JW subtitle extractor

Luistert Jehovah als je bidt?

Video Other languages Share text Share link Show times

Sofie, we weten wel dat je daar zit, hoor.
Jehovah, alstublieft.
Zorg dat ze stoppen!
Ze is bang!
-Loser.
Kom, we gaan.
-Ja, laten we gaan.
Oké, jongens, vandaag gaan we
het hebben over...
Sofie?
Je bent te laat.
Ja, sorry, uh, ik was...
Maakt niet uit.
We hebben het er later nog over.
Ja, ja, zo is het genoeg.
Sofie, ga maar zitten.
Vandaag gaan we het hebben over
breuken vermenigvuldigen.
Oké, jongens.
Hier zijn de cijfers
van de toets van gister.
Goed gedaan, Sofie.
Hé Amber, wat heb jij?
Kan me niks schelen.
Wat!
Zo laag?
Nou ja, ’t is nog net een voldoende.
Nou en.
Wat zit je nou te kijken?
Sofie.
Oeps!
Ik zag je niet staan.
’t Is net alsof je onzichtbaar bent.
Hé, wat is dit?
Nee!
Tot morgen.
Loser.
Gaat het?
Ik help je wel.
Ze pesten mij soms ook.
Het was echt super!
En toen zei de juf dat ik
het konijn mocht vasthouden.
Maar ik moest wel heel voorzichtig zijn.
O echt?
Ik noemde hem Fred.
Maar ik mocht hem niet
zo heel lang vasthouden.
Ik weet nu alles over konijnen.
Oh, gaat het wel goed, lieverd?
Uhm...
Tot morgen.
Het gaat wel.
Oké. We gaan het over
iets heel belangrijks hebben:
bidden.
David, over welke dingen kun jij bidden?
Over dingen die me blij maken.
Ik kan bidden om een helikopter...
of om een heleboel ijs!
Maar dan zonder de buikpijn.
En ik kan bidden voor Fred!
Oké.
Maar vertel eens...
Als we bidden voor het slapengaan,
waar bidden we dan om?
We bedanken Jehovah voor
de mooie dingen die hij heeft gemaakt...
zoals de dieren, de sterren, de zee...
en Gods Koninkrijk...
en of hij onze broeders en zusters
wil helpen.
Dat klopt!
Je kunt bidden voor je broeders en zusters.
En bedenk dat ze ook voor jou bidden.
We weten dat als we om de juiste dingen bidden,
Jehovah naar ons luistert.
Maar waarom luistert hij
dan niet naar mijn gebeden?
Oh! Wat is er, Sofie?
Zeg het maar.
Er is een meisje op school en ze is
zo gemeen tegen mij.
Oh nee!
Oh lieverd, wat vervelend.
Ik ging bidden of het mocht stoppen,
maar dat hielp helemaal niet.
Is Jehovah boos op mij?
Nee, lieverd.
Jehovah is niet boos op je.
Misschien ziet Jehovah me gewoon niet.
Tuurlijk wel!
De Bijbel vertelt over iemand
die zich net zo voelde als jij.
Ze heette Hanna.
Hanna hield heel veel van Jehovah.
Hé, wacht op mij!
Maar je had ook nog Peninna
en die was heel gemeen tegen haar.
Zo leuk om die kinderen
te zien spelen, toch?
Werd zij ook gepest?
-Ja.
Het eten is klaar.
Hier is jouw eten, Hanna.
En Peninna, dit is voor jou.
Ze was heel jaloers op Hanna.
Ik ga wat water halen.
Je denkt zeker dat je heel wat bent, hè.
Maar waarom heeft Jehovah
jou dan geen kinderen gegeven?
Gaat het, Hanna?
Waarom ben je zo verdrietig?
Anderen begrepen niet
waarom Hanna zo verdrietig was...
omdat ze vanbinnen pijn had
en dat zagen anderen niet.
Daarom ging ze praten met degene
die haar wel zou begrijpen.
O Jehovah, alstublieft,
heb aandacht voor mij.
Denk alstublieft aan mij
en vergeet me niet.
Geef me alstublieft een zoon.
Dan zal ik hem aan u geven...
en dan zal hij u
z’n hele leven lang dienen.
Wat doe jij?
Waarom ben je dronken?
Ik ben niet dronken.
Ik heb het heel zwaar.
Oh.
Ik heb Jehovah gevraagd om me te helpen.
Ga in vrede.
Mag Jehovah je geven
wat je van hem gevraagd hebt.
Weet je waarom Hanna zich
daarna weer beter voelde...
ook al was haar gebed nog niet verhoord?
Nee?
Omdat Hanna wist dat Jehovah
haar gebed had gehoord.
Als je tot Jehovah bidt,
dan luistert hij echt.
En hij weet nog beter dan wijzelf
wat we nodig hebben.
Maar hoe verhoort Jehovah onze gebeden?
Op verschillende manieren.
Soms moet je gewoon geduldig afwachten.
Omdat Jehovah het druk heeft?
-Nee.
Omdat het soms moeilijk is
om te zien hoe hij je gebed verhoort.
Laten we eens kijken
waar jij om kunt bidden...
en wat je morgen op school kunt doen
om te laten zien...
dat je graag wilt
dat Jehovah je gebed verhoort.
Ik weet dat Amber en de anderen
weer gemeen tegen me gaan doen.
Maar help me alstublieft
om morgen te zijn zoals Hanna.
Help om net als zij sterk te zijn.
En toen ging ze naar de tabernakel
en daar was Eli.
Hij was de hogepriester.
O nee, daar zijn ze.
Kom!
Kijk eens wie we hier hebben.
Wat wil je van me, Amber?
Oh, ik vroeg me gewoon af
of ik je pen kon lenen.
Wat moet ik doen?
Jehovah had haar gebed gehoord.
Jehovah, ik ben het, David.
Help Sofie alstublieft.
En help Sofie alstublieft
om vandaag op school sterk te zijn.
Zorg alstublieft voor de kinderen
in onze gemeente, zoals David en Sofie.
Wees alstublieft met onze kinderen.
Jehovah, help onze kinderen alstublieft
om u trots te maken.
Help onze kinderen om de druk
op school te weerstaan.
Jehovah, toe, help me alstublieft.
We vragen dit in Jezus’ naam.
Amen!
Amen.
Wat?
Moet je soms huilen?
Hou op, Amber.
Je doet gemeen.
En als je niet stopt, ga ik het vertellen.
Dat doe je echt niet.
-Dat doe ik wel.
Jij bepaalt niet wat ik moet doen.
Laten we gaan, Nikki.
Dat is mijn zus!
Dat je dat durft.
Hoe deed je dat?
Ik had gebeden om moed
en toen hielp Jehovah mij.
Hanna kreeg een zoon.
Ze noemde hem Samuël,
want ze zei...
Ik heb Jehovah om hem gevraagd.
Niemand is heilig als Jehovah,
buiten u is er niemand.
Dankuwel, Jehovah.