00:01:43
David! We gaan eten!00:01:46
00:01:47
Ik heb net schoongemaakt.
Dus je weet het, schoenen uit!00:01:51
00:01:51
Ja, mam!00:01:53
00:01:54
We gaan nu landen!00:01:57
00:02:00
David!00:02:02
00:02:09
Heeft mama niet gezegd: schoenen uit?
-Ja.00:02:13
00:02:15
Mama heeft hard gewerkt om het huis schoon te maken.00:02:18
00:02:18
Wat zal ze ervan vinden als ze dit ziet?00:02:21
00:02:29
O sorry, pap.00:02:32
00:02:32
’t Is goed, jongen.
We gaan het samen schoonmaken.00:02:36
00:02:41
Zo, dat was een hele klus, hè?
-Ja.00:02:45
00:02:45
Weet je, als je naar mama had geluisterd, had je niet al dat werk
hoeven doen.00:02:52
00:02:52
David, als we je vragen iets te doen, is dat
omdat we van je houden en omdat het goed voor je is.00:03:00
00:03:00
Weet je nog, van de gezinsaanbidding?00:03:03
00:03:03
Het stond in Efeziërs.00:03:06
00:03:06
Welk hoofdstuk is dit?
-Zes?00:03:09
00:03:09
Ja, heel goed!00:03:11
00:03:11
Kijk eens wat Jehovah van jou vraagt.00:03:14
00:03:14
Kinderen, daar hoor jij ook bij,
wees gehoorzaam aan je ouders.00:03:21
00:03:21
Opdat het je goed moge gaan.00:03:25
00:03:25
Dus je moet altijd naar papa en mama luisteren.00:03:29
00:03:32
Het eten is klaar! Komen jullie?00:03:35
00:03:35
Kom, we gaan aan tafel.00:03:37
00:03:37
Oké, pap.
-Hopla.00:03:40
00:03:42
Deze kant op! Oké.00:03:45
00:03:48
Oké, stop! Wat?00:03:52
00:03:53
Je rijdt bijna over me heen!
Sorry!00:03:56
00:03:56
Stort de knikkers!00:03:59
00:04:04
Wat een rommel!00:04:06
00:04:06
Het is tijd voor de gezinsaanbidding.
Ga je boek halen.00:04:10
00:04:10
En raap al die knikkers op.
Straks valt er iemand.00:04:14
00:04:34
Je moet altijd naar papa en mama luisteren.00:04:37
00:05:36
Dank je wel!
Wat goed dat je hebt geluisterd.00:05:40
00:05:40
Kom snel, papa en Sofie zitten al klaar.00:05:45
00:05:45
Sofie, wat zie je op het plaatje?00:05:47
00:05:47
O mooi, daar zijn jullie.00:05:50
00:05:52
Zullen we dan beginnen met gebed?00:05:55
Luister naar je ouders
-
Luister naar je ouders
David! We gaan eten!
Ik heb net schoongemaakt.
Dus je weet het, schoenen uit!
Ja, mam!
We gaan nu landen!
David!
Heeft mama niet gezegd: schoenen uit?
-Ja.
Mama heeft hard gewerkt om het huis schoon te maken.
Wat zal ze ervan vinden als ze dit ziet?
O sorry, pap.
’t Is goed, jongen.
We gaan het samen schoonmaken.
Zo, dat was een hele klus, hè?
-Ja.
Weet je, als je naar mama had geluisterd, had je niet al dat werk
hoeven doen.
David, als we je vragen iets te doen, is dat
omdat we van je houden en omdat het goed voor je is.
Weet je nog, van de gezinsaanbidding?
Het stond in Efeziërs.
Welk hoofdstuk is dit?
-Zes?
Ja, heel goed!
Kijk eens wat Jehovah van jou vraagt.
Kinderen, daar hoor jij ook bij,
wees gehoorzaam aan je ouders.
Opdat het je goed moge gaan.
Dus je moet altijd naar papa en mama luisteren.
Het eten is klaar! Komen jullie?
Kom, we gaan aan tafel.
Oké, pap.
-Hopla.
Deze kant op! Oké.
Oké, stop! Wat?
Je rijdt bijna over me heen!
Sorry!
Stort de knikkers!
Wat een rommel!
Het is tijd voor de gezinsaanbidding.
Ga je boek halen.
En raap al die knikkers op.
Straks valt er iemand.
Je moet altijd naar papa en mama luisteren.
Dank je wel!
Wat goed dat je hebt geluisterd.
Kom snel, papa en Sofie zitten al klaar.
Sofie, wat zie je op het plaatje?
O mooi, daar zijn jullie.
Zullen we dan beginnen met gebed?
-