lea en haar kinderen...
en helemaal achteraan Rachel en Jozef.
Zelf ging hij voor hen uit...
en terwijl hij dichter bij
zijn broer kwam...
boog hij zeven keer heel diep voor hem.
Maar Esau rende hem tegemoet...
omhelsde hem en kuste hem...
en ze barstten in tranen uit.
Toen Esau opkeek en de vrouwen
en kinderen zag, vroeg hij:
Wie heb je daar bij je?
Jakob antwoordde:
De kinderen die God
je dienaar geschonken heeft.
Toen kwamen de slavinnen met
hun kinderen naar voren en bogen diep...
en ook Lea kwam naar voren met
haar kinderen en ze bogen diep.
Daarna kwam Jozef naar voren met Rachel,
en ook zij bogen diep.
Wat was de bedoeling van die hele
karavaan die ik tegenkwam?, vroeg Esau.
Jakob antwoordde:
Die was bedoeld om
mijn heer gunstig te stemmen.
Broer...
ik heb heel veel bezittingen, zei Esau.
Houd maar wat je hebt.
Nee, zei Jakob...
als ik je goedkeuring heb...
neem dit geschenk dan
alsjeblieft van me aan...
want ik heb het meegebracht
omdat ik jou wilde zien.
Toen ik jou zag en je mij
met open armen ontving...
was het alsof ik oog in oog stond met God.
Aanvaard alsjeblieft het geschenk
dat ik je heb laten brengen...
want God is goed voor mij geweest...
en ik heb alles wat ik nodig heb.
En hij bleef zo aandringen
dat Esau het aannam.
Gelukkig liep dit goed af!
Geen harde confrontatie...
maar een vreugdevolle hereniging.
Ze huilden van geluk en omhelsden elkaar.
Opnieuw had Jakob z’n best gedaan
om de vrede na te streven.
Hoe liet hij dat zien?
Hij had gebeden en in harmonie
met z’n gebeden gehandeld.
Hij had geschenken gestuurd...
en z’n broer met waardigheid behandeld
door hem heer te noemen...
en zeven keer voor hem te buigen.
Wat is de les?
Laat dit verslag niet mooi zien
hoe ver we moeten gaan...
om de vrede met onze broeders en
zusters te bewaren?
We kunnen veel leren van Jakob
als het gaat om vrede nastreven.
Toen hij thuis door z’n broer
werd bedreigd, ging hij weg.
Toen hij door Laban werd bedrogen...
legde hij zich neer bij de situatie.
Toen hij werd achtervolgd door Laban
en door hem beschuldigd werd...
ging hij akkoord met een vredesverbond.
En toen hij Esau zou ontmoeten,
bood hij hem geschenken aan.
En bedenk, in geen van deze situaties...
was het Jakob die zijn excuses
zou moeten aanbieden.
Maar z’n leven lang...
hield Jakob van vrede.
Hij vertrouwde op Jehovah...
en Jehovah zegende hem.
Jehovah zag hoe Jakob...
altijd de vrede nastreefde.
En hij vergat dat nooit.
Als jij hetzelfde doet...
als je de vrede nastreeft
ondanks onrecht...
of ondanks vervolging...
als je dit doet in kleine en in
grote geschillen met anderen...
dan zal Jehovah ook jou niet vergeten.
Jehovah zal je overvloedig zegenen...
als je, net als Jakob, van vrede houdt.
-