JW subtitle extractor

Inleiding tot 2 Kronieken

Video Other languages Share text Share link Show times

Inleiding tot 2 Kronieken.
1 en 2 Kronieken waren oorspronkelijk één boek...
dat later in twee boeken werd verdeeld.
De schrijver was Ezra,
een Aäronitische priester en kopiist...
die het boek rond 460 v.Chr. voltooide.
Het boek gaat bijna helemaal over het koninkrijk Juda.
2 Kronieken beslaat een periode van 500 jaar...
vanaf het begin van Salomo’s regering in 1037 v.Chr...
tot het besluit van de Perzische koning Cyrus in 537 v.Chr...
om het huis van Jehovah in Jeruzalem te herbouwen.
Hoofdstuk 1 tot 9 gaat over de regering van koning Salomo.
In hoofdstuk 1 geeft Jehovah Salomo uitzonderlijke wijsheid...
zodat hij goed recht kan spreken over het volk.
Hoofdstuk 2 tot 7 gaat over
Salomo’s voorbereidingen voor de tempel:
de voorwerpen voor de tempel
en ook de bouw en inwijding.
In hoofdstuk 9 bezoekt de koningin van Scheba Salomo...
en ze is verbaasd over zijn wijsheid.
Nadat Salomo 40 jaar heeft geregeerd,
wordt zijn zoon Rehabeam koning.
In het volgende hoofdstuk komen tien stammen
tegen Rehabeam in opstand...
en ze vormen het noordelijke koninkrijk Israël.
Hoofdstuk 17 tot 20 gaat over koning Josafat,
die doet wat goed is in Jehovah’s ogen.
Hij stuurt zelfs bestuurders en Levieten eropuit
om Gods wet te onderwijzen.
In hoofdstuk 20 bidt Josafat om hulp...
als de legers van Ammon, Moab en het bergland Seïr
samen tegen hem optrekken.
God verhoort het gebed van de koning
door ervoor te zorgen dat de aanvallers elkaar afslachten.
In hoofdstuk 22 roeit de slechte koningin Athalia
de koninklijke geslachtslijn van het huis van Juda uit.
Alleen de jonge Joas overleeft het.
Hij wordt gered door Josabath en haar man,
de hogepriester Jojada.
In hoofdstuk 23 en 24 wordt Joas
op zevenjarige leeftijd tot koning gekroond...
en Athalia wordt ter dood gebracht.
Dankzij de goede invloed van de hogepriester Jojada
doet Joas wat goed is in Gods ogen...
en hij herstelt zelfs de tempel.
Maar na de dood van Jojada verlaat Joas de ware aanbidding.
Als Jojada’s zoon de koning corrigeert,
laat Joas hem stenigen.
In hoofdstuk 26 wordt Uzzia koning.
In het begin doet hij wat goed is in Gods ogen,
maar later wordt hij trots.
Hij probeert zelfs wierook in de tempel te branden,
iets wat alleen de priesters mochten doen.
Jehovah treft Uzzia met melaatsheid.
Hoofdstuk 29 tot 32 gaat
over de regering van koning Hizkia...
die zijn hele leven de ware aanbidding ijverig bevordert.
Tijdens zijn regering valt de Assyrische koning Sanherib
Juda binnen en bedreigt Jeruzalem.
Maar Jehovah’s engel doodt alle dappere strijders,
leiders en aanvoerders in het Assyrische kamp.
Hoofdstuk 33 gaat over de 55-jarige regering
van koning Manasse...
die op grote schaal doet wat slecht is in Jehovah’s ogen.
Wist je dit?
Hoewel koning Manasse later berouw had,
leidde zijn ontaarde invloed...
tot het grote morele en geestelijke verval in Juda
waardoor het volk uiteindelijk in ballingschap ging.
Hoofdstuk 34 en 35 gaan over de regering van koning Josia.
Hij is acht jaar als hij koning wordt
en hij zet zich vol ijver in voor de ware aanbidding.
Hij start zelfs in heel Israël een campagne tegen afgoderij.
Hoofdstuk 36 gaat over de laatste vier koningen van Juda:
Joahaz, Jojakim, Jojachin en Zedekia.
Allemaal zijn ze ongehoorzaam aan Jehovah.
Ondanks de eerdere invloed van de goede koningen...
drijft Juda steeds verder af van de ware aanbidding.
Daarom laat Jehovah toe dat de Babyloniërs
het land binnenvallen en Jeruzalem aanvallen.
Ze verwoesten de stad
en nemen de inwoners mee als ballingen.
Ezra besluit 2 Kronieken door te beschrijven
wat er 70 jaar later gebeurt...
tijdens de regering van de Perzische koning Cyrus.
Cyrus vaardigt een belangrijk besluit uit
waarmee de Joden worden vrijgelaten...
en worden opgeroepen om het huis van Jehovah
in Jeruzalem te herbouwen.
Let er tijdens het lezen van 2 Kronieken op
wat je kunt leren van de goede en slechte koningen...
zie hoe Jehovah degenen die van hem hielden zegende...
en merk op hoe hij de koninklijke geslachtslijn
van David beschermde...
waaruit later de Messias voortkwam,
de Koning van Gods Koninkrijk.